Leren voor vakmensen 4.0

OPINIE – De (hightech) maakindustrie schreeuwt om vakmensen (120.000 banen tot 2030, schat FME), net als bijvoorbeeld de zorg en service- en installatiebedrijven. Tegelijkertijd zit in sommige Rotterdamse en Haagse wijken bijna 30 procent van de beroepsbevolking thuis – zonder geschikte opleiding of kans daarop. Watskeburt?!

De maatschappij is veranderd, dat is er gebeurd. Digitalisering en andere technologische veranderingen gaan steeds sneller en vinden door internet ook steeds sneller de markt. Vroeger kwam je van school en kon je op basis van je diploma een leven lang werken op je niveau. De halfwaardetijd van een ICT-opleiding is tegenwoordig nog maar 2 jaar. Dus na 2 jaar is de helft van de kennis verouderd, na vier jaar driekwart en na zes jaar heb je nog maar wat aan een achtste van wat je hebt geleerd. Bedenk dat het opzetten van een nieuwe opleiding nu minimaal (!) twee jaar vergt en dat de eerste studenten pas vier jaar later van de opleiding komen. Dan al is zeven achtste van wat ze hebben moeten leren zinloos geworden. In techniekonderwijs komt daarbovenop dat opleidingen niet de tijd en financiële armslag hebben om moderne technologie op te bouwen. Leerlingen zien dat en komen niet af op de gemankeerde technische opleidingen.

Een tweede verandering is de individualisering. Jongeren verwachten instant gratification en kiezen opleidingen die hen leuk lijken, zonder te kijken naar een perspectief op een baan. Gevolgen: (1) 120.000 jongeren studeren jaarlijks af in een vak waar geen banen voor zijn; (2) veel studenten maken hun opleiding niet af, tot 85 procent van bepaalde groepen waar de schoolcultuur, straatcultuur en huiscultuur erg sterk afwijken. Gebrek aan motivatie en perspectief spelen daarin een rol, net als leerstijlen die niet passen bij de leerling.

Persoonlijk onderwijs: de rol van scholen

Scholen en andere opleiders hebben veel moeite om deze maatschappelijke veranderingen op te vangen. Dat het onderwijs aan zeer veel en complexe regels is gebonden, remt onderwijsvernieuwing sterk af. Binnen die regels zijn er overigens weldegelijk mensen te vinden die de randen opzoeken en oprekken om maar goed onderwijs te kunnen geven. Gedreven door een sterke motivatie om leerlingen het beste te bieden. Aan motivatie en passie is er sowieso geen gebrek.

Maar toch mag ook het onderwijs zich wel vragen stellen. Wordt het onderwijs aangeboden in een leerstijl die past bij de leerling? Motiveren we leerlingen wel voldoende? Kijken we naar het individu en baseren we daar plannen op? Stimuleren we mensen (leerlingen en werknemers) wel voldoende om hun eigen onderwijstoekomst in de hand te nemen en benutten we de digitale hulpmiddelen daarvoor wel voldoende? Maken docenten voldoende gebruik van MOOC’s, youtube en de enorme voorraad aan uitstekend onderwijsmateriaal dat gratis beschikbaar is? Leren we voldoende van elkaar, ook over opleidingen heen (wist u dat de TU Delft wereldkampioen MOOC’s is onder de universiteiten)? En halen we alles uit de kast om modern technisch onderwijs aan te bieden? Voor student en voor werknemers?

Permanente educatie: de rol van werkgevers

Een extra uitdaging is dat het zittende personeel bij bedrijven niet vanzelfsprekend meegaat in de nieuwste ontwikkelingen en dus dreigt uit te vallen. In de steeds sneller veranderende wereld is permanente educatie een noodzaak voor iedereen – ook voor mensen die een hekel aan school hebben. Deze noodzaak wordt wel herkend, maar werkende oplossingen zijn er nauwelijks. Het maatschappelijk belang hiervan is niet te onderschatten. Zonder personeel kan een industrietak die veel waarde toevoegt, producten exporteert en banen creëert niet doorgroeien. En zonder perspectief voor jongeren ligt grootschalige sociale onlust op de loer.

Maar als goed onderwijs zo belangrijk is voor bedrijven en andere werkgevers, dan mogen ook die werkgevers zich wel enige vragen stellen. Hebben wij voldoende gedaan om ouders en kinderen te interesseren in een baan in de industrie (of zorg, et cetera)? Investeren wij genoeg in hun relatie met het onderwijs om te zorgen dat die weet waar behoefte aan is? Helpen we om de benodigde techniek beschikbaar te maken en up-to-date te houden? Stimuleren we onze eigen mensen voldoende om bij te leren – en bieden ze daarvoor ondersteuning en ruimte? Durven we (vaste!) banen te bieden aan mensen die zelf in hun ontwikkeling investeren? Waarom zijn de opleidingsfondsen onderbenut als opleiding zo belangrijk is?

Voorbeelden van radicale vernieuwing

Al met al levert bovenstaande analyse voldoende op om de contouren te schetsen van een radicaal nieuw onderwijssysteem. Een systeem dat is gericht op de individuele kwaliteiten en motivatie van mensen van alle leeftijden, bijvoorbeeld in de vorm van een Talentenboulevard. Een systeem dat flexibel, modulair, leuk en effectief is en instant gratification biedt, onder andere in de vorm van certificaten. Een systeem dat voorziet in een innige samenwerking met werkgevers zodat de opleidingen aansluiten bij banen en de techniek up-to-date is, bijvoorbeeld in de vorm van skillslabs en MOOC’s.

In het onderwijs wordt al veel geëxperimenteerd met vormen die passen in deze contouren. Neem bijvoorbeeld TecLab (Eindhoven), Fieldlab Robotica (Harderwijk) en skillslab (Duurzaamheidsfabriek Dordrecht). Het wiel hoeft niet opnieuw te worden uitgevonden. Maar de ophanging ervan zou zomaar kunnen veranderen.

Stellingen

De stellingen hieronder diepen deze denkrichting verder uit. Denk je mee? Maak deze dan bespreekbaar in jouw omgeving of deel dit bericht op social media met jouw mening.

Stelling 1: Onderwijs moet het schoolgebouw uit
Fietsen leer je niet uit een boek. Metselen, frezen en schoonmaken ook niet. Zorg voor leerplekken dichtbij innovatie, met de modernste apparatuur, in een (bijna echte) praktijkomgeving, met docenten die recent dat werk gedaan hebben.

Stelling 2: Begin bij de praktijk
Het nieuwe leren is: eerst doen en als je het in de vingers hebt, meer leren over de achtergronden. Wie iets kan, wil begrijpen waarom het soms mis gaat en hoe het beter kan. Zo motiveer je mensen en zorg je dat ze snel aan de slag kunnen.

Stelling 3: Accreditatie voor iedereen
Verpleegkundigen en accountants behoren tot de beroepsgroepen waar accreditatie verplicht is. Daarvoor is het nodig om je steeds weer te kwalificeren door bij te leren en ervaring op te bouwen. In Zuid-Afrika bestaat dit systeem al voor ingenieurs – waarom niet ook hier, voor alle technici. Nu banen steeds sneller veranderen, is dit voor alle beroepen nodig. Door op de opleiding voldoende certificaten te halen, krijg je een diploma, ofwel startaccreditatie. Met nieuwe certificaten erbij bepaal je zelf de richting van je carrière en blijf je geschikt voor de arbeidsmarkt.

Stelling 4: Snel aan t werk
Breng de basisopleiding terug naar de essentie. Naast het praktische leren (zie stelling 2) zijn veiligheid en verantwoordelijkheid, planning en organisatie, omgaan met klanten, samenwerken met collega’s en communicatie in een organisatie et cetera in maanden aan te leren. De school is de veilige plek waar burgerschap, democratische waarden en wederzijds respect geleerd, besproken en beleden worden. Noem het socialiseren, algemene vorming ofwel Bildung. Daarna meteen aan het werk (in een meester-gezel-systeem?) en voortdurend blijven bijleren (stelling 1-3).

Stelling 5: Modulair, flexibel, praktijkgericht
Die bijleermodules moeten zeer modulair zijn. Kort en krachtig. Flexibel in te richten. Vraaggestuurd vanuit de werkgevers. Praktisch. Denk ook aan MOOC’s en ander elektronische hulpmiddelen. Gebruik wat er al is, zoek de beste MOOC of DIY-instructies op youtube. Er is al zoveel!

Stelling 6: Maak werkgevers medeverantwoordelijk
Werkgevers die meedenken, meebeslissen en meehelpen in het vormgeven van praktijkonderwijs krijgen eerste keuze in de uitstroom van de opleidingen. Help werkgevers om systematisch, accuraat en volledig te omschrijven welke skills nodig zijn op welk niveau.

Stelling 7: Ga het doen
Doe snelle experimenten die leren hoe een radicaal nieuw systeem het beste kan werken. Aan de slag! Van proberen kun je leren. En meten is weten: vraag aan alle partijen wat hun ervaringen zijn en wat er in hun ogen beter kan.

Stelling 8: Maak het leuk – en laat dat zien
Werken in de maakindustrie is leuk omdat je een product onder je handen ziet ontstaan en je er goed kunt verdienen. De werkomgeving kan veilig, schoon en ook fun zijn en creatief. Kijk hoe de grote techbedrijven de beste talenten aantrekken! Maak je bedrijf een aantrekkelijke omgeving om in te werken en toon dat regelmatig aan kinderen en hun ouders, aan studenten en aan bestuurders. Als je personeel je belangrijkste asset is, zorg er dan goed voor en help om jongeren ervoor te interesseren!

Dit opinie-artikel is geschreven door Anton Duisterwinkel met dank aan onder andere Jacques Gofers (Promolding), Gert Bravenboer (Siemens), Jacqueline Hoogland (RNE), Arjan van Wijngaarden (Techniek College Rotterdam), Daan Wortel (Duurzaamheidsfabriek Dordrecht), Marcel van Wijk (HTC Delft), Elske Janssens (MRDH), Vincent Wegener (RAMLab), Nico van Hemert (RNE Next Education), Jeroen Chabot en collega’s (Willem de Kooning Academie), José ten Kroode (BA groep) en Nico Persoon (HHS).