TranS4MErs: je bedrijf omvormen tot een “Factory of the Future”

Honderden mkb-bedrijven in de maakindustrie lopen dagelijks tegen digitale en maatschappelijke uitdagingen aan om de digitaliseringsslag bij te benen. Om mkb-ondernemers hierbij te helpen, verzorgt TranS4MErs trainingen en biedt het bedrijven hulpmiddelen aan, zoals opleidingen en productie-adviezen. Meer dan 1000 MKB-bedrijven ondersteunen bij digitalisering, zodat ze in 2025 de zogenaamde fabrieken van de toekomst worden: dit is het doel van TranS4MErs. Meld je nu aan voor het acceleratieprogramma

ADMA TranS4MErs biedt ondersteuning voor ambitieuze en innoverende MKB-ers in de maakindustrie die inzicht willen krijgen in hun digitale uitdagingen en actie willen ondernemen om hiermee om te gaan. Door middel van een voucher kun je 8 uur ondersteuning ontvangen van een TranS4MEr om een plan te ontwikkelen om je bedrijf om te vormen tot een “Factory of the Future”. Het plan maakt het mogelijk voor 40 uur aan ‘tools & services’ aan te vragen om je te helpen met je digitale transformatie. De hoogst scorende plannen ontvangen €2800 directe financiering.

Aanmelden duurt slechts 10 minuten en vouchers worden op een first come, first serve basis uitgedeeld. Inschrijvingen zijn momenteel open en de volgende sluitdata zijn 4 en 18 januari 2022. Resultaten van de aanvraag worden twee weken na de sluitdatum bekendgemaakt.

Enkele voordelen:

  • Als ondernemer krijg je de unieke kans om gespecialiseerde one-on-one assistentie te ontvangen om een succesvol digitaal bedrijfsmodel te ontwikkelen en een gepersonaliseerde digitale strategie voor de digitale toekomst.
  • Kennis opdoen over hoe je innovatieprocessen kunt leiden en beheren om de relevante stakeholders op het juiste moment in het proces te betrekken.
  • Tijdens de tweede fase van de Open Call, de Revamp-fase, de kans om vouchers te ontvangen om een op maat gemaakte toolbox te kopen voor je digitale transformatie.

Zet je klaar om je transformatie te beginnen. Het ADMA TranS4MErs xChange Platform en de servicecatalogus worden binnenkort gelanceerd! Neem deel aan dit programma en stap naar voren in de digitale toekomst.

Hoe mensgerichte technologie een antwoord biedt op personeelstekorten, materiaalschaarste en andere uitdagingen

Net als veel andere sectoren kampt de maakindustrie met grote personeelstekorten, materiaalschaarste en de noodzaak om circulair te produceren. Slimme, mensgerichte technologieën kunnen hier veel in betekenen. Dat blijkt uit pilots die het Zuid-Hollandse maakbedrijf HTC Parking & Security en werk-leerbedrijf Werkse! uitvoerden. Tijdens innovatieprogramma SMITZH (Smart Manufacturing Industriële toepassing in Zuid-Holland) verkenden zij de mogelijkheden van deze technologieën in hun bedrijfsprocessen.

‘Het werk in de maakindustrie wordt steeds complexer’, merkt Gu van Rhijn, projectmanager en onderzoeker bij TNO. Binnen SMITZH richt ze zich samen met haar collega’s op het onderzoeksgebied mensgerichte technologieën, een van de vier programmathema’s. ‘Tegelijkertijd wordt de arbeidsmarkt krapper. Daardoor groeit de behoefte aan zogeheten operator-supporttechnologieën, die werknemers ondersteunen en het werk makkelijker en efficiënter maken.’

Gu en haar collega’s onderzoeken wat zulke technologieën opleveren op het gebied van inzetbaarheid en inwerktijd. Ook kijken ze hoe medewerkers de toepassing ervaren en wat er nodig is om de interactie tussen mens en robot te verbeteren. ‘Zo zorgen we dat nieuwe medewerkers complexer werk kunnen uitvoeren en mkb’ers inzicht krijgen in welke technologieën het meest geschikt zijn voor hun processen. Dat doen we altijd vanuit de vraag van het bedrijf, zodat zij de juiste keuze kunnen maken.’

Materiaalschaarste en circulariteit bij HTC

Een van de deelnemende bedrijven is HTC Parking & Security uit Waddinxveen, dat Speedgates ontwikkelt en produceert voor het beveiligen van parkeergarages en bedrijventerreinen. Stefan Morssink houdt zich als business innovation manager bezig met de circulaire ontwikkeling van HTC. ‘Refurbishing en remanufacturing zijn hierin belangrijke stappen.’ Met SMITZH onderzoekt Stefan welke rol operator-supporttechnologieën daarbij kunnen spelen. ‘Vanaf 2030 moet de helft van alle grondstoffen circulair zijn. Dat betekent dat we bewuster moeten omgaan met de materialen die we hebben. Ook de huidige materiaalschaarste dwingt ons daartoe.’

Slimme software bij de-assemblage

In de pilot van het SMITZH-programma testte HTC samen met TNO slimme, werkplekondersteunende software om de-assemblage voor hergebruik van onderdelen te vereenvoudigen. ‘We onderzochten of en hoe de software kan helpen bij refurbishing en remanufacturing’, concretiseert Stefan. ‘Met als drievoudig doel: de verschillende informatiestromen helder overbrengen op medewerkers, de processen vereenvoudigen en nieuwe, relevante data over de technische onderdelen verzamelen. Dat laatste stelt ons in staat de oorzaak van een defect nauwkeuriger te detecteren en werkprocessen daarop aan te passen. Zo kunnen we onderdelen goed refurbishen en met vertrouwen opnieuw inzetten.’

Technologie omarmen

HTC richtte voor de pilot een omgekeerde assemblagewerkplaats in en stelde protocollen op voor service- en fabrieksmonteurs. ‘De vraag om een tool uit te proberen voor een proef leverde meer frictie op dan verwacht’, vertelt Stefan. ‘We gaan nu onderzoeken waar die frictie vandaan komt: is de nieuwe werkwijze niet goed geïntroduceerd, kost het te veel tijd, is het iets anders?’ Dat wil HTC eerst achterhalen, om het in een vervolgtraject te verbeteren. ‘De tool en de software moet in de eerste plaats het werk vergemakkelijken, anders zullen medewerkers de technologie niet snel omarmen.’

“Er is niet één uniforme werkwijze. Daarom is continue interactie met een groep medewerkers essentieel.”

Belang van interne communicatie

De frictie die de pilot opriep toont het belang aan van goede interne communicatie bij het introduceren van nieuwe technologieën en de bijbehorende werkwijze. Een waardevol inzicht voor het bedrijf zelf, maar ook voor TNO. ‘Betrokkenheid van medewerkers blijkt nog belangrijker dan we dachten’, reageert Gu. ‘Als je regelmatig checkt wat de gebruikers zelf nodig hebben, ontstaan er interessante discussies. Daarmee kunnen wij weer nieuwe mogelijkheden onderzoeken, zoals werkinstructies op maat. Er is duidelijk niet één uniforme werkwijze; daarom is continue interactie met een groep medewerkers essentieel.’

Werkse! verkleint afstand tot arbeidsmarkt met technologie

Ook werk-leerbedrijf Werkse! onderzocht in een pilot de inzet van mensgerichte technologie. Werkse! helpt zowel mensen met een beperking als mensen in de bijstand (weer) aan het werk. ‘We willen het werk aantrekkelijker of überhaupt mogelijk maken voor mensen met een beperking’, zegt Hans van Zeijl, strategisch accountmanager Werken & Leren. Uit workshops en verkenningssessies bleek een smart glass het meest geschikt: een bril die werkinstructies weergeeft. Vervolgens bekeek Werkse! samen met TNO of het hulpmiddel werkbaar is voor hun medewerkers en hoe het de inzetbaarheid, toegankelijkheid en efficiëntie vergroot.

Orderpicken met smart glass

In de pilot kregen 24 medewerkers de opdracht om met een smart glass orders te picken in een magazijn. De bril toonde een afbeelding van het product, waar in het magazijn het ligt, hoeveel orders er volgen en hoeveel er al zijn voltooid. Vooraf en na afloop vulden de deelnemers een vragenlijst in en werden ze geïnterviewd. ‘Daaruit kwamen positieve resultaten’, geeft Hans aan. ’Zeventien deelnemers waren zeer tevreden en vonden de bril gebruiksvriendelijk. Zij wilden liever met een smart glass werken dan met papier. Een zestal had fysiek moeite met het werk. Iemand in een rolstoel bijvoorbeeld kan alleen op ooghoogte werken.’

“Mensen die moeite hebben met lezen, tellen en rekenen kunnen nu werk uitvoeren dat anders voor hen niet mogelijk zou zijn.”

Input voor optimalisatie en inzicht in inzetbaarheid

Uit de pilot bleek dat ervaren medewerkers zonder slimme bril langer over dezelfde taak doen, maar minder fouten maken. Die resultaten vormen waardevolle input om de instructies verder te optimaliseren. Andersom gaf de pilot Hans en zijn collega’s veel inzicht in de mogelijkheden van de technologie. ‘Met name voor mensen die moeite hebben met lezen, tellen en rekenen zagen we veel voordelen. Zij kunnen nu werk uitvoeren dat anders voor hen niet mogelijk zou zijn. Bovendien duurden de instructies slechts een kwartier, wat veel inwerktijd scheelt.’

Natuurlijke manier van leren bij HTC

HTC wil het project verlengen bij SMITZH-opvolger EDIH om nieuwe inzichten op te halen en meer ervaring op te doen met nieuwe software en werkprocessen. Stefan is benieuwd welke componenten er nog meer geschikt zijn voor hergebruik en of de software ook toepasbaar is voor assemblage- en onderhoudswerkzaamheden. ‘Maar het belangrijkst is dat we het werk voor onze engineers en monteurs makkelijker en leuker maken. Bijvoorbeeld door verschillende informatiestromen op een centrale plek op te slaan of door instructies op maat te maken. We gaan nu onderzoeken hoe we dat het beste kunnen doen.’

Bij Werkse! hogere inzet en zelfstandigheid

Bij Werkse! volgen nu gesprekken over het besluit om smart glasses in te zetten voor magazijnwerkzaamheden. Hans: ‘De vraag is nu of en hoe we ermee verdergaan. Wil iedereen het, wat kost het en levert het genoeg op?’ De afgeronde pilot voorziet die gesprekken van waardevolle input. ‘We weten nu dat technologie een deel van onze medewerkers kan helpen hun afstand tot de buitenwereld te verkleinen, en dat ze hierdoor makkelijker doorstromen naar een logistieke job op de reguliere arbeidsmarkt. Het lost hun fysieke beperking niet op, maar het verhoogt hun inzet en zelfstandigheid, en dat geeft ze meer zelfvertrouwen.’

Ben je benieuwd wat slimme ondersteunende technologieën voor jouw bedrijf en medewerkers kunnen betekenen? Lees meer over EDIH, het vervolg op SMITZH, of neem direct contact op met Jos Maccabiani om de mogelijkheden te verkennen. 

SMITZH en fieldlabs na 5 jaar sturend bij ontwikkelen, testen en implementeren innovatie

Eén centraal loket, een zestal fieldlabs als testfaciliteit in de regio en een grote groep aan ondernemers op zoek naar oplossingen. Het slotevent van SMITZH op 7 december bij Festo in Delft, brengt vijf jaar tot de kern: SMITZH is een succesvol programma. Het innovatieprogramma heeft meer dan 2350 bedrijven bereikt, 400 daarvan zetten een stap in digitalisering. Veel meer werknemers dan gehoopt hebben een opleiding in digitalisering gevolgd en zeven nieuwe opleidingen markeren Leven Lang Ontwikkelen. Tot slot is de regionale infrastructuur voor innovatie versterkt met een loket voor digitalisering en een achttal stabiele en veelgebruikte fieldlabs en skillslabs. Het door InnovationQuarter en TNO geleide SMITZH stopt, maar krijgt wel een direct vervolg in de EDIH, waarbij deze succesvolle aanpak wordt verbreed van de maakindustrie naar alle industriële bedrijven in Zuid-Holland.

Ontwikkelen, testen en implementeren

Gedurende 5 jaar maakte SMITZH een interessante ontwikkeling door. Het kernteam fieldlabinfrastructuur bestaande uit InnovationQuarter, TNOProvincie Zuid-Holland en de Metropoolregio Rotterdam Den Haag startte in 2017 een onderzoek of er behoefte was aan een programma dat digitalisering in de maakindustrie centraal stelt. Digitalisering echt op de kaart zetten samen met de praktijkomgevingen (fieldlabs), bedrijven en kennisinstellingen om doelgericht oplossingen te ontwikkelen, te testen en te implementeren.

Het antwoord was eenduidig: ja, die behoefte is er, en de bestaande fieldlabs en skillslabs vormen een goede basis voor een innovatieprogramma op digitalisering. De 6 fieldlabs Do IoTDutch Optics CentreDuurzaamheidsfabriekRAMLABRoboHouseSAM|XL en skills lab IoT Academy vormen de spil in het netwerk van SMITZH. Zo doet fieldlab RAMLAB onderzoek naar het 3D printen van grote metalen onderdelen, samen met bedrijven en academische instellingen. En binnen de kennislijn Mensgerichte Technologie werden oplossingen getest om personeel te ondersteunen bij assemblage of onderhoud op afstand.

Bij elkaar brengen van bedrijven

Doel van SMITZH is in de kern het bij elkaar brengen van bedrijven. Enerzijds bedrijven die een stap willen maken in digitalisering of die al een technologie in huis hebben, maar niet zo goed weten hoe verder. Anderzijds bedrijven die experts in huis hebben om die vragen op te lossen, maar nog niet per se de geschikte klanten kunnen vinden. Dit deed SMITZH met de fieldlabs en skillslabs, TNO en met het hbo (Haagse Hogeschool en Hogeschool Rotterdam), brancheverenigingen (FMEHi DeltaKoninklijke Metaalunie) en TU Delft.

De samenwerkende partijen hebben in een flexibel en klantgericht programma diverse manieren uitgeprobeerd om de bedrijven te ondersteunen en telkens geleerd van de ervaringen. Zo kon SMITZH de bedrijven steeds beter ondersteunen, wat ertoe heeft geleid dat er meer dan 400 bedrijven een kleine of grote stap in digitalisering hebben gezet (beoogd 243), en veel meer dan de beoogde 1000 werknemers, zij-instromers en studenten hun digitale skills hebben ontwikkeld in het kader van een leven lang ontwikkelen.

Anton Duisterwinkel, Programmamanager Implementatie (InnovationQuarter):

“SMITZH heeft veel bedrijven een stapje verder kunnen brengen. Ik ben trots op de samenwerking met de inmiddels bijna 20 partners in het consortium en dankbaar dat onze financiers ons de ruimte hebben gegeven om met elkaar die ondernemers steeds beter te kunnen ondersteunen. Super dat Provincie Zuid-Holland en het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat niet alleen SMITZH, maar samen met de EU ook de EDIH financieren!”

Lotte de Groen, Programmamanager Innovatie (TNO):

“We hebben ons 5 jaar lang ingezet voor het netwerk van en rond de maakindustrie. We hebben heel veel geleerd over wat wel werkt maar ook wat niet werkt. We weten nu dat het samenbrengen van bedrijven in peer2peer groepen heel veel energie oplevert en dat fieldlabs en kennisinstellingen bedrijven ook efficiënt kunnen helpen. Ik ben blij te zien dat dit soort inzichten niet verloren gaan maar de spil vormen in de EDIH.”

Start tenderronde EXSKALLERATE maakt roadmap mogelijk

Adoptatie exoskeletten verstevigt concurrentiepositie MKB
Kleine- en middelgrote bouwbedrijven en industriële productiebedrijven, waar zwaar lichamelijk werk tot ernstige gezondheidsproblemen leidt, kampen met uitval van personeel. Belemmerend voor medewerkers, alsook voor de concurrentiepositie van het MKB in Nederland en Europa. Deze bedrijven worden geholpen bij de toepassing van exoskeletten in het EXSKALLERATE-project. Vanaf nu start de aanbestedingsprocedure voor het opstellen van een roadmap. De ingediende voorstellen dingen mee in de procedure tot een bedrag van maximaal €65.000,-.

Een roadmap naar een toonaangevend ecosysteem voor exoskeletten

De ‘Roadmap and outlook for exoskeleton adoption in the North Sea Region’ – zoals de tender officieel heet – draagt bij aan het concurrentievermogen van het MKB en de gezondheid van werknemers door van de Noordzee-regio een toonaangevend ecosysteem voor exoskeletten te maken. De roadmap zicht op de voortzetting van belangrijke activiteiten en kennis na afloop van het project en op het bereiken van nieuwe regio’s en belanghebbenden.

Aan welke voorwaarden moet je voldoen?

  • Dien je voorstel vóór 28 november 2022, 10:00 uur in.
  • Onderteken het document door een functionaris die aantoonbaar wettelijk bevoegd is om namens de inschrijver op te treden.
  • Dien je voorstel per e-mail in.
  • Het document wordt in het Engels aangeleverd.
  • Het voorstel heeft een totale vaste prijs van maximaal €65.000 excl. BTW.

Het project start in december 2022 en duurt tot mei 2023. Alle informatie en aanvullende voorwaarden kun je teruglezen in dit document: Request for proposals EXSKALLERATE.

Wat is EXSKALLERATE?

Het EXSKALLERATE-project heeft tot doel de toepassing van exoskeletten in de Noordzee-regio te versnellen, de gezondheid op het werk te bevorderen, het concurrentievermogen van het MKB te vergroten en de regio om te vormen tot een wereldwijd toonaangevend ecosysteem van exoskeletten.

InnovationQuarter is penvoerder en werkt in dit project onder andere samen met TNO in Leiden, de Universiteit van Twente en andere kennispartners uit Noord-West Europa.

Meer informatie over het EXSKALLERATE-project? Neem contact op met Anton Duisterwinkel.

 
North sea region EXSKALLERATE

Zoek jij expertise? De SMITZH inventarisatievoucher is weer verkrijgbaar!

Ondersteuning nodig  bij het verder brengen van jouw digitaliseringsvraagstuk? Of heb je een hulpvraag en zoek je daarvoor (externe) expertise? Met een SMITZH inventarisatievoucher ter waarde van maximaal €5.000 is die hulp dichterbij dan je denkt. Samen met de expert zoeken we uit wat de beste business case is en stellen we een praktisch plan op om te komen tot toepassing. 

Wellicht spelen de volgende vragen bij jou:

  • Hoe kan ik met hetzelfde personeel meer produceren?
  • Hoe zorg ik dat mijn klant meer tevreden is (over kwaliteit, levertijd, kosten)?
  • Hoe kan ik met behulp van machinedata mijn productie optimaliseren?

Wij zijn SMITZH (Smart Manufacturing Industriële Toepassing Zuid-Holland), de Smart Industry Hub van Zuid-Holland. Wij brengen vraag en aanbod lokaal bijeen om de praktische toepassing van slimme technologieën te bevorderen. Denk hierbij aan robots, 3D-printen en sensoren. Slimme maaktechnologieën waarmee je sneller, goedkoper en efficiënter kunt produceren.

Technologische maakbedrijven uit de regio Zuid-Holland die aan de slag willen met het digitaliseren en automatiseren van hun productie kunnen een duwtje in de rug krijgen met een voucher.

Wat is een inventarisatievoucher? 

Ben jij een MKB-ondernemer en kamp je onder andere met bovenstaande vragen? De inventarisatievoucher zorgt ervoor dat we problemen inzichtelijk maken, een praktisch plan opstellen en deze tot uitvoering brengen. Aan de hand van jouw hulpvraag schakelen wij direct met een expert!

Je kunt subsidie krijgen als:

  1. Je werkt binnen een mkb-onderneming met vestiging in de provincie Zuid-Holland.
  2. De aanvraag bijdraagt aan het bevorderen van de toepassing van digitale technieken in de maakindustrie in de Provincie Zuid-Holland.

Meer informatie over de voorwaarden kun je aanvragen via het contactformulier onderaan deze pagina.

Praktisch plan in een whitepaper

SMITZH heeft in samenwerking met VORtech, Ureason, InnovationQuarter en Airborne een praktische case opgesteld. Centraal staat de Automated Laminating cel van Airborne Composites Automation. Daarmee worden halffabricaten voor hoogwaardige composiet onderdelen gemaakt. In dit whitepaper zoeken we uit welke vervolgstappen nodig zijn om data uit machines en machine learning te gebruiken om processen te optimaliseren.

Download hier GRATIS het whitepaper en ontdek wat als voorbeeld kan dienen voor jouw voucheraanvraag.

Tot wanneer kan ik een aanvraag indienen? 

De voucherregeling is recent geopend. Op=op. De uiterste datum voor de aanvraag van een voucher is 1 november 2022.

Aanvraagprocedures

De vouchers worden bekostigd vanuit verschillende instanties met elk hun eigen procedures.
Hier vind je de benodigde informatie.

Toets op een laagdrempelige manier of jouw bedrijf in aanmerking komt voor een voucher en krijg hulp bij de aanvraag.

Meld je aan voor een (vrijblijvend) gesprek

 

VandeGrijp: inspirator op het gebied van robotisering en digitalisering

Automatisering van processen en de inzet van robots in de maakindustrie zijn cruciaal. Zowel in de strijd tegen personeelstekorten als in het verkrijgen van betere kwaliteit tegen lagere kosten. Ook staalbedrijf VandeGrijp speelt daar met de aanschaf van een las- en snijrobot op in. Maar hoe zorg je er nou voor dat de robot uiteindelijk niet staat te verstoffen in de hoek? SMITZH sprak erover met directeur Paul Nederlof in het kader van de Drechtsteden Innovatie Roadmap Smart Manufacturing. Hij vertelt over de inzet van de robot en hoe hij door middel van digitalisering de bedrijfscultuur- en processen probeert te transformeren.

VandeGrijp maakt buizen, cilinders, conussen en schalen van stalen platen voor de (inter)nationale on- en offshore markt. Die platen rolt het bedrijf in een wals om ze vervolgens dicht te lassen. Een essentieel onderdeel van de productie bij VandeGrijp is dus het lasproces. Nederlof: “Lassen neemt veel tijd in beslag en is foutgevoelig, omdat we pas achteraf kunnen controleren of het goed is gegaan. Mocht er tijdens het lassen iets fout zijn gegaan, ben je uren bezig om je fout te herstellen. Dan is je marge direct weg.

Een aantal jaren geleden kwam ik bij een staalleverancier terecht die een lasrobot van Valk Welding gebruikte voor snijwerk. Dat zag er zo goed uit dat ik meteen besloot om er ook een voor ons bedrijf aan te schaffen. Tot nu toe hebben we de robot vooral ingezet voor het branden van gaten in zeer grote buizen. We willen hem de komende tijd ook proberen meer in te zetten voor laswerk.”

VandeGrijp wil de lasrobot vaker inzetten

Over VandeGrijp

Het hoofdkantoor van VandeGrijp ligt in Papendrecht. Het bedrijf telt in totaal 50 medewerkers die op een oppervlakte van 8000 m2 werken aan grote stalen constructies die onder meer gebruikt worden als funderingen voor kranen op schepen en ladingtanks voor de opslag van vloeibaar gas. VandeGrijp is gespecialiseerd in het maken van buizen en buisconstructies.

Nederlof: “We lassen voornamelijk onder poederdek, dat noemen we ook wel gemechaniseerd lassen. We maken buizen variërend van 500 tot 10.000 mm diameter. Op dit moment zijn we bezig met een project waarbij de diameter 8.700 mm is. Dat is wel echt een uitdagende klus. Hoe dikker het staal, des te maatgevender is het lasproces voor de doorlooptijd. Bovendien komen de marges in gevaar bij te veel afkeur in dit proces,. Zeker met de huidige inkoopprijzen van staal. We zijn daarom aan het kijken hoe de lasrobot ons bij de meer uitdagende lasprojecten kan ondersteunen. In de ideale wereld zou mijn klant zijn parameters en de wensen qua buissoort- en dikte zelf invullen via de website. Op die manier zou de lasrobot direct aangestuurd kunnen worden en is de kans op fouten nihil.”

Het uiteindelijke doel van VandeGrijp is om de kosten onder controle te krijgen en verder te verlagen door onder andere de inzet van de lasrobot. “Je wilt je prijzen kunnen verlagen om competitief te blijven. ”

Nederlof: “Bij te veel of grote fouten en afkeur in het lasproces komen de marges in gevaar. Zeker met de huidige inkoopprijzen van staal.”

Automatisering en digitalisering via QRM

De maakindustrie is continu in beweging. Om de concurrentiepositie te behouden en het bedrijf toekomstbestendig te maken, focust Nederlof met VandeGrijp naast robotisering ook op het verbeteren van bedrijfsprocessen door middel van digitalisering. “We moeten sneller en flexibeler kunnen reageren op de markt.” De afgelopen acht jaar is hij intensief bezig geweest om de bedrijfscultuur te transformeren en samenwerking tussen medewerkers te verbeteren om dit voor elkaar te krijgen. VandeGrijp is lid van ondernemersorganisatie FME en maakt gebruik van oZone, een opleidingsplatform voor technische bedrijven met als doel om personeel zich verder te laten ontwikkelen.

Nederlof: “Sinds mijn aanstelling ben ik samen met medewerkers bezig het bedrijf elke dag beter te maken. Dat doen we volgens de Quick Response Manufacturing (QRM)-methode. Dit houdt in dat we ons vooral richten op het verbeteren van de doorlooptijden van het productieproces. Zo hebben we onder andere de urenregistratie gedigitaliseerd. Op tablets registreren collega’s dan ook hoeveel tijd ze kwijt zijn aan specifieke productieprocessen, administratie en logistiek. Maar ze registreren ook het aantal niet-productieve uren om nieuwe projecten steeds efficiënter op te pakken. Op die manier kunnen we precies zien waar elke collega zijn of haar tijd aan besteedt en waar winst te behalen valt.”

VandeGrijp wil hierin verder doorontwikkelen en werkt nu aan vervolgstappen, bijvoorbeeld om kwaliteit te kunnen monitoren.

bij vandeGrijp op de werkplaats

Zonder wrijving geen staal

Waar veranderingen in een organisatie plaatsvinden, ontstaat soms wrijving. Nederlof was zich daar vanaf het begin van zijn aanstelling van bewust. “Het kost tijd om je mensen mee te krijgen. Je moet geduld hebben en zorgen dat elke stap in het verbeteringsproces goed gecommuniceerd wordt. Het is vooral belangrijk om aandacht te besteden aan het individu en te kijken waar een medewerker blij van wordt. Maandelijks voeren we dan ook gesprekken met collega’s om te inventariseren waar ze energie van krijgen. Ze kunnen cursussen volgen en we stimuleren hen om zichzelf te scholen door middel van leerprogramma’s op de tablets. Als een collega even niets te doen heeft, kan hij of zij zichzelf op die manier ontwikkelen.”

Of dit gemakkelijk gaat? Nederlof: “Niet altijd. Het is lastig om medewerkers gemotiveerd te houden om zich te ontwikkelen. Daar hebben we nog wel wat werk aan de winkel.”

Nederlof is desalniettemin trots op hoe collega’s meebewegen. “We hebben ontzettend veel geleerd van elkaar. We zijn als organisatie volwassener geworden. Een echte omslag zie je terug in de werkvoorbereiding. Toen ik net begon, wilden we uit enthousiasme nog weleens te snel starten met projecten terwijl belangrijke informatie nog ontbrak. Hier heb ik erg op gehamerd. We starten nu geen projecten meer voordat alle gegevens en papieren voorhanden zijn. Dat scheelt heel veel gedoe tijdens het productieproces.” Het bedrijf omarmt nieuwe technologieën zoals de lasrobot steeds meer en de werknemers zien de voordelen ervan ook concreter worden. We proberen het inzetten van de robot steeds meer in de denkprocessen van de werknemers te krijgen.”

Bij VandeGrijp op de werkplaats

 

Positieve toekomst

Dat de nieuwe werkwijze binnen VandeGrijp zijn vruchten afwerpt, blijkt volgens Nederlof uit de positieve cijfers. “De lasrobot heeft zichzelf al terugverdiend. Dat is fijn om te zien. De komende jaren focussen we ons nog meer op het automatiseren van processen. En we kijken nog beter hoe we fouten in het lasproces kunnen voorkomen. Een voorbeeld daarvan is dat we het staal nu altijd voorverwarmen voor het lasproces om vervorming tegen te gaan.

Daardoor voorkomen we fouten aan de voorkant en dekken we risico’s in. We zien de toekomst met mogelijk nieuwe samenwerkingen met partners in de regio dan ook met vertrouwen tegemoet.”

Heb jij een bedrijf in de maakindustrie en wil je graag weten hoe digitalisering jouw productieproces en marges kan verbeteren? Neem dan contact op met Jan Terlingen.

SEW Eurodrive over lean werken: ‘kwestie van niet wachten, niet lopen, niet zoeken’

Elk jaar op een duurzamere manier meer omzet draaien met minder voorraden en op een kleiner bedrijfsoppervlak. SEW Eurodrive, leverancier van aandrijf- en besturingsproducten uit Rotterdam doet het. Hoe? Door elk jaar alle bedrijfsprocessen nauwkeurig onder de loep te nemen en verspillingen te elimineren. Deze lean-methode zit in het DNA van SEW Eurodrive. Directeur Ton Verschuren vertelt hoe het bedrijf de afgelopen jaren alsmaar blijft groeien dankzij deze efficiënte werkmethode. SMITZH sprak erover met hem: “Het is simpel gezegd een kwestie van “niet wachten, niet lopen, niet zoeken.”

SEW Eurodrive is een inspirator voor maakbedrijven die hun bedrijfsprocessen willen verbeteren en tegelijkertijd kosten willen reduceren. De lean-methode past uitstekend bij de filosofie van het bedrijf, maar sluit ook naadloos aan op de modulaire wijze waarop het producten maakt. De modulaire systemen werken als een soort legostenen: de onderdelen zijn los te gebruiken op diverse producttypes, waardoor het bedrijf in korte tijd een heleboel nieuwe unieke producten kan ontwikkelen.

Lean werken: one piece flow-principe

Om de klant zo snel mogelijk van deze producten te voorzien – de gemiddelde levertijd is nu drie dagen – hanteert SEW het one-piece-flow-principe. Volgens Ton Verschuren kent deze methode enkel voordelen: “Als de klant tien producten bestelt, maken we er tien keer één. Dat noemen we one-piece-flow. Dit kent geen nadelen als de werkplek hierop is ingericht. Je bent telkens met één product bezig en hebt vrijwel geen voorraad nodig. Een werkplek waar je tien producten per keer moet ontwikkelen neemt bovendien veel ruimte in beslag. Zo werk je dus én compacter én sneller. Dit zorgt ervoor dat een medewerker minder hoeft te lopen en dat als hij een fout maakt, hij deze maar één keer maakt in plaats van tien keer. Het is dus ook kostenbesparend.”

“Met het one-piece-flow-principe hoeft een medewerker minder te lopen. Zo werkt hij dus compacter en sneller. En het is ook nog eens kostenbesparend”, aldus Ton Verschuren van SEW Eurodrive.

Over SEW Eurodrive

SEW Eurodrive is een Duits bedrijf met meer dan 20.000 medewerkers en vestigingen in 55 landen. In Nederland is ze actief over 5 lokale vestigingen, verspreid door het hele land. Het hoofdkantoor van het Duitse maakbedrijf is gevestigd in Rotterdam. Het bedrijf is actief in vrijwel alle branches waar beweging vereist is. Van bagagebanden op Schiphol en achtbanen in attractieparken tot bierbrouwerijen, de mijnbouw en de automotive branche. SEW onderscheidt zich door de leveringsbetrouwbaarheid. Verschuren vertelt: “Ons product is over de hele wereld hetzelfde, maar door het legosysteem zijn er een heleboel varianten van te maken. Iedereen kan ermee werken. We ademen dezelfde filosofie in 15 landen waar onze fabrieken zitten en zorgen ervoor dat de leveringen soepel en op tijd verlopen. Dat maakt ons uniek in de markt.”

Communicatielijnen: kort en efficiënt

Om elke klant zo goed mogelijk te bedienen, heeft SEW veel tijd en energie gestoken in het verbeteren van de communicatie, zowel intern als extern. Dat doen we door op elke afdeling te onderzoeken hoe de communicatielijnen lopen en waar ruis ontstaat. Verschuren: “Vaak zit het in de informatievoorziening naar de mensen toe. Het komt weleens voor dat collega’s intern niet bij de juiste documenten kunnen om de klant goed te adviseren. We hebben deze situaties geanalyseerd en de communicatiestromen verbeterd. Om dit proces zo optimaal mogelijk in te richten, moet je zorgen dat de mensen – met de juiste kennis en ervaring – op het goede moment in het traject aan tafel zitten.”

“Dit proces groeit met het bedrijf mee. Vaak hebben bedrijven een visie en een missie met kernwaarden en dan gaan ze toekomstplannen bedenken. Wij hebben deze werkethos gaandeweg ingericht door te optimaliseren en te anticiperen. Dat is een andere instelling. We onderzoeken op elke afdeling waar gezocht, gewacht en gelopen wordt en gaan vervolgens aan de slag om te kijken waar we zaken kunnen aanpassen.”

Statusupdates werkproces: rood, oranje, groen licht

Binnen SEW Eurodrive is transparantie een groot goed. Medewerkers hebben aan één blik genoeg. Dat komt door de efficiënte inrichting van het bedrijfsproces. Verschuren:
“Wij sturen de werkplekken aan op basis van starttijden van de order, niet de leverdatum. We kunnen in één oogopslag zien wat de status is. Als een collega later met de order start dan de afgesproken leverdatum, brandt er een rode lamp boven het bureau. Is hij met een order bezig dat vandaag gemaakt moet worden, schijnt er een oranje lamp. En als de collega bezig is met een order dat morgen gestart moet worden, brandt er een groene lamp.

Door te kijken naar starttijd in plaats van leverdatum hebben we nog tijd om in te grijpen en prioriteiten te veranderen. Deze manier van werken voorkomt dat we moeten checken of een medewerker met het juiste bezig is.”

Positieve resultaten dankzij lean werken

Dat lean voor SEW Eurodrive een succesformule is, blijkt wel uit de positieve resultaten die het bedrijf elk jaar kan tonen. Dankzij de efficiënte werkmethode kwamen een aantal besparingen aan het licht. Zo bleek dat het bedrijf bijna 20 procent van de bedrijfsoppervlakte kon besparen vanwege de one-piece-flow-methode en het verminderen van de bevoorrading. Het aantal medewerkers dat nodig was om de producten te ontwikkelen werd meer dan gehalveerd. Ton Verschuren: “Dat komt omdat we door de jaren heen een aantal processen hebben gedigitaliseerd, waardoor er minder personeel nodig was.”

Ontstaansgeschiedenis van SEW Eurodrive

In elke branche waar beweging is, is SEW aanwezig. Elk apparaat dat op elektriciteit werkt, moet worden aangedreven. Deze aandrijvingsproducten produceert SEW Eurodrive. Hiervoor hanteert het een modulair systeem.

Een aanpak die oprichter Ernst Blickle in 1945 al bij SEW beoefende. De markt had behoefte aan aandrijvingen die voldeden aan de speciale eisen van verschillende industriële sectoren en productieprocessen. Voor die tijd konden dit soort klantspecifieke tandwielkast-motorcombinaties alleen tegen extreem hoge kosten worden gerealiseerd. De oplossing was een modulair systeem van reductoren en motoren die flexibel en voordelig te combineren waren.

Heb jij een bedrijf in de maakindustrie en wil je graag weten hoe digitalisering jouw productieproces en marges kan verbeteren? Neem dan contact op met Jan Terlingen.

Kansen over de grens? De meerwaarde van internationaliseren

Nederland staat bekend als belangrijk exportland, zeker als het gaat om hightechbedrijven. “Mkb’s, startups en scale-ups in deze sector zijn al snel actief in het buitenland”, vertelt Marit Kuypers, Senior Projectmanager Internationalisering High Tech bij SMITZH. “De Nederlandse markt is relatief klein en de producten zijn zo innovatief dat de sector uitdagingen én kansen voor zichzelf creëert over de grens.” Ze vertelt welke dat zijn en hoe SMITZH helpt om die kansen optimaal te benutten.

Hightechtoepassingen vind je in alle sectoren. Denk aan medische apparatuur, robots in kassen en 3D-printers voor bouwmateriaal. De hightechbedrijven die Marit op weg helpt, ontwikkelen specialistische producten voor specifiek de technologische industrie. Ze maken bijvoorbeeld software voor de aansturing van drones, een robot die een defect in een machine detecteert of een toepassing die enorme datastromen uit satellieten omzet in bruikbare en overzichtelijke grafieken.

De meerwaarde van internationaliseren

Als projectmanager helpt Marit mkb’s, startups en scale-ups in de hightechsector de buitenlandse markt te betreden. Of, als ze daar al actief zijn, de meerwaarde van hun internationale activiteiten te vergroten.

Het buitenland kent een groot concurrentiespeelveld. Dat is een uitdaging, maar ook een kans die zeker voor hightechbedrijven interessant is. Marit: “Om in dat speelveld overeind te blijven, moet je vooruitstrevend, vernieuwend en flexibel zijn. Anders kiest de klant een leverancier dichter bij huis. Uit onderzoek blijkt dat bedrijven die internationaal opereren innovatiever zijn: het houdt je scherp.” En die innovatiekracht is voor hightechbedrijven een van de belangrijkste speerpunten.

Risicospreiding

Een andere belangrijke reden voor hightechbedrijven om internationaal te gaan is risicospreiding.

“Door je te richten op meerdere afzetmarkten verklein je de afhankelijkheid van schommelingen in specifieke marktgebieden. Op die manier creëer je meerdere geldstromen. Als de een opdroogt, heb je nog steeds voldoende toevoer.”

De uitdagingen van internationaliseren

“De stap over de grens kent ook zijn eigen risico’s”, waarschuwt Marit. “Het vergt een flinke investering, zowel in geld als in tijd en energie. Je moet een nieuw netwerk opbouwen en jezelf zichtbaar maken bij klanten die jou nog niet kennen. Internationale uitbreiding gaat het hele bedrijf aan, dus iedereen moet op tijd zijn aangehaakt, van de ICT tot logistiek en financiën. Want de productie en de systemen moeten die extra vraag straks wel aankunnen.” Ze raadt bedrijven daarom aan vooraf te inventariseren of ze dat risico kunnen dragen.

Wetten en claims

In het buitenland heb je bovendien te maken met andere wetgeving dan in Nederland.

Marit adviseert ondernemers deze risico’s goed in kaart te brengen. “Je kunt je tegen dergelijke zaken verzekeren. Maar als de risico’s voor je bedrijf zo groot zijn, moet je je vooraf afvragen of je de stap wel moet zetten. Met een claim die verkeerd uitpakt, kan je bedrijf in één klap failliet gaan.”

“Wil je hightechgoederen exporteren, controleer dan eerst goed of levering wel is toegestaan in dat land”, adviseert Marit. “Soms heb je bepaalde exportvergunningen nodig. Ook loop je in bepaalde landen het risico op wanbetaling: dat er maar gedeeltelijk betaald wordt, maar je al wel volledig hebt geleverd.”

Bewustwording

Vervolgens is het van belang om na te denken over de levering. “Kun je het vervoeren? Verzorg je de installatie ter plaatse zelf of besteed je dat uit? Wat zijn de servicevoorwaarden en kun je die garanderen?” Marit spoort ondernemers aan om zulke aspecten vooraf in kaart te brengen. “Daarmee creëren we bewustwording. Zodra dat inzicht er is, bieden we de organisatorische ondersteuning om de stappen succesvol uit te voeren.”

Marit Kuypers helpt je bij het internationaliseringsproces

Business development

Daarnaast is het voor hightechbedrijven essentieel om voldoende aandacht te besteden aan business development. “Kennis van sales en marketing is onmisbaar voor een succesvolle stap over de grens”, zegt Marit. “Klanten stellen hoge eisen aan hun leveranciers, zeker als die uit het buitenland komen. Je kan je als bedrijf goed profileren door in te spelen op de zorgen van je afnemer, bijvoorbeeld door het bieden van extra service of training van hun personeel.”

Scherpe propositie

Tot slot adviseert ze om aan bestaande en potentiële klanten te vragen waar zij tegenaan lopen. “Voor een scherpe propositie is het van belang te weten welk probleem je voor je klant oplost. Op basis van de gesprekken blijkt nog weleens dat het nodig is het product aan te passen. Dat is de investering altijd waard, want het gaat in deze sector niet om kleine bedragen.”

De support van SMITZH

Met verschillende activiteiten en programma’s zoals beursbezoeken en handelsmissies helpt SMITZH, vaak samen met partnerorganisaties als RVO, bedrijven in iedere fase van het internationaliseringsproces. Marit: “Ik stel vooral veel vragen: op welke markten zie je kansen voor jouw bedrijf, welke klanten wil je bedienen, wat bied je ze en waarin ben jij anders dan je concurrenten? Het is vaak een hele reis om de onderscheidende factor te achterhalen.”

“We zijn je vraagbaak en wijzen je op voor jou relevante activiteiten en zaken als subsidies, lokale wetten en de prijsstelling ten opzichte van de lokale markt. En we attenderen je op organisatorische aspecten waar je zelf snel overheen kijkt.”

Maar ze trekt ook een grens in haar rol. “We stellen vragen, geven kosteloos advies en koppelen je aan relevante contacten in ons internationale netwerk, maar uiteindelijk moet je als ondernemer zelf in dat vliegtuig stappen.”

Haar belangrijkste advies? “Ken je markt, je klanten én jezelf. Uitgebreid marktonderzoek is het allerbelangrijkst. Zo zie je wat jou en je product uniek maakt, en dat is juist in het buitenland noodzakelijk.”

Marit Kuypers

Marit Kuypers

Senior Projectmanager Internationalisering High Tech

06 14 78 7499

European Digital Innovation Hubs versnellen digitalisering bij meer dan 3.500 Nederlandse MKB-bedrijven

In heel Europa worstelt het MKB met de toepassing van belangrijke maar complexe digitale technologieën als AI, robotisering en 3D printen. De concurrentiepositie en economische groei staat hierdoor onder druk. Op woensdag 29 juni geeft Minister van Economische Zaken en Klimaat Micky Adriaansens het startschot voor de oprichting van vijf ‘European Digital Innovation Hubs’ in Nederland die deel gaan uitmaken van een nieuw Europees netwerk. “Met de oprichting van deze hubs werkt het ministerie nauw samen met provincies, regionale ontwikkelingsmaatschappijen en branche- ,netwerk en onderwijsorganisaties, zodat in de komende drie jaar meer dan 3.500 bedrijven en 200.000 mensen zullen worden ondersteund bij het toepassen van nieuwe digitale technologieën,” aldus Adriaansens. “Daarmee willen we bereiken dat de rol van het MKB als motor van de economie ook in de toekomst behouden blijft.” De oprichting van de vijf hubs wordt mogelijk gemaakt dankzij een investering van 28 miljoen Euro door de Europese Commissie, het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat en een aantal provincies.

SMITZH-EDIH helpt versnellen digitalisering binnen MKB

Digitalisering Europese MKB bedrijven niet snel genoeg

Digitalisering is inmiddels de spil van de innovatiestrategie van het bedrijfsleven. De inzet van technologieën zoals AI, het Internet of Things, of 3D-printen zijn in opkomst. Waar grote bedrijven hierin stevig investeren, is dit voor de Midden- en Kleine Industrie (MKI) bedrijven lastiger.

Ook in andere Europese landen speelt deze ontwikkeling. De Europese Unie heeft daarom besloten een Europees netwerk op te richten dat MKB bedrijven helpt met het ontdekken en testen van digitale technologieën, het opdoen van digitale vaardigheden en het helpen verkrijgen van financiering om deze technologieën in MKB bedrijven te implementeren. In Nederland is gekozen om vijf van deze ‘European Digital Innovation Hubs’, of EDIH’s, op te richten zodat heel Nederland door een EDIH wordt gefaciliteerd. Door Europese samenwerking kunnen de beste voorbeelden uit Europa als inspiratie dienen voor Nederlandse bedrijven, hebben Nederlandse bedrijven gemakkelijk toegang tot unieke kennis in andere landen en kunnen onze koplopers zich profileren op een Europees podium.

Voortzetting Smart Industry Hubs

Op dit moment wordt vergelijkbare ondersteuning geboden aan Nederlandse bedrijven via de zogenaamde ‘Smart Industry Hubs’. Deze vijf regionale steunpunten, gericht op MKB bedrijven in de maakindustrie, hebben dan ook model gestaan voor de vijf nieuwe Nederlandse EDIH’s. De EDIH’s gaan vanaf het vierde kwartaal van 2022 aan de slag om bedrijven in een groot aantal economische sectoren te ondersteunen bij de digitale transformatie van hun bedrijfsvoering. De Nederlandse EDIH’s hebben ieder een eigen regionale focus en expertise en maken deze expertise via elkaars netwerk in heel Nederland beschikbaar.

 

u kunt nog altijd terecht bij SMITZH

Bedrijven in de Zuid-Hollandse maakindustrie kunnen nog tot eind 2022 terecht bij het SMITZH-programma.

Zuid-Holland aan de slag met EDIH-SMITZH

De EDIH in Zuid-Holland is een initiatief van InnovationQuarter en de Technische Universiteit Delft en wordt financieel ondersteund door provincie Zuid-Holland, het ministerie van Economische Zaken en Klimaat en de Europese Unie. Bij de ondersteuning van bedrijven wordt samengewerkt met regionale  onderwijsinstellingen voor beroeps- en hoger onderwijs en tal van andere relevante organisaties zoals brancheverenigingen, fieldlabs en reeds bestaande innovatieprogramma’s.

EDIH-SMITZH zal in Zuid-Holland de partij zijn die bedrijven ondersteunt bij de inzet van digitale technologie. In de periode tot 2025 ligt de focus op bedrijven in de maakindustrie, in de glastuinbouw en in het havengebied. Meindert Stolk, gedeputeerde voor Economie en Innovatie licht dit toe: “Dit zijn drie van de sterke economische sectoren in Zuid-Holland waar tegelijk een grote druk ligt om de bedrijfsvoering sneller te digitaliseren. Of het nu gaat om energiezuiniger werken, meer doen met minder mensen of het blijven leveren van hogere kwaliteit: digitalisering speelt hierin altijd een sleutelrol.” In Zuid-Holland zijn tegelijkertijd ook koplopers in digitale technologieën aanwezig, zoals op het gebied van AI, cybersecurity, Internet of Things en XXL-schaal robotica en 3D-printen. Zij kunnen hun expertise via het EDIH-netwerk gemakkelijk beschikbaar maken in heel Europa en werken hierdoor internationaal aan een sterkere concurrentiepositie.

EDIH-SMITZH bouwt voort op het succesvolle programma SMITZH, dat sinds 2017 de Zuid-Hollandse maakindustrie ondersteunt in hun digitalisering. Bedrijven in de Zuid-Hollandse maakindustrie kunnen nog tot eind 2022 terecht bij het SMITZH-programma, waarna het stokje door EDIH-SMITZH wordt overgenomen. Stolk is verheugd dat er met EDIH-SMITZH een goed vervolg komt op SMITZH, dat al meer dan 600 MKB-bedrijven in Zuid-Holland heeft bereikt. “EDIH-SMITZH zal nieuwe kansen bieden op het gebied van cybersecurity en AI en het aantal Fieldlabs en Skills Labs in het netwerk vergroten. Prachtig dat EDIH-SMITZH zich daarbij gaat richten op een bredere doelgroep binnen het MKB met ook focus op de glastuinbouw en de haven naast de maakindustrie en er ook meer kansen liggen voor Europese samenwerking.”

[av_iq_teammember name=’16481 – Anton Duisterwinkel’ description=’

Wat kunnen wij voor u betekenen?

Neem gerust contact met ons op.’ font_color=” custom_title=” custom_content=” custom_class=” template_class=” av_uid=’av-wo2cwd’ sc_version=’1.0′][/av_iq_teammember]

‘Op weg naar Smart & Sustainable Manufacturing’

Binnen het SMITZH netwerk mogen we een nieuwe lector verwelkomen. Jenny Coenen hield op 8 juni haar intreerede als lector Smart Sustainable Manufacturing binnen het kenniscentrum Digital Operations & Finance aan De Haagse Hogeschool.

Het afgelopen jaar heeft ze met haar team diverse onderzoeksprojecten gedefinieerd en allerlei zaken opgestart, waaronder delen van het SMITZH project. Jenny maakt zich binnen SMITZH sterk voor het ontwikkelen van een “Factory-as-a-Service” in Zuid-Holland: een concept waarin bedrijven met elkaar slim samenwerken en flexibele productiecapaciteit delen. Ook introduceert ze een alternatieve manier voor maakbedrijven om kennis te maken met Smart Manufacturing. Bijvoorbeeld door het bieden van de mogelijkheid om met Augmented Reality te experimenteren.

Jenny Coenen voorgesteld op Haagse Hogeschool

V.l.n.r. John Bolte, Lector Smart Sensor Systems en Leading lector / Directeur Kenniscentrum Digital Operations & Finance. Nellie van de Griend, Directeur faculteit TIS (Technologie, Innovatie & Samenleving). Steven van den Berg, lector Fotonica. Jenny Coenen, lector Smart Sustainable Manufacturing. Hans Camps, lid College van Bestuur

“Al ons onderzoek is gedreven door vragen vanuit de praktijk. Ik houd mijn ene oog gericht op de ontwikkelingen die er in de academische wereld spelen. En mijn andere oog op de dagelijkse problematiek van bedrijven.”

Relevant voor studenten

Die twee stromen wil ik bij elkaar brengen. Daarnaast wil ik studenten in aanraking brengen met smart sustainable manufacturing in een wat beschermde setting. We bouwen in Delft een Re-Manufacturing Lab. Samen met studenten proberen we daar dingen uit die we in een productieomgeving niet kunnen doen. Het duurzaamheidsprobleem is daarbij zo urgent, dat ik daar niet op praktijkvragen kan wachten, maar alvast wil anticiperen op de vragen die gaan komen.”

Uit elkaar halen

In het Re-Manufacturing Lab gaan Jenny en haar team voorlopig alleen de-assembleren. Uit elkaar halen. “Het aantal digitaliseringsstappen is dan precies hetzelfde, maar we dragen wel gelijk veel meer bij aan het hergebruik van materialen. Ik kan vergezichten schetsen op nieuwe businessmodellen in de smart manufacturing. Die zijn heel belangrijk en moeten er ook komen. Maar ik doe liever dingen die wat meer handelingsperspectief bieden voor studenten en het bedrijfsleven.”

Directeur-eigenaar

Generaliserend ziet Jenny Coenen de meeste kansen voor smart en sustainable manufacturing bij bedrijven met een directeur-eigenaar. “Die bedrijven zien de noodzaak van maatschappelijk verantwoord ondernemen. Als het gaat om de automatiseringskant maken ze vaak andere keuzes dan andere bedrijven. Eerst zorgen dat je een goede werkgever bent en daar je hele proces omheen bouwen. Als je zo’n duidelijke visie hebt, kun je in andere richtingen doorontwikkelen. Die bedrijven zetten eerder stappen om duurzaam te worden.”

“Kunnen wij het maken?”

De intreerede had als titel ‘Kunnen we het maken?’. Een titel met een dubbele bodem. “Aan de ene kant zit er de vraag in: wat kunnen we en wat zouden we meer moeten weten? Aan de andere kant de meer ethische vraag: zijn we eigenlijk wel met de goede dingen bezig? Moeten we niet met nog meer urgentie bezig gaan met de circulaire maakindustrie? Ik hoop dat de mkb-bedrijven uit mijn intreerede halen dat we oog hebben voor hun problematiek.”

Dit artikel is een bewerking van dit interview.

De intreerede terugkijken kan hier.

Geïnteresseerd in samenwerken, Factory-as-a-Service of experimenteren met Augmented Reality? Neem contact op met Jenny via j.m.g.coenen@hhs.nl.