Tag Archief van: robotica

VandeGrijp: inspirator op het gebied van robotisering en digitalisering

Automatisering van processen en de inzet van robots in de maakindustrie zijn cruciaal. Zowel in de strijd tegen personeelstekorten als in het verkrijgen van betere kwaliteit tegen lagere kosten. Ook staalbedrijf VandeGrijp speelt daar met de aanschaf van een las- en snijrobot op in. Maar hoe zorg je er nou voor dat de robot uiteindelijk niet staat te verstoffen in de hoek? SMITZH sprak erover met directeur Paul Nederlof in het kader van de Drechtsteden Innovatie Roadmap Smart Manufacturing. Hij vertelt over de inzet van de robot en hoe hij door middel van digitalisering de bedrijfscultuur- en processen probeert te transformeren.

VandeGrijp maakt buizen, cilinders, conussen en schalen van stalen platen voor de (inter)nationale on- en offshore markt. Die platen rolt het bedrijf in een wals om ze vervolgens dicht te lassen. Een essentieel onderdeel van de productie bij VandeGrijp is dus het lasproces. Nederlof: “Lassen neemt veel tijd in beslag en is foutgevoelig, omdat we pas achteraf kunnen controleren of het goed is gegaan. Mocht er tijdens het lassen iets fout zijn gegaan, ben je uren bezig om je fout te herstellen. Dan is je marge direct weg.

Een aantal jaren geleden kwam ik bij een staalleverancier terecht die een lasrobot van Valk Welding gebruikte voor snijwerk. Dat zag er zo goed uit dat ik meteen besloot om er ook een voor ons bedrijf aan te schaffen. Tot nu toe hebben we de robot vooral ingezet voor het branden van gaten in zeer grote buizen. We willen hem de komende tijd ook proberen meer in te zetten voor laswerk.”

VandeGrijp wil de lasrobot vaker inzetten

Over VandeGrijp

Het hoofdkantoor van VandeGrijp ligt in Papendrecht. Het bedrijf telt in totaal 50 medewerkers die op een oppervlakte van 8000 m2 werken aan grote stalen constructies die onder meer gebruikt worden als funderingen voor kranen op schepen en ladingtanks voor de opslag van vloeibaar gas. VandeGrijp is gespecialiseerd in het maken van buizen en buisconstructies.

Nederlof: “We lassen voornamelijk onder poederdek, dat noemen we ook wel gemechaniseerd lassen. We maken buizen variërend van 500 tot 10.000 mm diameter. Op dit moment zijn we bezig met een project waarbij de diameter 8.700 mm is. Dat is wel echt een uitdagende klus. Hoe dikker het staal, des te maatgevender is het lasproces voor de doorlooptijd. Bovendien komen de marges in gevaar bij te veel afkeur in dit proces,. Zeker met de huidige inkoopprijzen van staal. We zijn daarom aan het kijken hoe de lasrobot ons bij de meer uitdagende lasprojecten kan ondersteunen. In de ideale wereld zou mijn klant zijn parameters en de wensen qua buissoort- en dikte zelf invullen via de website. Op die manier zou de lasrobot direct aangestuurd kunnen worden en is de kans op fouten nihil.”

Het uiteindelijke doel van VandeGrijp is om de kosten onder controle te krijgen en verder te verlagen door onder andere de inzet van de lasrobot. “Je wilt je prijzen kunnen verlagen om competitief te blijven. ”

Nederlof: “Bij te veel of grote fouten en afkeur in het lasproces komen de marges in gevaar. Zeker met de huidige inkoopprijzen van staal.”

Automatisering en digitalisering via QRM

De maakindustrie is continu in beweging. Om de concurrentiepositie te behouden en het bedrijf toekomstbestendig te maken, focust Nederlof met VandeGrijp naast robotisering ook op het verbeteren van bedrijfsprocessen door middel van digitalisering. “We moeten sneller en flexibeler kunnen reageren op de markt.” De afgelopen acht jaar is hij intensief bezig geweest om de bedrijfscultuur te transformeren en samenwerking tussen medewerkers te verbeteren om dit voor elkaar te krijgen. VandeGrijp is lid van ondernemersorganisatie FME en maakt gebruik van oZone, een opleidingsplatform voor technische bedrijven met als doel om personeel zich verder te laten ontwikkelen.

Nederlof: “Sinds mijn aanstelling ben ik samen met medewerkers bezig het bedrijf elke dag beter te maken. Dat doen we volgens de Quick Response Manufacturing (QRM)-methode. Dit houdt in dat we ons vooral richten op het verbeteren van de doorlooptijden van het productieproces. Zo hebben we onder andere de urenregistratie gedigitaliseerd. Op tablets registreren collega’s dan ook hoeveel tijd ze kwijt zijn aan specifieke productieprocessen, administratie en logistiek. Maar ze registreren ook het aantal niet-productieve uren om nieuwe projecten steeds efficiënter op te pakken. Op die manier kunnen we precies zien waar elke collega zijn of haar tijd aan besteedt en waar winst te behalen valt.”

VandeGrijp wil hierin verder doorontwikkelen en werkt nu aan vervolgstappen, bijvoorbeeld om kwaliteit te kunnen monitoren.

bij vandeGrijp op de werkplaats

Zonder wrijving geen staal

Waar veranderingen in een organisatie plaatsvinden, ontstaat soms wrijving. Nederlof was zich daar vanaf het begin van zijn aanstelling van bewust. “Het kost tijd om je mensen mee te krijgen. Je moet geduld hebben en zorgen dat elke stap in het verbeteringsproces goed gecommuniceerd wordt. Het is vooral belangrijk om aandacht te besteden aan het individu en te kijken waar een medewerker blij van wordt. Maandelijks voeren we dan ook gesprekken met collega’s om te inventariseren waar ze energie van krijgen. Ze kunnen cursussen volgen en we stimuleren hen om zichzelf te scholen door middel van leerprogramma’s op de tablets. Als een collega even niets te doen heeft, kan hij of zij zichzelf op die manier ontwikkelen.”

Of dit gemakkelijk gaat? Nederlof: “Niet altijd. Het is lastig om medewerkers gemotiveerd te houden om zich te ontwikkelen. Daar hebben we nog wel wat werk aan de winkel.”

Nederlof is desalniettemin trots op hoe collega’s meebewegen. “We hebben ontzettend veel geleerd van elkaar. We zijn als organisatie volwassener geworden. Een echte omslag zie je terug in de werkvoorbereiding. Toen ik net begon, wilden we uit enthousiasme nog weleens te snel starten met projecten terwijl belangrijke informatie nog ontbrak. Hier heb ik erg op gehamerd. We starten nu geen projecten meer voordat alle gegevens en papieren voorhanden zijn. Dat scheelt heel veel gedoe tijdens het productieproces.” Het bedrijf omarmt nieuwe technologieën zoals de lasrobot steeds meer en de werknemers zien de voordelen ervan ook concreter worden. We proberen het inzetten van de robot steeds meer in de denkprocessen van de werknemers te krijgen.”

Bij VandeGrijp op de werkplaats

 

Positieve toekomst

Dat de nieuwe werkwijze binnen VandeGrijp zijn vruchten afwerpt, blijkt volgens Nederlof uit de positieve cijfers. “De lasrobot heeft zichzelf al terugverdiend. Dat is fijn om te zien. De komende jaren focussen we ons nog meer op het automatiseren van processen. En we kijken nog beter hoe we fouten in het lasproces kunnen voorkomen. Een voorbeeld daarvan is dat we het staal nu altijd voorverwarmen voor het lasproces om vervorming tegen te gaan.

Daardoor voorkomen we fouten aan de voorkant en dekken we risico’s in. We zien de toekomst met mogelijk nieuwe samenwerkingen met partners in de regio dan ook met vertrouwen tegemoet.”

Heb jij een bedrijf in de maakindustrie en wil je graag weten hoe digitalisering jouw productieproces en marges kan verbeteren? Neem dan contact op met Jan Terlingen.

Tekort aan lassers? MaxQ cobot verhelpt dit probleem

In Nederland is een groot tekort aan lassers. De verwachting is dat dit tekort de komende jaren alleen maar toeneemt. De gemiddelde leeftijd van lassers ligt namelijk nu al boven de 50 jaar. Om dit personeelstekort op te vangen, wordt er nu al volop gewerkt met lasrobots en lascobots.

Voor het repareren en oplassen van metalen onderdelen bestond tot voor kort geen oplossing. RAMLAB brengt daar met de ontwikkeling van de MaxQ cobot verandering in. SMITZH ging in gesprek met de makers van MaxQ cobot.

Hoe werkt de MaxQ cobot?

De MaxQ cobot is een uitkomst voor lasbedrijven die zich bezighouden met het oplassen en reparen van metalen onderdelen. CEO Vincent Wegener legt uit hoe het systeem werkt: ¨Met de MaxQ Cobot hebben we een 3D-scanner in de kop van de cobot geïntegreerd. Daarmee scannen wij het onderdeel, genereren we de tool paden en lassen we het onderdeel weer volledig automatisch terug.¨

Wat zijn de voordelen?

Een van de grootste pluspunten van het innovatieve systeem is dat het personeelstekort voor een deel kan worden opgevangen.

Wegener: ¨En het heeft nog meer voordelen voor de lasser of de operator, omdat hij op deze manier op afstand kan werken en hij niet in de lasrook hoeft te staan. Bovendien kan de operator sneller werken. De operator of lasser last met deze cobot namelijk meer kilo‘s per uur en daarnaast wordt de kwaliteit gewaarborgd. De parameters van de lassen worden realtime opgeslagen en gemonitord.¨


Geïnteresseerd?

Houdt jouw bedrijf zich bezig met de reparatie of het oplassen van slijtonderdelen? En ben je nieuwsgierig hoe je de MaxQ Cobot in jouw bedrijfsproces kunt integreren?

Neem dan contact op met Vincent Wegener of meld je aan voor een demo.

Meld je hier aan

Slim beginnen met het robotiseren van lasprocessen: de lessen van Gpi, LAC en TNO

Een robot inzetten in je lasprocessen: hoe werkt dat, waar begin je, en hoe neem je de organisatie erin mee? Vragen als deze heeft Gpi beantwoord in samenwerking met TNO en LAC. Een leerzaam project onder de vlag van SMITZH, de Smart Industry Hub van Zuid-Holland.

Test before invest

Meebewegen met de technologische ontwikkelingen. Efficiënter werken. Medewerkers vrij maken voor andere taken. Er zijn allerlei redenen om met automatisering en robotisering aan de slag te gaan. Ook de tankbouwspecialisten van Gpi wilden de mogelijkheden verkennen. Zij wilden een robot inzetten voor het lassen van grote onderdelen: de toppen en bodems van tanks.

“We hadden al een offerte aangevraagd voor een robot die dat zou kunnen,” vertelt werkvoorbereider Sam Geurts. “Maar was die investering het wel waard? Dat hebben we onderzocht met LAC en TNO.”

GPI_SMITZH_9-1

In het Smart Welding Fieldlab van LAC werden verschillende lasprocessen gesimuleerd.

“Een fieldlab is een test-before-invest-omgeving waarin je kunt zien of je idee praktisch gaat slagen,” zegt Jeroen Wevers, projectleider bij LAC. “Het wordt heel visueel: waar loop je tegenaan, en wat moet je veranderen in de organisatie als je er een machine neerzet?”

DSC04624e

Van simulaties naar concepten

Er werden drie simulaties uitgevoerd: een van het robotlassen van de grote onderdelen, een van de kleinste onderdelen en een van een tussenmaat.

“Op basis van de simulaties zijn we functionele eisen gaan bespreken,” vertelt Kevin Guit, robotics engineer bij LAC. “Die hebben we uitgewerkt in verschillende concepten voor de uiteindelijke praktijk. Zo kwamen we erachter dat de aanpak die Gpi al in gedachten had bepaalde nadelen zou hebben. We hebben toen alternatieven voorgesteld die het makkelijker maken om te beginnen. We kwamen uit op het advies om de kleine onderdelen, die worden geprefabriceerd, te gaan robotlassen.”

Dit betekent een laagdrempelige start voor Gpi. Dat geldt voor de investering, maar dat niet alleen.

Aart Willem Benschop, mkb-manager bij TNO: “Omdat de aanpassing in de cultuur van het bedrijf ook belangrijk is, is het raadzaam om met een kleine ingreep in de productie te beginnen. Dat is overzichtelijk, dan kun je geleidelijk gaan leren.”

lasrobotisering

Gerichter aan de slag

Over cultuur gesproken: met de concepten en inzichten op zak kon Sam zijn collega’s bij het project betrekken.

“We hebben een presentatie gehouden waar bijvoorbeeld management, werkvoorbereiders, engineers en voormannen bij waren. We hebben onze bevindingen gedeeld en hun reacties opgehaald. Dat was waardevol. Zonder dit onderzoek hadden de ideeën van voorman A, voorman B en engineer C misschien een heel eind uit elkaar gelegen. Nu weet je waar je samen naartoe gaat werken. We vinden het belangrijk dat iedereen betrokken en enthousiast is.”

“Wat ook een uitkomst is van dit proces: we weten nu welke informatie je gereed moet hebben om te kunnen lassen met zo’n robot,” zegt Sam Geurts. Hij kijkt enthousiast terug op het project met LAC, TNO en SMITZH. “Dat we kennis hebben opgedaan waardoor we nu gerichter aan de slag kunnen, is heel mooi. Deze aanpak zou ik andere maakbedrijven ook aanraden.”

GPI_SMITZH_2


Benieuwd naar de waarde van robotisering voor de lasprocessen in jouw bedrijf?

Robotisering voor slimme lasprocessen: zo maak je een goed begin
Lees de volledige case study

TNO Mens-Robot Canvas Workshop

De recente “Mens-Robot Canvas” workshop van TNO bij Robohouse, in het kader van het regionale innovatieprogramma SMITZH, was het ontmoetingspunt waar mkb ondernemers, ontwikkelaars van robots/cobots en wetenschappers samenkwamen om de wens, noodzaak, uitdaging en behoefte van mens-machine interactie met elkaar te bespreken en aan te pakken. Het gaat immers over de toekomst van werk en efficiënt samenwerken. Dit gaat een verder dan alleen robotisering en automatisering, maar hoe pak je dat aan?

Het doel van de workshop was om te laten zien op welke manier mens en robot samen kunnen werken en te laten zien wanneer het interessant is om als midden- en/of kleinbedrijf hierop in te zetten en waarmee je rekening moet houden.

Kleine en middelgrote bedrijven vinden de techniek vaak al interessant, maar ze weten niet precies wanneer het interessant is om vanuit commercieel of organisatorisch oogpunt in te stappen.

Daarom werd er tijdens de workshop aandacht besteed aan:

  • collaboratieve robots;
  • taakverdeling tussen mens en robot
  • welke interactie er nodig is tussen mens en robot om een gezamenlijk doel te kunnen bereiken.

Demo met AR

Daarbij werd er ingegaan op de volgende vraagstukken.

  • Waarom samenwerken met een robot of cobot?
    Het kan interessant zijn om robots in te zetten wanneer er binnen je bedrijf veel repetitieve handelingen plaatsvinden. Ook kan het zorgen voor een efficiëntere taakverdeling. Een mens-robot samenwerking kan zorgen voor een goede werkbalans, omdat ze deels overlappende en deels complementaire capaciteiten hebben. Zo kan een robot ondersteunen bij repeterende fysieke taken, door bijvoorbeeld het oppakken en plaatsen van onderdelen, terwijl de mens de meer (cognitief) complexere taken uitvoert.
  • Waarom het interessant is voor het MKB
    Volledige automatisering is met name bij kleine series en veel product varianten niet altijd mogelijk. Met name binnen het MKB is er behoefte aan flexibiliteit: productie waarin operators èn robots ingezet worden en (samen)werken. Echter de samenwerking en interactie tussen mens en robot is niet een natuurlijke zoals tussen 2 collega’s. Met het ontwerpen en implementeren van een productie lijn of werkplek moet je vooraf nadenken over communicatie tussen operator en robot: hoe weet de robot wat hij moet doen? Hoe weet de operator of de robot klaar is en waar in de werkplek de robot zal gaan werken?
    TNO heeft een mens machine interactie canvas ontwikkeld waarin deze aspecten aan bod komen. Door het gebruik van dit canvas breng je op een gestructureerde manier de mogelijke interacties in kaart en ook op welke wijze je die in de werkplek realiseert. Het inzetten van deze nieuwe technologie kan hierdoor bijdragen aan een efficiënte en flexibele productie waarin mens en robot gezond en veilig samenwerken.

Demo met cobot

Interesse in de meerwaarde van mens-robot interactie voor jouw bedrijf? 

Het canvas geeft meerwaarde om de informatie over taakverdeling en interacties vast te leggen en over te kunnen dragen naar externen, bijv. integrators, klanten. Het canvas helpt ook bij het inschatten van je business case. Je kan een snelle check doen welke processen zich nog meer voor samenwerking lenen, zodat je cobot flexibeler inzetbaar is. Je kan beter de haalbaarheid en mogelijke aandachtspunten en risico’s inschatten.

Plan een demosessie bij TNO in RoboHouse!

Neem CONTACT op.

Rondleiding Robohouse

Inspiratie Case: Het automatisch detecteren van afwijkingen bij kleine series of enkelstuks freeform producten met behulp van NDT

Voor sommige categorieën producten is het noodzakelijk dat er gegarandeerd kan worden dat ze geen kritieke fouten bevatten. Denk bijvoorbeeld aan materialen die gebruikt worden in de luchtvaartindustrie. Akoestische Non Destructive Testing (NDT) is in deze industrie de gouden standaard om te kwalificeren op verborgen defecten. Het uitvoeren van een NDTscan is een tijdrovende klus waarbij een gekwalificeerde medewerker de akoestische meetprobe zorgvuldig over het oppervlak beweegt. De arbeidsproductiviteit kan worden verhoogd dankzij nieuwe doorbraaktechnologie van SAM|XL en TNO: MEMS array sensor technologie en scannen middels een robot.

SAM|XL en TNO werken samen aan de ontwikkeling van technologie voor akoestische sensoren en het automatisch programmeren van robotpaden over complexe vormen.

Het innovatieprogramma SMITZH ondersteunt deze technologische ontwikkeling, omdat deze juist van belang is voor maakbedrijven in Zuid-Holland waar veelal kleine series hoogwaardige producten worden vervaardigt.

Zero Programming als onderdeel van Flexible Manufacturing

Het is niet het eerste project waarbij SAM|XL en TNO samenwerken. Ze hebben samen al verschillende projecten gedaan waarbij ze hun gezamenlijke kennis en expertise hebben ingezet voor het toegankelijk maken van systemen voor Flexible Manufacturing: mass customisation van enkel stuks voor de prijs van massa fabricage.

De huidige use case is het automatisch inspecteren van objecten voor kleine series, enkelstuks en kritieke materialen. Denk bijvoorbeeld aan de dubbelgekromde panelen voor de luchtvaartindustrie.

Deze panelen worden gescand met behulp van 3D vision, waarna Zero Programming automatisch robotpaden genereert. Vooraf kalibreren van de robot ten opzichte van de panelen is niet nodig. Deze techniek maakt het mogelijk om objecten willekeurig te positioneren. Daarnaast is deze methode contactloos en wordt het gebruik van water vermeden.

Automatisch genereren van robot paden met behulp van 3D vision

De robot kan door de 3D camera de positie en oriëntatie tijdens het inspectieproces detecteren, waardoor het specifiek positioneren van een object niet langer vereist is. Korte cyclus- en omschakeltijd en robuuster tegen verstoringen.

De 3D vision techniek van SAM|XL en TNO is laagdrempelig in gebruik. Doordat de camera automatisch wordt gekalibreerd gaat dat ook goed bij afwijkende objecten.

Aan de hand van de MEMS Sensor Array kunnen objecten en producten worden geïnspecteerd op eventuele afwijkingen zonder deze te beschadigen of zelfs maar aan te raken. In tegenstelling tot klassieke Non Destructive Testing (NDT) kunnen objecten met de MEMS Sensor Array contactloos en zonder gebruik van water worden geïnspecteerd. De inspectiesnelheid kan dankzij deze nieuwe technologie worden opgevoerd tot 6m2 per minuut, waarbij een vergelijkbare detectie gevoeligheid wordt behaald als conventionele technieken.

SMITZH ondersteunt dit project omdat deze nieuwe techniek het mogelijk maakt om NDT-inspectie en robots op een laagdrempelige manier binnen maakbedrijven in te zetten.

Ontdekken of en hoe het in jouw organisatie toegepast kan worden? Bekijk de video

Meer weten over deze techniek?

Mocht je meer willen weten over dit onderwerp dan ben je welkom. Maak een afspraak voor een kop ‘oploskoffie’ met de technici van TNO.

Een uur praten, vragen stellen, problemen oplossen, laagdrempelig advies; en zoveel espresso en cappuccino als je maar nodig hebt.

Slim leren, slim produceren, slim verdienen – kennisprogramma SMITZH en Metaalunie op Metavak

De afgelopen editie van METAVAK is erg positief verlopen, zo laat beursorganisator Easyfairs Nederland weten. Het nationale vakevent voor de metaalbranche werd op 5, 6 en 7 oktober in Evenementenhal Gorinchem bezocht door bijna 4.300 bezoekers. Drie dagen lang verzorgden SMITZH en Metaalunie op METAVAK boeiende kennissessies door experts en fieldlabs uit de regio over praktische toepassingen van slimme technologieën, zoals Industrie 4.0, IoT, 3D-printen, slim met data, smart welding én meer.

Naast een goedgevulde beursvloer was er een omvangrijk programma, zoals het Directeuren-Diner op woensdag 6 oktober, dat door Koninklijke Metaalunie en SMITZH werd georganiseerd. Een mooi moment waarbij directeuren van bedrijven in gesprek gingen met studenten over de toekomst van technisch talent in de metaalsector.

Goed om te zien hoe directeuren van bedrijven en studenten elkaar vonden en nuttige gesprekken voerden onder het genot van een diner met uitzicht over de beursvloer. Tevens werd er met de studentmiddag goed gehoor gegeven aan het tekort van technisch personeel in de sector. Veel studenten verlieten geënthousiasmeerd de beursvloer.

De verschillende kennissessies die werden georganiseerd door SMITZH, samen met haar partners werden over het algemeen goed bezocht en met name de diversiteit qua interessante onderwerpen die nu in de markt spelen, werd gewaardeerd. Actuele onderwerpen die aan bod kwamen, waren onder meer Industrie 4.0 vanuit TNO, Machines verbinden met IoT vanuit IoT Academy, diverse kanten van 3D-printen belicht vanuit Flam3D en RAMLAB en Lasrobots nu en in de toekomst vanuit Smart Welding Factory.

Anton Duisterwinkel, Programma manager SMITZH bij InnovationQuarter zegt: “Op tijd de gevraagde kwaliteit leveren tegen minimale kosten. Digitalisering kan daarbij het verschil maken. Ondernemers in de metaal die daarin een stap(je) willen maken, kunnen terecht bij SMITZH voor kennis, kunde en een financieel duwtje in de rug.”

Bron: Metaalnieuws

METAVAK slaat handen ineen met Koninklijke Metaalunie en SMITZH

De vakbeurs METAVAK sluit wederom een intensieve samenwerking met Koninklijke  Metaalunie. Verder slaat METAVAK voor het eerst de handen ineen met SMITZH (Smart Manufacturing  Industriële Toepassing Zuid-Holland), waar Metaalunie onderdeel van is. SMITZH is een programma met als  doel de Zuid-Hollandse maakindustrie en zijn technologische toeleveranciers te ondersteunen bij het  toepassen van Smart Manufacturing, ofwel het automatiseren, robotiseren en digitaliseren van de productie. Dit gebeurt door kennis en vouchers. SMITZH organiseert een 3-daags programma op de beursvloer verdeeld per thema per beursdag: slim leren (beursdag 1), slim produceren (beursdag 2) en  slim verdienen (beursdag 3). METAVAK is dit jaar op 5, 6 en 7 oktober 2021 in Evenementenhal  Gorinchem.

SMITZH wordt gecoördineerd door InnovationQuarter en wordt mede mogelijk gemaakt door diverse partners,  waaronder Metaalunie, TNO, Holland Instrumentation, FME, Provincie Zuid-Holland, TU Delft, Metropoolregio  Rotterdam/Den Haag, De Haagse Hogeschool en Hogeschool Rotterdam.

Anton Duisterwinkel, Programma manager SMITZH bij InnovationQuarter zegt: “Op tijd de gevraagde kwaliteit leveren tegen minimale kosten.  Digitalisering kan daarbij het verschil maken. Ondernemers in de metaal die daarin een stap(je) willen maken,  kunnen terecht bij SMITZH voor kennis, kunde en een financieel duwtje in de rug.” 

In samenwerking met Metaalunie gaat SMITZH een 3-daags programma op de beursvloer aanbieden, waarbij er  twee keer per beursdag een reeks sessies bij te wonen zijn. Het programma is opgedeeld per thema per  beursdag. De dinsdag (5 oktober) staat in het teken van slim leren, waarbij diverse academies presentaties  geven over onder meer techniek, IoT, Smart Welding en Robotisering. Op de woensdag (6 oktober) staat slim produceren centraal met onderwerpen als 3D-printing en slim datagebruik. Slim verdienen is het dagthema op  de donderdag (7 oktober) met aandacht voor onder andere ERP-systemen, servitization, kosten-baten tool en  circulariteit.

In de techniek is elke dag bijleren noodzakelijk, want techniek vergt vakmanschap die moet  worden bijgehouden, verdiept en verbreed. Metaalbedrijven schreeuwen echt om gekwalificeerd technisch  personeel. Goed dat SMITZH daar als kennispartner van METAVAK volop op inzet”, vult Marie-Claire van  Doremalen, regiosecretaris Zuid-Holland Metaalunie, aan. 

Verder organiseren Metaalunie samen met SMITZH het CEO-diner op woensdag 6 oktober van 18.00 tot 20.00  uur. Dit is een netwerkdiner voor CEO’s waar ook diverse pitches worden gehouden over smart manufacturing.  Het CEO-diner is alleen op aanmelding en uitnodiging bij te wonen. Daarnaast organiseert Easyfairs in  samenwerking met Metaalunie een studentenmiddag. Het doel van deze middag is het promoten van techniek  onder toekomstige vakprofessionals. Er komt een centraal programma plus een rondje over de beursvloer om de branche te leren kennen. 

Voor meer informatie over METAVAK: www.metavak.nl
Meer weten over het automatiseren, robotiseren en digitaliseren van jouw productieprocessen? Neem direct contact op met Anton Duisterwinkel.

Robots in de fabriek integreren met machines: niet langer een mythe!

Robots in je fabriek integreren lijkt complex en duur. Maar dat hoeft helemaal niet zo te zijn. Deze adviezen maken de weg vrij in jouw fabriek. Er zijn nog volop misverstanden over het toepassen van robots in productiebedrijven. Ze zijn te complex, te duur en kunnen maar heel lastig worden geïntegreerd in productieprocessen, zeker in samenwerking met andere machines. Maar dat hoeft helemaal niet zo te zijn. Deze adviezen maken de weg vrij.

Een robot in een fabriek is geen doel op zich. En ook zal deze maar heel zelden ‘in zijn eentje’ zijn werk aan het doen zijn. Net als bij alle machines, staat of valt het nut van een robot bij het optimaliseren van het productieproces. Maar bij een robot ligt de nadruk op andere zaken dan bij de meeste andere machines.

Daarom is het belangrijk om – vóórdat je een robot inzet – het hele proces goed in kaart te brengen, zowel upstream als downstream. Upstream: zijn de grondstoffen en halffabricaten van dusdanige kwaliteit dat een precisie-instrument als een robot ermee uit de voeten kan? Downstream: kan de robot zijn producten kwijt; zijn de processen erachter snel en efficiënt genoeg?

Zo niet, dan creëer je een (nieuwe) bottleneck ergens in het proces en doe je een groot deel van de voordelen van een robot teniet. Het is dus een goed idee om de inzet van robot(s) al bij het ontwerpen van het productieproces mee te nemen.

Even een zijsprongetje: natuurlijk kun je dankzij robots besparen op personeelskosten, maar reken jezelf niet meteen rijk. Je hebt wel minder mensen nodig, maar wie je wel inzet is hoger geschoold (en zal ook voortdurend bijgeschoold moeten worden).

De zwakste schakel…

…is altijd bepalend voor de snelheid van de productie. Dat is geen nieuws voor een doorgewinterde ondernemer. Maar in het geval van robots kunnen deze zwakke schakels op onverwachte plekken opduiken.

Bij precisie-instrumenten zoals robots speelt nauwkeurigheid een grote rol. De kwaliteit en vooral de nauwsluitende tolerantiegrenzen van de upstream-processen zijn cruciaal. En natuurlijk de doorlooptijd. Robots zijn snel – een van hun fijne kwaliteiten tenslotte – dus de aanvoer van halffabricaten zal ook een tandje moeten bijschakelen, zodat ze niet stil komen te staan.

Monitoring en control

Meten is weten en in het geval van productieprocessen gaat het dan om monitoring en control. Niet alleen bij de robot, maar ook upstream én downstream. De robot zal zijn producten uiteindelijk ook naar het volgende stadium kwijt moeten, dus ook dit proces moet optimaal draaien.

Een fijne tool die daarvoor beschikbaar is, is het Internet of Things. In dit geval het Internet of Robotic Things of IoRT. Robots verzamelen met hun sensoren en camera’s flinke hoeveelheden data. Deze data kunnen met de juiste software worden ontsloten om de kwaliteit te bewaken van het productieproces. Maar ook om processen te reguleren. Een upstream-proces kan de robot bijvoorbeeld inseinen dat deze bepaalde tools klaar moet zetten want een specifiek halffabricaat staat eraan te komen.

Cobots

Robots integreren in een fabriek is complex en kostbaar. Vandaar dat bedrijven vaak kiezen voor een tussenoplossing: de cobot. Dit is een (kleinere) robot, die bedoeld is om met mensen samen te werken. Het inzetten van cobots is een belangrijke trend in het laagdrempelig toepassen van robots.

De kosten die gepaard gaan met cobots zijn een stuk lager. Dat heeft onder meer te maken met dat ze gemakkelijker kunnen worden geprogrammeerd. Vaak zelfs via ‘teach-in’: de mens doet het de robot als het ware voor door hem handmatig te besturen, waarna deze het vervolgens zelf kan. Grote robots zijn daarvoor in de regel te complex.

Een cobot is ook echt bedoeld om letterlijk naast een mens te werken. Grote robots werken in een afgesloten kooi, vanwege het grote gevaar dat ze voor hun omgeving kunnen vormen. Cobots kunnen gemakkelijker worden geïntegreerd in bestaande processen. Voor complexe robots moet vaak de hele fabriekshal en het productieproces op de schop. Maar vergis je niet: ook voor cobots is scholing een belangrijke vereiste.

Aan de slag met een robot in jouw fabriek

Ben je nieuwsgierig geworden en wil je weten of robots iets voor jouw productieproces kunnen betekenen? Met een haalbaarheidsonderzoek van SMITZH kun je erachter komen wat een bepaalde Smart Manufacturing technologie voor jou kan betekenen. We hebben nu vouchers beschikbaar waarmee we 50% van de kosten van zo’n haalbaarheidsonderzoek dekken. Toets op een laagdrempelige manier of jouw bedrijf in aanmerking komt voor een voucher en krijg hulp bij de aanvraag.

Haalbaarheidsonderzoek: hier lees je er alles over!

Dit is de ware potentie van robotlassen

Robotlassen inzetten voor een eenzijdig productieproces? Een lasrobot kan zoveel meer! Lasrobots bestaan al decennia. En heb je ze eenmaal in je bedrijfsprocessen geïntegreerd, dan kun je al snel niet meer zonder. Toch valt er nog veel te verbeteren als het gaat om het inzetten van robotlassen. Lees hier hoe je meer haalt uit je investering.

 

 

Lasrobots kennen we al sinds de jaren 1960, en in de jaren 1980 werden ze voor het eerst grootschalig ingezet in de automobielindustrie. Tegenwoordig is 20% van alle industrierobots voor lassen bedoeld. Op het eerste gezicht zou je zeggen dat dit een soort one-trick-ponies zijn, maar lasrobots zijn enorm veelzijdig, mits je ze op de juiste manier inzet. En, gek genoeg, omringd met de juiste mensen.

Optimaliseren van robotlassen

De complexiteit van lasrobots heeft vooral te maken met programmeren. Dit is met name van belang voor processen waarin snel geschakeld moet worden tussen het lassen van verschillende producten: high mix, low volume. Oftewel: kleine productieaantallen van hoogwaardige producten. Voor elk nieuw project moet de robot opnieuw geprogrammeerd worden.

Je zou denken dat het aanschaffen van lasrobots de inzet van mensen minder maakt, maar dat is maar ten dele waar. Je hebt minder lassers nodig, maar programmeurs met kennis van het lasproces des te meer. Zorg dat je voldoende kennis in huis hebt van wat een lasrobot kan. Maar ook kennis van wat een lasrobot niet kan.

Daarom is het belangrijk dat ook de programmeurs de ins en outs weten van de producten die moeten worden geproduceerd. Zo kunnen zij in een vroeg stadium worden aangehaakt bij het ontwerp van het product om het product lasrobot-proof te laten ontwerpen. Alleen dan kunnen de robots goed worden ingezet in het productieproces. Denk aan rekening houden met bepaalde hoeken in het product, zodat de robot ook daadwerkelijk overal bij kan om te lassen. Dat moet dus al in het ontwerp zitten, net als de lasmal en de tooling.

Ambassadeurs van robotlassen

Je kunt het ontwerpproces natuurlijk ook uitbesteden. Hou er dan rekening mee dat je als onderneming minder flexibel bent in het aanpassen van een ontwerp. Zeker als er certificering mee gemoeid is (bijvoorbeeld in de luchtvaartindustrie). Een ontwerp loopt dan via de externe partij. Het kan dus lonen om de benodigde kennis zelf in huis te hebben.

De flexibiliteit van de moderne lasrobot is sowieso een belangrijke voorwaarde om de investering te rechtvaardigen. Kijk of je de lasrobot voor verschillende bedrijfsprocessen kunt inzetten. Bijvoorbeeld om te lassen in combinatie met snijden of slijpen.

Voor de flexibiliteit is het nodig om ‘ambassadeurs’ in je bedrijf te hebben die de lasrobot kunnen promoten. Wordt er een nieuw product ontworpen, dan moeten die ambassadeurs betrokken worden om te kijken waar het proces efficiënt kan worden ingericht door de inzet van de lasrobot.

Vaak beschikken bedrijven over een of twee mensen waar alle (programmeer)kennis is gebundeld. Beter is om te zorgen voor een wat ruimer team dat voortdurend bijgeschoold wordt. Wees trouwens niet bang om ook extern advies in te winnen.

Innovaties met lasrobots

Lasrobots en lastechnieken worden steeds slimmer. Deze trends zijn al volop gaande en optimaliseren het gebruik van de lasrobot nog meer:

  • Real-time production monitoring – kwaliteitscontrole tijdens het productieproces door sensoren die het proces bewaken. Daardoor hoef je na afloop niet aan de hand van een checklist de kwaliteit na te lopen.
  • Adaptive welding – sensoren volgen onder meer de lasnaad en corrigeren waar nodig.
  • Machine vision – 2D- en 3D-camera’s worden de ‘ogen’ van je robot en aan de hand van de scan wordt je robot geprogrammeerd. Een belangrijke component daarin is machine learning.
  • Wire Arc Additive Manufacturing – 3D-print techniek voor metaal. WAAM is wat je noemt ‘cutting edge’ op dit moment.

Ook innovatieve lasrobots in jouw bedrijf inzetten?

Met een haalbaarheidsonderzoek van SMITZH kun je erachter komen wat een bepaalde Smart Manufacturing technologie voor jou kan betekenen. We hebben nu vouchers beschikbaar waarmee we 50% van de kosten van het haalbaarheidsonderzoek dekken. Hier lees je er alles over.

Equinox: Minder afhankelijk van technisch specialisten dankzij Augmented Reality

In veel productieomgevingen blijven mensen nodig om machines te onderhouden, terwijl het tekort aan technisch geschoolde arbeidskrachten al jarenlang toeneemt. Met dat probleem kampt ook het Zuid-Hollandse maakbedrijf Equinox MHE, dat post- en andere sorteermachines bouwt voor klanten over de hele wereld. Omdat met het onderhoud van de machines veel reistijd gemoeid is, was het bedrijf al vóór de coronapandemie op zoek naar manieren om dit op afstand uit te voeren. In een SMITZH-project testten TNO en Equinox daarom de toepassing van mensgerichte technologieën zoals Augmented Reality, die bedrijven minder afhankelijk maken van experts. Zodat onderhoud efficiënter, goedkoper en duurzamer wordt.

Het is een gewone donderdagmiddag in tijden van corona. Op het bedrijventerrein langs de N207 in Hillegom zijn maar weinig parkeerplekken bezet, de beeldschermen op het kantoor van Equinox staan op zwart, het bedrijfspand langs de Ringvaart mag je als bezoeker alleen met mondkapje betreden. In de werkplaats, twee klapdeuren verder, gaat het werk wel op volle toeren door: met 2.600 vierkante meter is hier ruimte zat om voldoende afstand te houden. ‘De vraag naar werken op afstand speelde bij ons al voordat we ooit van COVID-19 hadden gehoord’, zegt Tjalling Dolman, projectmanager bij Equinox, ‘maar de lockdown versterkte wel de noodzaak ervan.’

Onderhoud en reparaties op afstand

De Hillegomse systeemintegrator levert onder meer sorteer- en verpakkingsmachines en bijbehorende systemen voor de post, retail, e-tail en e-fulfilment. Organisaties als de Britse Royal Mail, GLS Spanje en The Delivery Group zijn klant, net als vele webwinkels. ‘Onze machines automatiseren het complete bestelproces vanaf het moment dat de orderpicker het product vanuit het magazijn op de lopende band legt’, vertelt Tjalling. ‘Het product wordt dus automatisch ingepakt met een dozensluiter en vervolgens gesorteerd voor transport.’

Aangezien Equinox vooral buitenlandse klanten heeft, zijn technisch specialisten veel onderweg voor reparaties en onderhoud. ‘Net als veel andere maakbedrijven hebben we lang niet altijd genoeg specialisten beschikbaar’, zegt Tjalling. ‘Dat kan komen door krapte op de arbeidsmarkt, maar dus ook door een pandemie. Laatst wilden we twee specialisten naar Turkije sturen, maar die zouden bij terugkomst twee weken in quarantaine moeten.’ Onderhoud op afstand kan dan uitkomst bieden en, ook zonder corona, een hoop tijd en kosten besparen. ‘Natuurlijk kun je een keer een engineer sturen in plaats van een specialist, maar dat is geen structurele oplossing. Hetzelfde geldt voor remote assistance technology waarbij een specialist inbelt om een medewerker op afstand te begeleiden: als dat al werkt, blijf je afhankelijk van de expert.’

Smart glasses, tablet en HoloLens

Tijdens een webinar van het Lean Management Network hoorde Tjalling voor het eerst over TNO’s onderzoek naar mensgerichte technologieën. Deze ondersteunen mensen bij hun taakuitvoering. ‘Vaak is dat op fysiek gebied, met een cobot of exoskelet,’ zegt Tim Bosch van TNO, ‘maar ze kunnen ook cognitief helpen, zoals de smart glasses, de tablet-app en Microsoft HoloLens 2 die we in dit onderzoek testten.’ Alle drie de technologieën zijn voorbeelden van operatorondersteuning, waarbij een medewerker zonder hulp van buitenaf stapsgewijs door een procedure wordt geleid.

‘Bepaalde maak- en onderhoudsprocessen zijn te complex om te automatiseren of te robotiseren’, legt Tim uit. ‘Voor die werkzaamheden heb je nog steeds iemand met de juiste kennis en skills nodig. Maar dan moet die er wel zijn. Mensgerichte technologieën stellen ook minder ervaren medewerkers in staat complex werk te doen. De technologie daarvoor bestaat al, het is een kwestie van die ook goed benutten. Hoe je dat het beste doet, wilden we in dit project onderzoeken. Daarvoor waren we alleen nog op zoek naar goede use cases. De uitdaging van Equinox leende zich daar perfect voor.’

Onderhoudsprocedure als use case

Welke informatie heeft een medewerker nodig om een taak uit te voeren? Hoe richt je de beschikbare technologie daarop in? En waar liggen de grenzen van de technologie? Die concrete vragen wilden Tim en zijn collega-onderzoekers met dit project beantwoorden. Daarvoor stelden ze samen met Equinox een use case op waarin testpersonen een standaard onderhoudsprocedure doorliepen zonder hulp van een expert. ‘We kozen een onderdeel dat typisch is voor storingen en voldoende complexiteit heeft: het vervangen van de inverter van een pakketsorteermachine.’ De testpersonen, die geen technische kennis van de machine hadden, doorliepen de procedure drie keer, steeds met een andere methode, in willekeurige volgorde.

De geteste technologieën

Veruit de meest spectaculaire technologie in dit project is de Microsoft HoloLens 2, die je draagt als een fietshelm. Een transparant beeldscherm met instructies beweegt mee met je kijkrichting. Met een 3D-stippellijn geeft de bril aan waar op de machine je een bepaald onderdeel vindt. Een cirkel om een knop of een oplichtende schroef laat zien waar je precies op moet drukken of aan moet draaien. Gelukt? Dan zeg je ‘next step’ of houd je het stipje, dat als een muisaanwijzer je kijkrichting volgt, een paar seconden op een pijltje gericht. De volgende stap verschijnt in beeld. Wil je een instelling wijzigen, dan kijk je even naar de binnenkant van je pols, waar als een horloge het menu verschijnt en je met je andere hand op kunt tikken.

De twee verschillende geteste smart glasses werken volgens hetzelfde principe, maar iets minder geavanceerd. De een toont rechts in beeld een ondoorzichtige foto van het te vervangen onderdeel met illustraties van de handelingen. Door gesproken opdrachten als ‘next step’ en ‘proceed’ verschijnt het volgende plaatje. De tweede bril bestuur je met een afstandsbediening, die met een kabel aan de bril vastzit. Daarmee heb je dus niet beide handen vrij. De afbeeldingen zijn wel wat groter dan op de andere slimme bril.

Bij de laatste methode, een app voor de tablet, werk je aan de hand van de bekende montagehandleiding: een foto met illustraties en een korte uitleg in tekst. Sommige stappen bestaan uit meerdere fotos. Door te swipen ga je eenvoudig naar de vorige of volgende stap.

Hoewel de gebruikservaring van de geteste methodes erg verschilt, waren zowel de testpersonen als Equinox zelf over iedere technologie enthousiast. Tjalling: ‘De HoloLens leek een ver-van-m’n-bedshow, maar is in de praktijk helemaal niet zo futuristisch.’ Ook de tabletmethode overtrof de verwachtingen. ‘Daar waren we vooraf wat sceptisch over. Het leek ons onhandig om geen handen vrij te hebben, maar in de praktijk bleek dat helemaal geen belemmering.’ Enige kanttekening: een van de twee geteste smart glasses toonde net te kleine afbeeldingen voor een optimale gebruiksvriendelijkheid. Maar ook daarmee doorliepen de testpersonen de procedure succesvol.

Inwerken zonder collega

Het belangrijkste onderzoeksresultaat? ‘Dat mensen zonder knowhow van de technologie de onderhoudsprocedure volledig zelfstandig kunnen doorlopen’, zegt Tim. ‘Met een snelheid die gelijkstaat aan die van een specialist.’ Dat inzicht vormt een bewijs voor de toegevoegde waarde van mensgerichte technologie. Tjalling: ‘Iemand zonder voorkennis kan relatief complexe handelingen uitvoeren zonder hulp van een expert. Een medewerker die pas twee weken bij ons werkte, kon de onderhoudsprocedure foutloos doorlopen. Net als vanmiddag een journalist dat kon. Dat bespaart een bedrijf de tijd die de specialist anders kwijt zou zijn aan inwerken of reizen naar de klant. Doordat meerdere mensen het werk kunnen uitvoeren, heb je bovendien minder specialisten nodig.’ Nog een voordeel noemt hij dat de technologie een bepaalde werkwijze afdwingt. ‘Specialisten willen nog weleens op een traditionele manier met nieuwe technologieën omgaan, terwijl dat lang niet altijd efficiënt is.’

‘Zonder de kennis van TNO en de financiële en facilitaire hulp van SMITZH hadden we nooit geweten dat mensgerichte technologieën ons zoveel efficiëntie konden opleveren.’ 

– Tjalling Dolman, projectmanager R&D bij Equinox

Voor het beste resultaat bleek wel dat het instructieniveau moet aansluiten bij de gebruiker. Tjalling: ‘Voor iemand zonder technische achtergrond kan de draairichting om een schroef los te maken al relevante informatie zijn. Maar als je dat ook in de instructies zet bij een meer ervaren medewerker, voelt die zich niet serieus genomen.’ Op dat gebied wil TNO de technologie nog verder ontwikkelen en de interface verbeteren. ‘Bijvoorbeeld door de bril zelflerend te maken met een AI-component, die zelf kan inschatten hoeveel informatie een gebruiker nodig heeft om een taak uit te voeren’, zegt Tim. Ook de manier waarop je informatie het beste kunt weergeven wil hij verder onderzoeken. ‘Welk effect heeft het bijvoorbeeld als je de animaties weglaat?’ Tot slot wil TNO het aanmaken van instructies verder vereenvoudigen. ‘Dat gebeurt nu grotendeels handmatig. Er zal altijd een specialist naar moeten kijken, maar we willen wel manieren onderzoeken waarop dat meer geautomatiseerd en dus sneller kan.’ 

Meer efficiëntie, duurzaamheid en inclusie

Nu het onderzoek is afgerond, werkt Equinox aan een businesscase die moet uitwijzen of het integreren van de technologie op lange termijn zinvol is. Om andere maakbedrijven ook de voordelen van de mensgerichte technologieën te laten ervaren, ontwikkelt het bedrijf samen met SMITZH en TNO een demo-opstelling in fieldlab RoboHouse. Daar kunnen geïnteresseerden de technologie in de praktijk ervaren. ‘Veel maakbedrijven hadden al interesse en die populariteit heeft door corona een enorme vlucht genomen’, zegt Tim. ‘We zien wel dat bedrijven nog voorzichtig zijn, omdat ze denken dat de technologieën meer tijd kosten dan ze opleveren door veranderingen in werkprocessen en het ermee leren werken.’

Met de demo’s, workshops en trainingen bij RoboHouse wil SMITZH laten zien dat mensgerichte technologieën niet zo futuristisch of ingewikkeld zijn als veel mensen denken. Tim: ‘De technologieën maken complex werk juist eenvoudig en toegankelijk. Daarmee dragen de innovaties bij aan efficiëntie en duurzaamheid door minder reis- en inwerktijd. Maar bijvoorbeeld ook aan inclusie van mensen met minder kansen op de arbeidsmarkt, meer zelfvertrouwen en het verkleinen van het tekort aan technisch specialisten. Om die impact te vergroten, willen we goed kunnen adviseren over de bewezen mogelijkheden en voordelen. Om zo andere maakbedrijven te motiveren om deze veelbelovende technologieën zelf ook te gaan ervaren én gebruiken.’

Zelf de Microsoft HoloLens, smart glasses en tabletmethode ervaren en zien wat ze jouw bedrijf kunnen opleveren? Meld je aan voor een demo of workshop bij fieldlab RoboHouse. Neem hiervoor contact op met Tim Bosch van TNO.

Tag Archief van: robotica

Niets gevonden

Uw zoekopdracht leverde helaas geen artikelen op