Is de maakindustrie, kurk van onze economie, toekomstbestendig

Is de maakindustrie, kurk van onze economie, toekomstbestendig?

OPINIE – Recente cijfers van het CBS tonen aan dat de maakindustrie steeds meer de kurk is waarop onze economie drijft, zeker nu landbouw en aardgas onder druk staan. Maar hoe toekomst-bestendig is die industrie? In Zuid-Holland werken we daar met elkaar aan. Doe mee!

‘Nederland moet het hebben van machines’ kopte dagblad Trouw op 5 november, op basis van cijfers van het CBS. De toegevoegde waarde door export van machines en onderdelen bedroeg 15,8 miljard euro in 2018, net zoveel als de nummers 2 (metaal), 3 (sierteelt) en 4 (aardgas) opgeteld. Bovendien groeide die toegevoegde waarde met 32 procent sinds 2015, terwijl de sierteelt stagneerde en aardgas 30 procent daalde. De toegevoegde waarde van nummer vijf, hoogwaardige kunststoffen, is de afgelopen vier jaar zo sterk gestegen, dat ik verwacht dat deze sector de sierteelt en aardgas snel zal inhalen. De conclusie is overduidelijk: Nederland is een maakland. Onze economie hangt steeds meer af van de kracht van onze maakindustrie. Dat die maakindustrie ook de sector is die de systemen levert voor schone energie, stallen en mobiliteit, is meer dan mooi meegenomen. Een krachtig beleid om die industrie te ondersteunen met faciliteiten voor innovatie, opleiding van talent en financieringsinstrumenten is hoognodig.

De provincie Zuid-Holland loopt voorop met zo’n beleid. Op 4 november is het vervolg van SMITZH officieel gestart, een programma om de maakindustrie moderner en efficiënter te maken. De provincie investeert ruim 5 miljoen in SMITZH in een totaalprogramma van 12 miljoen euro. Partners zijn: InnovationQuarter, TNO, MRDH, zeven fieldlabs, twee hogescholen, TU Delft en drie brancheverenigingen. Het programma richt zich op de ontwikkeling van slimme maaktechnologie, de toepassing daarvan door de Zuid-Hollandse maakbedrijven en de ontwikkeling van talent dat met die technologie uit de voeten kan. Denk aan de ontwikkeling van robots die op basis van technische tekeningen produceren zonder programmering. Of simulaties om productieprocessen te kunnen optimaliseren. Of ook techniek die mensen helpt om complexer en leuker werk snel te leren en foutloos uit te voeren. En natuurlijk veilige systemen om gegevens te delen, onbespied en onbedreigd door hackers. Toepassing van deze digitalisering maakt de industrie efficiënter en schoner. Zo maken we de maakindustrie toekomstbestendiger.

Maar toekomstbestendigheid is meer dan digitalisering alleen. De maakindustrie is steeds sterker afhankelijk van een efficiënte toeleverketen, goed opgeleid personeel, optimale logistiek en vestigingscondities en flexibele regels. Samen met de Economic Board Zuid-Holland, Holland Instrumentation en anderen werkt InnovationQuarter daarom aan versterking van het ecosysteem van de maakindustrie.

Daarnaast moet die industrie ook duurzaam en circulair worden. Dat gaat hand en hand met digitalisering, die bijdraagt aan efficiëntere productie èn nodig is om circulariteit mogelijk te maken. Bijvoorbeeld met digitale materiaalpaspoorten en systemen voor meten en scheiden van reststromen. Zuid-Holland werkt met andere regio’s en het ministerie van EZK aan het in kaart brengen en verspreiden van zulke circulaire oplossingen.

Ook de maakindustrie zelf verandert. Er wordt geëxperimenteerd met concepten waar (de ontwikkeling van) productie als dienst wordt aangeboden: Factory-as-a-Service. Dergelijke experimenten ondersteunen en onderzoeken we vanuit SMITZH.

Ten slotte: Zuid-Holland is geen eiland. Samenwerking in Nederland en Europa is nodig om de echte concurrenten in Amerika en Azië voor te blijven. Ook dat is nodig voor een toekomstbestendige maakindustrie in Zuid-Holland. En omdat bijna een kwart van de Nederlandse economie zich concentreert in die ene provincie, bepaalt dat de toekomstbestendigheid van de Nederlandse economie.

Dit opinie-artikel is geschreven door Anton Duisterwinkel