Coronahulp: oproep Zuid-Hollandse maakindustrie

Steeds meer bedrijven willen een bijdrage leveren om de snelle verspreiding van het coronavirus tegen te gaan. Er zijn wereldwijd al veel mooie voorbeelden te vinden. Zuid-Hollandse maakbedrijven en toeleveranciers die middelen beschikbaar willen stellen; samen oplossingen willen bedenken; of hun productielijn willen aanpassen voor corona; kunnen zich bij ons melden. Wij verbinden je graag met de juiste partijen om je hierbij te helpen, denken met je mee en kunnen wellicht financiële ondersteuning bieden of de weg daarnaartoe vergemakkelijken.

Behoefte aan middelen als handschoenen, beschermingsbrillen en isolatiejassen

Het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport werkt met man en macht om hun inkooporganisatie op te schalen en voldoende middelen te bemachtigen. Er is behoefte aan extra mond- en neusmaskers: chirurgisch, FFP1 en FFP2; handschoenen in 4 maten; isolatiejassen (lange mouw); beschermingsbrillen; desinfectiemiddelen (met name handalcohol) en coronatestkits. VWS heeft daarom aan het Ministerie van Economische Zaken en klimaat gevraagd te inventariseren welke (maak)bedrijven hierbij kunnen ondersteunen. Als jij weet hoe je binnen enkele dagen hierin zou kunnen voorzien, kun je direct contact opnemen met het call center Middelen Corona via middelencorona@nfu.nl of 033 434 13 15.

Regionale oplossingen voor mondkapjes, beademingsapparatuur en snelle testen

In Zuid-Holland zijn verschillende partijen bezig om oplossingen voor acute of dreigende tekorten op te lossen. Rondom het Reinier de Graaf Gasthuis en de Leidse instrumentmakers School werkt een groep bedrijven aan snelle productie van mondkapjes. Ook wordt er onderzoek gedaan naar sterilisatiemogelijkheden van verschillende mondkapjes. Aan de TU Delft zijn studenten Klinische Technologie aan de slag om eenvoudige beademingsapparatuur te ontwikkelen. De Universiteit Leiden onderzoekt mogelijkheden om sneller en meer testen op corona uit te kunnen voeren. Wil jij ook bijdragen of heb je zelf een initiatief, dan brengen wij jou graag in contact met anderen die kunnen helpen.

Productielijnen tijdelijk aanpassen voor corona

Zou je jouw beschikbare productiefaciliteiten ook anders zou in kunnen zetten? Drankmakers van merken als De Kuyper en Bols gaan meehelpen om het tekort aan handalcohol en handgels op te lossen. Door aan alcohol water en glycerol toe te voegen, krijg je een product waar nu veel behoefte aan is. Bij autobouwer BYD (dat aanvankelijk enkel batterijen maakte), is een productielijn omgebouwd om mondmaskers te kunnen produceren. Printbedrijf Lay3rs helpt onder meer het Tilburgse ziekenhuis door middel van het 3D-printen van pipetten voor bloedanalyse-apparaten. Zie jij mogelijkheden om jouw productielijn tijdelijk aan te passen, dan horen wij dat graag. Wellicht kunnen we je ondersteuning bieden.

Inspiratie: Demcon gaat beademingsapparaten leveren aan ic’s

Er wordt momenteel hard gewerkt om de intensive-care-capaciteit van ziekenhuizen te vergroten. Maar dan zijn wel beademingsapparaten nodig. Het in Zuid-Holland welbekende Demcon is een high-end technologieleverancier van producten en systemen, met als focusgebieden hightech, robotic en medical systems. In hun productiefaciliteit in Enschede worden onderdelen gemaakt voor beademingsapparaten. Demcon kreeg van het Erasmus MC in Rotterdam de vraag om complete beademingsapparaten te leveren. Inmiddels is een nieuwe productielijn gebouwd, extra beademingsapparatuur besteld en de levering in gang gezet. Zo snel kan het dus gaan. Lees het complete verhaal in dit artikel uit de Volkskrant en laat je inspireren.

Juist in de komende periode zijn we nog meer gedreven dan ooit om te werken aan een sterker, slimmer en gezonder Zuid-Holland. Zoals premier Rutte het zei: “Samen komen we deze moeilijke periode te boven.”

Coronakoorts en inkoopbeleid

OPINIE – Vorige week sprak ik een ondernemer uit de omgeving van Leiden die ‘zodra het coronavirus in het nieuws kwam’ alle bestellingen van onderdelen uit China heeft opgeschort en in Europa alternatieven heeft gezocht – en gevonden. Ook heeft hij zijn inkoopbeleid aangepast, vanaf nu wordt minstens 20% in Europa besteld. Andere ondernemers reageren een stuk laconieker op de virusuitbraak: ‘De klant begrijpt het wel’ en ‘je merkt dat de voorraden opgemaakt worden’. Maakt het eigenlijk uit waar je je onderdelen inkoopt als het coronavirus een wereldwijde epidemie veroorzaakt?

Check je inkoopbeleid

Anton Duisterwinkel

Anton Duisterwinkel

Ik zie het coronavirus vooral als aanleiding om na te gaan denken over het inkoopbeleid. Er zijn voldoende andere redenen die van blijvend belang zijn. Om te beginnen is het riskant om van één land afhankelijk te zijn, zeker als dat land al meermalen radicaal export heeft stopgezet. Of het nu gaat om beschermingsmiddelen, zeldzame metalen of kritische onderdelen, het resultaat is op zijn minst dat de kostprijs flink stijgt. Ondernemers kijken ook naar lokale bedrijven voor kortere levertijden, hogere kwaliteit en betrouwbaarheid. Voor prototypes, kleine series en kritische of complexe onderdelen is snelle en goede communicatie ook een duidelijk voordeel. Bij productie in het verre oosten is het weglekken van kennis en IP een zorgpunt dat andere ondernemers tot de conclusie brengt om lokaal te produceren.

Denk na over circulair

Voor de overheid gelden andere overwegingen. Vanuit militaire en geopolitieke ontwikkelingen is het wenselijk de capaciteit en kunde in de EU te hebben voor het maken van kritische componenten voor bijvoorbeeld telecommunicatie en energieopwekking. Dan zul je toch zo nu en dan ook wat moeten bestellen bij die leveranciers. Voor overheden is het bovendien wenselijk lokaal te produceren, vanwege werkgelegenheid, toegevoegde waarde en belastinginkomsten. En dan begin ik nog niet over duurzaamheid: productie in landen die zich weinig gelegen laten aan milieu en arbeidsomstandigheden, transport met extreem vervuilende megaschepen en schimmige productieketens waardoor circulariteit onmogelijk te realiseren is. Circulariteit wordt the next big thing in de maakindustrie na smart industry, mark my words.

Overweeg reshoring en inkoop in Europa

Tal van goede redenen om na te denken over het inkoopbeleid. Overheden en OEM’s doen er mijns inziens goed aan om hun leveranciers te eisen dat een flink percentage van de onderdelen in de EU wordt besteld. Als de toeleveranciers dat niet zelf al gaan doen. Ook reshoring, het terughalen van productie naar Nederland, komt weer in beeld. Smart Industry maakt dat in steeds meer gevallen interessant. Als het coronavirus leidt tot koortsachtig nadenken over regionale inkoop en productie, dan is dat toch een zilveren randje aan een donkere wolk. Ik ben benieuwd hoe andere ondernemers hier naar kijken – en al dan niet in actie komen.

Dit opinie-artikel is geschreven door Anton Duisterwinkel. Wil jij reageren op dit artikel? Doe dit dan via LinkedIn of Twitter

Meer weten?

Mail: Anton Duisterwinkel, Programmamanager SMITZH

Wereldwijde belangstelling voor uniek tuinbouwevent RoboCrops

Het is wereldwijd het allereerste event dat de robotica en tuinbouw met elkaar verbindt. Op 23 en 24 april wordt RoboCrops georganiseerd, een internationaal event om robotica-oplossingen naar de kas te brengen. Telers, techbedrijven, universiteiten en investeerders inspireren en dagen elkaar uit. Doel: nieuwe toepassingen ontwikkelen door middel van sensoren, robotarmen, autonome voertuigen en het gebruik van AI en data. Tomaten plukken zonder ze te pletten blijkt namelijk zo eenvoudig nog niet. Er is veel aandacht voor het event, niet alleen vanuit onze buurlanden, maar ook vanuit Japan, Canada en Israël. De behoefte om elkaar beter te vinden en samen tot doorbraken te komen, blijkt groot.

Kansen robotica in glastuinbouwsector

Nog voordat het programma definitief is, bevestigden Lely, Panasonic, Rijk Zwaan en gerenommeerde hoogleraren hun komst. Dat zij en bedrijven als KINOVA en Ecoation bereid zijn vanuit Canada naar het Westland af te reizen bewijst dat het onderwerp leeft en dat de wil om samen te werken groot is. Er ontstaat een steeds grotere betrokkenheid bij wereldwijde vraagstukken door de groeiende wereldbevolking, klimaatverandering en een toenemende vraag naar veilig en gezond voedsel. Dat hier kansen liggen voor robotica is duidelijk. En dat de allereerste cross-over tussen robotica en tuinbouw hier plaatsvindt is ook niet verwonderlijk. Zuid-Holland heeft niet één, maar vele topsectoren in huis. Techbedrijven hebben daardoor toegang tot alle eindmarkten. Alleen door samen te werken, zal men ook daadwerkelijk praktijkoplossingen kunnen ontwikkelen en opschalen.

RoboCrops

Ook aanwezig zijn op RoboCrops?

Op de website vind je meer informatie. Je kunt je hier aanmelden.

Autonoom oogsten is nog niet makkelijk: plukken of niet plukken?

Om een robot autonoom te laten oogsten, moet hij kunnen waarnemen (waar is de tomaat?), denken (wel of niet plukken?), en handelen (plukken en in een container plaatsen). Hoewel er goede vooruitgang is geboekt in de ontwikkeling van oogstrobots in het algemeen, worden deze nog steeds niet op grote schaal gebruikt in onze kassen. Vooral zachtere gewassen, zoals tomaten, paprika’s en aardbeien, leveren problemen op. Door internationale telers en techbedrijven bijeen te brengen en studenten uit te dagen oplossingen te ontwikkelen, hoopt RoboCrops een wereldwijde versnelling in gang te zetten.

Programma

23 april: robotica-ontwikkelingen en hackathon

Op 23 april worden telers en andere aanwezigen op de hoogte gebracht van de nieuwste ontwikkelingen in de robotica voor de glastuinbouw. Dagvoorzitter is Peter Jens, Director Strategic Alliances bij Koppert Biological Systems. Hij houdt zich bezig met landbouw-, voedsel- en voedingsvraagstukken over de hele wereld en bevordert samenwerking tussen boeren, coöperaties en onderzoeksinstituten. Keynotes worden gegeven door o.a. André van Troost, CEO bij Lely, de internationaal opererende nummer één producent van robots en datasystemen voor de melkveehouderij. Ook Josse de Baerdemaeker staat op het podium. Hij is professor Mechatronica, Biostatistiek en Sensoren aan de KU Leuven en wordt wereldwijd erkend als de grondlegger van de basisprincipes in de precisielandbouw.

Naast het dagprogramma in World Horti Center starten studenten van de TU Delft en Universiteit Wageningen die dag aan een hackathon in het Delftse fieldlab RoboHouse. Deze hackathon kan ’s avonds via livestream gevolgd worden tijdens het netwerkdiner in World Horti Center.

24 april: technische uitdagingen en hackathon

Op 24 april verkennen techbedrijven, universiteiten en andere geïnteresseerden in World Horti Center samen de technische mogelijkheden en uitdagingen voor robotica in de tuinbouw. Zij doen dit onder leiding van Jim Stolze, die met kennis van MIT en Singularity University Aigency opzette, een bedrijf dat oplossingen levert op het gebied van kunstmatige intelligentie. O.a. groenteveredelaar Rijk Zwaan staat die dag op het programma en ook Jaimy Siebel, Managing Director bij RoboValley en RoboHouse geeft acte de presence. Aan het einde van de dag pitchen de studenten, die de nacht door werken in fieldlab RoboHouse, hun hacks in World Horti Center. Op beide dagen is er uiteraard voldoende gelegenheden voor matchmaking tussen aanwezige bedrijven.

Ook deelnemen aan dit unieke event?

De organisatie van het event is op dit moment nog in volle gang. Op de website van RoboCrops vind je meer informatie. Geïnteresseerden kunnen zich hier aanmelden. Er is nog een beperkt aantal plaatsen vrij voor deelnemers, sponsoren en standhouders en sprekers. In de aanloop naar het event is op dit YouTube-kanaal een serie vlogs te volgen over robotica in de kas.

Diverse beurzen en events uitgesteld door Coronavirus

In verband met het Coronavirus hebben diverse organisaties afgelopen dagen besloten hun beurzen en events uit te stellen. Mocht je komende tijd gepland hebben een beurs of event te bezoeken, check dan goed de laatste informatie vanuit de organisatie hierover. Wij geven je alvast een opsomming van belangrijke events voor de maakindustrie die verzet zullen worden.

  • De Hannover Messe is uitgesteld en zal plaatsvinden van 13 t/m 17 juli 2020. Wij zullen binnenkort bekend maken wat dit voor consequenties heeft voor het SMITZH-aanbod om gezamenlijk de beurs te bezoeken. Lees hier het persbericht.
  • TechniShow en ESEF Maakindustrie worden uitgesteld naar 1 t/m 4 september 2020. Lees hier het persbericht.
  • Op 17 maart 2020 zou de Smart Industry Kickoff Jaarevents plaatsvinden, als onderdeel van ESEF Maakindustrie en TechniShow. De Smart Industry Kickoff Jaarevents, zal daarom niet in de huidige vorm doorgaan. In welke vorm de kickoff gaat plaatsvinden, wordt deze week bekend gemaakt. Het Smart Industry Jaarevent is in voorgaande jaren een eenmalig evenement geweest. Dit jaar worden in de laatste week van september en in de eerste week van oktober 2020 op vijf locaties events in de regio’s georganiseerd. De landelijke kickoff zou de aftrap zijn voor deze nieuwe opzet. Lees hier het persbericht.
  • Ook de Eisenwarenmesse, Metav 2020, Mecspe, De Bouw en Agri Vakdagen, Het Light + Building event in Frankfurt en Solar Solutions International zullen verplaatst worden.

HTSM HiTMaT Call 2020: € 25k beschikbaar voor onderzoeksproject

Holland High Tech organiseert jaarlijks de HiTMaT Call (Connecting High Tech pps in Maatschappelijke Thema’s). Wetenschappers en onderzoeksinstellingen kunnen een bedrag van € 25.000,- aan kiemgeld winnen voor het oplossen van maatschappelijke uitdagingen waarin met minimaal één ondernemer samengewerkt wordt. De initiatieven van vorig jaar kregen landelijke media-aandacht.

Een open call voor hightech innovatieonderzoek dat zowel binnen HTSM als bij één van de onderstaande maatschappelijke thema’s past:

  • Gezondheid en Zorg
  • Veiligheid
  • Klimaat en Circulaire Economie
  • Mobiliteit
  • Landbouw, Water en Voedsel

De HiTMaT Call for Proposals 2020 is geopend op 21 februari 2020. Deadline voor het indienen van aanvragen is: 2 juni 2020, 14:00 uur.

Meer weten?

Bezoek de site van Holland High Tech

In één klik van tekening naar product. Rapid manufacturing

Auteur: Steven de Jong

Het Zoetermeerse bedrijf Curve Works staat op het punt om door te breken met een revolutionaire productiemethode voor kunststof scheepsrompen die nu nog van metaal gemaakt worden. Fieldlab SAM|XL heeft Curve Works geholpen met de automatisering. Internationale concurrentie zit het Zuid-Hollandse maakbedrijf op de hielen.

Francois Geuskens en Tahira Ahmed hadden beiden een felbegeerde baan in de lucht- en ruimtevaartindustrie toen ze besloten om een bedrijfje te beginnen in een loods op een tochtig bedrijventerrein in Zoetermeer. Francois werkte bij het gerenommeerde Airbus en zijn vrouw Tahira bij Airborne. Beiden met een PhD van de TU Delft op zak, een indrukwekkend CV en samen meer dan dertig jaar ervaring in het ontwerpen van composieten constructies, ofwel: vezelversterkte kunststof.

Onder de naam Curve Works werd de start-up geregistreerd. Het was 2015 en meer dan een idee was er niet. Vijf jaar later blikt Francois terug, te midden van platen en andere halffabricaten. Wat hem destijds wakker hield? “Stel, je wil duizend gewelfde panelen uit één mal halen. Dan kun je er één van staal maken, dat is afschrijfbaar op zo’n groot aantal. Maar bij kleine series is dat niet te verantwoorden. Er worden ook wel piepschuimmallen gemaakt, maar die eindigen in de container.”

Wat een verspilling, dacht Francois. Vooral in de bouw van jachten: daar worden gigantische mallen gebruikt om in één keer een romp te maken. Blijkt de mal niet helemaal goed, dan moet alles opnieuw. Online stuitte hij op Adapa, een Deense machinefabriek die een ‘adaptive mould’ had ontwikkeld voor organisch gewelfde betongevels. Ieder paneel uniek dus. Deze mal kon telkens een nieuwe vorm aannemen. Stel je een slaapmatje voor met daaronder honderden stalen pinnen die op commando in- en uitschuiven en zo het matje (in dit geval de mal) in de gewenste vorm duwen.

“Telkens een nieuwe mal voor een klein paneel is monnikenwerk, om maar niet te spreken van de enorme afvalstroom.”

Wat als ik zo’n machine laat maken voor composiet, dacht Francois. Dat kan de scheepsbouw naar een hoger plan tillen. Kunststof jachten zouden voortaan net zo gebouwd kunnen worden als metalen schepen: met losse panelen op een skelet, ieder op een unieke manier gevormd, afhankelijk van de plek in de romp. Telkens een nieuwe mal voor een klein paneel is monnikenwerk, om maar niet te spreken van de enorme afvalstroom.

hiervoor_wil_CW_rompen_maken

Vooral zeiljachten hebben baat bij composieten rompen, dat maakt ze sneller dan metalen exemplaren. Beeld: Curve Works

Dit is de meest complexe vraag die we hebben gehad, hoorde hij van Adapa. De bouw zou een paar honderdduizend euro kosten en hij moest zelf specificaties aanleveren. Negen maanden later had hij die berekend en een businessplan geschreven. De order kon geplaatst worden. Eenmaal afgeleverd, moest er nog een oven rondom de mal gebouwd worden. Ook was het nog zoeken naar de ideale samenstelling van het materiaal. De composieten panelen die hij voor scheepsrompen in gedachten heeft, bestaan uit glasvezel aan de buitenkant en schuim in het midden. Licht en impactbestendig.

“Ik zei: of ik sluit de toko, of je zegt je baan op en we gaan buffelen totdat het een succes is.”

“Ik runde Curve Works eerst alleen”, vertelt Francois. “En kwam er al snel achter dat ik niet telkens mijn aandacht kon verdelen tussen productie en verkoop.” Een gekwalificeerde mededirecteur werven was echter niet zou eenvoudig. Ervaren ingenieurs wilden stabiliteit en een goed salaris. En een pas afgestudeerde zag hij niet zitten. Toen wendde Francois zich tot zijn vrouw en vakgenoot Tahira Ahmed. Zij werkte als manager bij Airborne, producent voor lucht- en ruimtevaart. “Ik zei: of ik sluit de toko, of je zegt je baan op en we gaan buffelen totdat het een succes is.” Doelend op de verplichtingen die hij was aangegaan: “We zaten er hoe dan ook al met zijn tweeën in.” Sinds Tahira in de directie stapte, kan Francois zich weer helemaal op de techniek richten. “Tahira kwam erbij omdat CurveWorks er anders niet meer was geweest.”

toepassing_kantoorgevel

Mogelijke toepassing: gewelfde kantoorgevels waarin ieder paneel uniek is. Beeld: Curve Works

“Francois zegt het wat hard”, nuanceert Tahira. “Ja, ik heb mijn baan opgezegd. Maar dat was vooral omdat ik zo geloofde in Curve Works. Eerst kijk je tegen een berg op, maar door onze ervaring weten we hoe we dingen moeten aanpakken. Toen we onze visie en missie helder hadden, zeiden we tegen elkaar: dit gaan wij bereiken!” Die visie luidt: no-waste from tooling. Specifiek voor de markt van kleine series, waar de mal een enorm aandeel heeft in de ecologische voetafdruk. “We gaan dit ook uitrollen naar andere bedrijven”, vertelt Tahira. Ondertussen ontwikkelen ze nog een andere techniek: het frezen van een mal uit een ‘tooling block’, dat daarna omgesmolten kan worden. “De klant huurt dan een mal die wij later terugnemen”, legt Francois uit.

“Die visie luidt: no-waste from tooling.”

De nabewerking automatiseren

Tegen de wand staat een enorm scherm. Een raam voor een watertaxi, verklaart Tahira. Op haar laptop laat ze een watervoertuig zien dat boven het water lijkt te zweven, een hydrofoil. Neemt de snelheid toe, dan duwen de vleugels onder de romp de boot boven het water. De aandrijving is elektrisch. Geen emissie, golven en geluid. Het Franse SeaBubbles wekte al de interesse van CNN met deze ‘taxi van de toekomst’. Toen het bedrijf voor een Zwitserse veerdienst tien ramen nodig had, bleek Curve Works de partij die het snelst en goedkoopst kon leveren.

Tahira: “Toen we de tekening binnen hadden, konden we beginnen. We warmden het materiaal op en lieten de machine zijn werk doen. In één klik van tekening naar product. Rapid manufacturing.” Hoe kan zo’n bedrijf Curve Works vinden voor zo’n klus? “Voordat wij operationeel waren, hadden we al een website”, zegt Tahira. “Toen zagen we al dat mensen ons vonden op basis van zoektermen als ‘curved panel’. Die site hielp ons bij de marktanalyse: krijgen we belletjes en e-mailtjes? Dat bleek zo te zijn. En zo heeft SeaBubbles ons dus ook gevonden.”

SeaBubbles

SeaBubbles watertaxi

Tahira springt op de machine, op het vlak van twee bij vier meter waarop de platen gebogen worden. Dat gaat volgens het principe van thermovormen, legt ze uit. Opwarmen, vormen, koelen en harden. “We spuiten niks, alles komt droog op de mal. Clean manufacturing: geen dampen.” De specificaties worden via het programma Rhino3D omgezet in een CAD-ontwerp. Vervolgens vormt de mal zich naar die tekening.

“We hebben een geavanceerd apparaat, maar de nabewerking is dat nog niet.”

Tahira: “We hebben een geavanceerd apparaat, maar de nabewerking is dat nog niet. Zodra een paneel gebogen is, moet het uitgesneden en getrimd worden, langs de omtrek die een laserprojector op het vlak schijnt. Dat is heel arbeidsintensief.” Om dat te automatiseren, heeft Curve Works hulp van externen nodig. Tegelijk is dit precies het soort project dat SMITZH graag ondersteunt.  SAM|XL, één van de zeven SMITZH-fieldlabs, is een centrum op de TU Delft Campus gespecialiseerd in het automatiseren van de productie van composieten constructies.

SAMXL

Experiment met robotarm (niet die voor Curve Works) in het fieldlab. Beeld: SAM|XL

Automatiseren is niet eenvoudig, vertelt Didier van der Horst, werkzaam bij SAM|XL. “Veel bedrijven weten niet waar ze moeten beginnen, het ontbreekt ze aan ruimte en ze willen hun huidige proces niet verstoren. Ook moet je veel nieuwe technieken samenbrengen, die specialistische bedrijven niet beheersen. Wij zijn er als non-profit organisatie voor om die drempels weg te nemen en bedrijven door het doolhof te leiden. Het komt erop neer dat je je je Research & Development versnelt door binnen de SAM|XL-community de eerste stappen richting smart advanced manufacturing te zetten.”

“Onze community is de brug tussen maakbedrijven en robotleveranciers.”

Dat is veel goedkoper dan alles zelf doen, legt Van der Horst uit. “Je wordt lid van een community waarin experts, zoals een programmeur of automatiseerder, en apparatuur, zoals een robot, gedeeld worden. Onze community is de brug tussen maakbedrijven en robotleveranciers.” Elk maakbedrijf in de composietenbranche kan bij het fieldlab aankloppen, verzekert hij. Er wordt dan eerst bekeken of SAM|XL de benodigde technieken kan leveren of ontwikkelen. En of de visie van het fieldlab past bij de ambitie van het maakbedrijf. Bij groen licht wordt het project opgetuigd: er wordt een technisch team geformeerd, het bedrijf wordt participant in SAM|XL en dan is het “samen innoveren”. SAM|XL richt zich nadrukkelijk op de bedrijven die een productielijn voor enkelstuks of kleine series hebben.

Freesgereedschap aan robotarm

Om Curve Works verder te helpen, faciliteert SAM|XL experimenten met freesgereedschap aan een robotarm. “We willen de markt openbreken voor kleine scheepswerven”, zegt Tahira. “Als zij op de traditionele manier een composieten jacht maken, zijn ze miljoenen kwijt aan infrastructuur. Met onze methode heb je geen grote mal of oven meer nodig, alleen een skelet waar panelen op geklikt worden. Zoals metalen rompen gemaakt worden, zo kan dat straks ook met kunststof rompen.”

tahira_presentatie

Tahira Ahmed, algemeen directeur van Curve Works, presenteert haar adaptieve mal. Foto: Curve Works

Hoeveel impact zo’n innovatie kan hebben? Een composieten romp is twee keer zo licht als een metalen exemplaar, waardoor het schip veel minder diep ligt. Dat betekent minder energie voor dezelfde vaarsnelheid. Op dat moment van creatieve destructie koerst Curve Works, met wind in de zeilen van SAM|XL. In de woorden van Francois Geuskens: “We buffelen totdat het een succes is.”

Links:

Informatie over de SAM|XL Community

Promotiefilm over Curve Works, presentatie door Tahira Ahmed

Tahira Ahmed in februari 2018 in een Duurzaam-item op RTL7

Geluidloos fragment Curve Works-mal in actie (29 oktober 2018)

Instructiefilmpje Adapa (het Deense bedrijf dat de mal leverde)

 

MARKET 4.0: Europese marktplaats voor producenten en leveranciers

In het Europese project MARKET4.0 wordt een digitale omgeving ontwikkeld voor de samenwerking tussen maakbedrijven en technologische toeleveranciers. Ook kennis- en onderzoeksinstellingen kunnen toegang krijgen tot het platform. MARKET4.0 wordt ingericht voor drie focusgebieden: metaalbewerking, plastic- en composieten en high-tech equipment. Jij kunt (samen met je ketenpartners) subsidie krijgen als je aan dit initiatief wilt deelnemen. Op het MARKET4.0-platform ontwikkel je nieuwe (software) diensten om beter samen te werken in de keten. Subsidieaanvragen zijn mogelijk vanaf 1 maart tot en 29 mei 2020.

MARKET 4.0 wordt gesubsidieerd met geld vanuit Horizon2020, een groot Europees onderzoeks- en innovatieprogramma. Het is opgezet zodat maakbedrijven sneller en betrouwbaarder samen kunnen werken. Door op een gecontroleerde manier meer data te delen in de keten, zou er meer transparantie in de supply chain kunnen ontstaan, waardoor makkelijker geïnnoveerd kan worden. Veel mkb’ers lopen er nu tegenaan dat het uitwisselen van gegevens in de keten hoge kosten en grote veiligheidsrisico’s met zich meebrengt. Deelname aan MARKET4.0 zou dit moeten vergemakkelijken. Op dit moment is er al een omgeving gebaseerd op het Nederlandse Smart Connected Supplier Network (SCSN) en de onderliggende International Data Spaces (IDS) standaard voor datadeling. Binnenkort wordt dit uitgebouwd met geavanceerde functionaliteiten zoals simulaties, VR/AR, digital twinning en supply chain visibility.

MARKET40Er is plek voor 14 projecten die € 50.000,- of € 100.000,- funding kunnen krijgen, afhankelijk van het voorstel. In totaal ben je een jaar bezig met het project. Naar verwachting starten de eerste gefinancierde projecten rond augustus 2020. SMITZH helpt graag als je meer wilt weten of deelnemen aan dit initiatief. Meer informatie is te vinden op de site van MARKET4.0.

SLIM: subsidieregeling leren en ontwikkelen

Heb jij plannen om een bedrijfsschool op te richten, loopbaanadviezen voor je werknemers te regelen of om met je personeel of collega’s te werken aan nieuwe vaardigheden? Het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid stelt € 48 mln. beschikbaar voor initiatieven gericht op het stimuleren van leren en ontwikkelen in het mkb. Vanaf 2 maart kunnen mkb-ondernemers individueel of in samenwerkingsverband een aanvraag indienen. In september volgt een tweede aanvraagronde.

Waarom deze regeling?

In het mkb is het minder gebruikelijk dat medewerkers hun kennis en vaardigheden up to date houden tijdens hun werkende leven. Logisch want werkgevers hebben daar vaak minder kennis van of tijd en geld voor dan in grotere bedrijven. Het doel van de Stimuleringsregeling leren en ontwikkelen is om werkgevers in het mkb meer in te laten te zetten op scholing en een leven lang ontwikkelen in hun organisatie. Zowel externe kosten als eigen interne (loon)kosten komen in aanmerking voor subsidie. Met de SLIM-regeling kan dus ook subsidie verkregen worden voor een (geheel) intern project.

Voor wie?

De subsidieregeling staat open voor zowel individuele mkb-ondernemingen als samenwerkingsverbanden in het mkb. Een samenwerkingsverband kan, naast mkb-ondernemers, bijvoorbeeld bestaan uit: O&O-fondsen, sociale partners, brancheverenigingen en onderwijsinstellingen. De SLIM-regeling is bedoeld voor het gehele mkb. Hieronder valt het kleinbedrijf (< 50 werknemers en het middenbedrijf (< 250 medewerkers en jaaromzet < € 50 mln. of balanstotaal < € 43 mln.). Individuele bedrijven kunnen vanaf maandag 2 maart en tot en met dinsdag 31 maart indienen. Voor zowel een midden- als kleinbedrijf is er maximaal € 24.999,- aan te vragen. Samenwerkingsprojecten kunnen worden ingediend vanaf 1 april tot en met 30 juni 2020. Per samenwerking wordt maximaal € 500k  en € 200k toegekend.

Subsidiabele activiteiten/projecten

De SLIM-subsidie is bedoeld voor vier soorten projecten:

  • Het doorlichten van de onderneming, om een opleidings- of ontwikkelplan te realiseren waarmee de scholingsbehoefte vanuit de onderneming inzichtelijk wordt;
  • Het verkrijgen van loopbaan- of ontwikkeladviezen ten behoeve van werknemers in de onderneming;
  • Het ondersteunen en begeleiden bij het ontwikkelen of invoeren van een methode die werknemers in het bedrijf stimuleert hun kennis, vaardigheden en beroepshouding te ontwikkelen tijdens het werk;
  • Het aanbieden van praktijkleerplaatsen ten behoeve van een bedrijfsopleiding (of een deel daarvan) in de derde leerweg bij een erkend leerbedrijf.

Meer weten?

Meer informatie over de SLIM-regeling, de aanvraagtijdvakken en de aanvraagcriteria is te vinden op de website van Sociale Zaken en Werkgelegenheid. Binnen SMITZH hebben we veel expertise in huis op het gebied van leren en ontwikkelen in de maakindustrie en het opzetten van skillslabs. Marie-Claire van Doremalen van de Koninklijke Metaalunie en Aad van Pelt van InnovationQuarter helpen jou graag bij het leggen van verbindingen en opzetten van projecten.

 

Smart Industry Workshops: gratis oriënteren op slimmer produceren

Werk jij in de maakindustrie en zou je graag je productie willen verbeteren door de toepassing van slimme maaktechnologie, maar weet je niet goed welke technologie jou waar de meeste voordelen oplevert? Zijn veel events en workshops te generiek voor jouw vragen? Wil je weten wat IoT, Machine Learning, 3D-printen of data-analyse betekenen voor jouw bedrijf? Je kunt nu gratis een maatwerk workshop volgen om je te oriënteren op de mogelijkheden van slimme maaktechnologieën voor jouw bedrijf.

Waarom gratis workshops?

SMITZH heeft geld ontvangen voor deze regeling vanuit het initiatief Kansen voor West, een investeringsprogramma van de vier grote steden dat Europese subsidie (EFRO) omzet in projecten die het innovatieve mkb ondersteunen.

De regeling is bedacht om meer toepassingen van Smart Manufacturing (slimme maaktechnologie) in onze regio te stimuleren. We merken dat veel mkb-maakbedrijven de informatie over slimme technologieën vaak te generiek vinden en antwoord willen op de vraag wat het voor hen kan betekenen.

Daarom dit aanbod voor een workshop die op maat voor jouw bedrijf gemaakt wordt. Uiteraard ben je ook vrij met deze regeling gebruik te maken van een bestaande workshop, zolang maar inzichtelijk wordt welke (shortlist van) toepassingen van slimme maaktechnologie voor jouw bedrijf interessant zijn.

IoT Academy Workshop

Workshop bij IOT Academy

Expertise van de SMITZH-fieldlabs

Wil je weten welk fieldlab jou zou kunnen helpen? De expertise van de SMITZH-fieldlabs kun je hier vinden. Voorbeelden van workshops die recent gegeven zijn: RoboCanvas, Machine Learning en Automatisering van een bestaand proces (RoboHouse); Digital Twinning en AI (DFC); Cybersecurity en Smart Manufacturing (Duurzaamheidsfabriek) en 3D-printing (RAMLAB). In de workshop RoboCanvas verkenden ruim 40 tuinders uit de regio onlangs de mogelijkheden voor automatisering met slimme robottechnieken. Ze deden dit aan de hand van een door het fieldlab ontwikkelde methode die keuzes en kosten inzichtelijk maakt. In onze Agenda zijn ook regelmatig workshops te vinden van onze fieldlabs of externen. Zo biedt de IoT Academy bijvoorbeeld introducties en deep dives in IoT aan op locatie en online.

RoboHouse workshop

Workshop bij fieldlab RoboHouse

Ik wil dit. Wat moet ik doen?

Er zijn in totaal 30 EFRO-vouchers met een waarde van max € 5.000,- ex btw beschikbaar t/m 16 juli 2021. Op is op. Het bedrag wordt toegekend na het volgen van de workshop en overdragen van een aantal documenten. Stap 1: vraag een expert naar keuze of fieldlab een workshop te verzorgen en check samen bij Anton Duisterwinkel of je in aanmerking komt voor een voucher (de vouchers kunnen al vergeven zijn; het moet om slimme maaktechnologie gaan; en je moet aantonen dat je bedrijf een mkb-bedrijf is door een geïntegreerde MKB-verklaring in te vullen). Stap 2: volg de workshop met de mensen die belangrijk zijn voor het draagvlak (denk aan: directeur, financieel verantwoordelijke en productieleider). Stap 3: stel samen met de workshopgever een prestatieverklaring op waaruit blijkt dat je bent geweest en nu een shortlist hebt met mogelijke toepassingen die voor jouw bedrijf van toepassing zijn. Jij of de workshopgever krijgt nu de kosten terug. Daarna kun je besluiten zelf de haalbaarheid te toetsen van die toepassingen, of dat je daar een onafhankelijke adviseur voor inschakelt. In dat laatste geval kun je de helft van de kosten ook weer vergoed krijgen bij Kansen voor West, tot een maximum van € 10.000,-.

Vragen?

Mail Anton Duisterwinkel, Programmamanager SMITZH

 

Resultaten project Toegepaste Innovaties Maritieme Automatisering

Tijdens de bijeenkomst ‘Samen Slim’ op 10 februari in fieldlab de Duurzaamheidsfabriek, zijn de resultaten van het EFRO-project Toegepaste Innovaties Maritieme Automatisering (TIMA) bekend gemaakt. In de maritieme maakindustrie en in de jacht- en scheepsbouw in het bijzonder, is vaak sprake van maatwerk. Enkelstuks die veelal handmatig worden gesneden en gelast en waarvoor specialistische kennis en ervaring nodig is. Dit lijkt innovatie moeilijk te maken. In dit project is onderzocht of samenwerking een uitkomst kan bieden.

Binnen TIMA werkten vijf partners vanuit hun verschillende expertises samen aan de digitalisering van de steeds schaarser wordende knowhow en de automatisering van het proces van snijden en lassen van unieke onderdelen. De afgelopen drie jaar zijn binnen deze samenwerking succesvolle innovaties gerealiseerd, op het gebied van de inzet van robotica bij de productie van duurzamere en custommade producten. Deze technische innovaties dragen direct bij aan de verbetering van de concurrentiepositie van de betrokken bedrijven. Ook zorgde de samenwerking voor de borging van vakkennis, de aansluiting onderwijs-beroepspraktijk, de duurzame inzetbaarheid van medewerkers en het aantrekken van een nieuwe generatie jonge professionals.

Om zijn internationale concurrentiepositie te verbeteren, moet de Nederlandse maritieme maakindustrie schepen en scheepsonderdelen sneller, beter en duurzamer produceren. Bijzonder aan TIMA is de manier waarop het innovatietraject is aangevlogen: in een intensieve samenwerking met drie mkb-bedrijven uit de Drechtsteden (Scheepswerf Slob, Machinefabriek De Waal en Valk Welding), het ROC Da Vinci College en het fieldlab de Duurzaamheidsfabriek. TIMA heeft geresulteerd in innovaties op het gebied van ‘Technische Innovaties’, ‘Human Capital’ en ‘Aanpak en Impact van innovatie’.

Technische innovaties

De resultaten van de technologische innovaties binnen TIMA zijn een verhoogde productiviteit, een verkorte doorlooptijd en een minimale fysieke begeleiding bij het productieproces. De robotisering heeft ertoe geleid dat vakkennis binnen het bedrijf digitaal geborgd wordt en de productiviteit verhoogt, waardoor minder werk hoeft te worden uitbesteed. Dat daarbij een zeer hoogwaardige kwaliteit bereikt wordt, blijkt onder meer uit het feit dat de hightech lasrobot bij De Waal en de operator inmiddels gecertificeerd zijn onder Lloyd’s.

Johan Verlaan, directeur Machinefabriek De Waal: “Wij ontwikkelen en produceren al jaren manoeuvreersystemen aan boord van schepen. Om verder te kunnen innoveren, zijn we een partnership aangegaan met TIMA. De innovatie van dit project houdt in dat de productie van enkelstuks roeren geautomatiseerd wordt. We hebben hele grote stappen gemaakt, zeker op het gebied van engineering en programmering. De samenwerking maakt dat de huidige robot nu wordt omgebouwd tot een XYZ-robot. Zo creëren we drie stations waar we roeren kunnen gaan produceren. En dit is ook waar TIMA mee begonnen is: het lassen van de roeren vanaf de tekenkamer.”

Thijs Weggemans, innovatiemanager Scheepswerf Slob: “Wij bouwen casco’s voor de mooiste superjachten. Dit is altijd een vernieuwend proces en daarom is het van belang om voorop te blijven lopen in de techniek. Binnen het TIMA-project hebben we ontwikkelingen doorlopen met een lasrobot en een plasmasnijrobot. De traditionele aanpak van robotiseren is meer het inpassen van een robot binnen een bestaand productieproces. Wij zien echter nog meer kansen om dankzij robotisering het hele productieproces naar een hoger niveau te tillen en zo kortere doorlooptijden te realiseren, kosteneffectiever te produceren en op een hoger kwaliteitsniveau te werken. Naast de zakelijke kant, zien we dat de medewerkers die nu zelf met de robot bezig zijn, dit leuk en uitdagend vinden. Ze hebben het idee dat ze echt een bijdrage leveren aan de stand van de techniek in de industrie.”

Adriaan Broere, CTO Valk Welding Group: Wij werden TIMA-partner omdat er in de regio Drechtsteden veel maritieme industrie is waarvoor wij nog niet veel kunnen betekenen in de automatisering. Door met twee sterke partners samen te werken konden wij dit oppakken. Een ontwikkeling uit TIMA is dat wij doorgaan met de ontwikkeling van de arc-eye lasercamera. Doordat de lasser alles ziet door de lascamera, kan hij de snelheid van het lassen of de draadsnelheid variëren. Ook gaan we door met de ‘digitale pen’, een idee waarmee we ooit dit project zijn begonnen. Met deze digitale lastoorts kunnen ervaren lassers exact aangeven hoe er gelast moet worden. De pen zet dit vervolgens om in een digitale tekening waarmee een robot het laswerk uitvoert. Als spin-off hebben we een hele virtuele omgeving gemaakt. Dit heeft als grootste winst dat een traditionele lasser op eenvoudige wijze kan leren een robot te programmeren.

Aanpak en impact van innovatie in het mkb

Het proces van ontwikkeling van innovaties is binnen TIMA hand in hand gegaan met het leren toepassen en het introduceren ervan in de productieprocessen. Het ‘innoveren met de werkvloer’ heeft ertoe geleid dat veel latent aanwezige knowhow bij de maritieme bedrijven inmiddels digitaal geborgd is in databases. Door de directe koppeling met het onderwijs zijn de innovaties bovendien geborgd in de reguliere techniekopleidingen en in cursusopbouw in het kader van leven lang ontwikkelen. Er is een – nog steeds groeiend – ecosysteem ontstaan waarin onderwijs (studenten en docenten) en bedrijfsleven (medewerkers en management) leren van elkaar.

Daan Wortel, Innovatie Manger bij de Duurzaamheidsfabriek: De Duurzaamheidsfabriek bood een open innovatieomgeving en zorgde ook voor disseminatie naar regionale, landelijke en Europese netwerken en koppelingen met andere initiatieven, zoals beoogd met de ondersteuning vanuit EFRO. Het sluit aan bij de agenda’s van de landelijke stuurgroep Smart Industry en het Platform Talent voor Technologie (Katapult) en de aanpak van de Topsectoren, in hun nieuwe meerjarenprogramma’s rond learning communities. De afsluiting van TIMA vormt ook de doorstart naar de volgende fase van innoveren. We zijn vanuit het TIMA-project het Expertisecentrum Slimme Maakindustrie gestart en proberen zo bedrijven uit te nodigen om hier hun kennis te ontwikkelen, en de kennis die wij hebben opgedaan op te halen. TIMA heeft inmiddels tot verschillende spin-offs geleid, zoals een Digtal Twin-project en een uitbreiding van het netwerk door samenwerkingen nieuwe bedrijven, zoals 10XL en Systems Navigator.

Human capital aspecten

Net als de meeste technische sectoren heeft de maritieme maakindustrie te maken met aanzienlijke uitdagingen op het gebied van human capital. Er is vaak sprake van enkelstuks maatwerk, wat neerkomt op hoogwaardig vakmanschap. De bedrijven ‘vergrijzen’ waardoor de benodigde specialistische kennis en ervaring schaarser wordt. Daarbij neemt ook de instroom van jongeren in relevante beroepsopleidingen af. Veel bedrijven zien zich dan ook genoodzaakt dit werk uit te besteden aan het buitenland. Binnen TIMA zijn waardevolle stappen gezet op het gebied van innoveren en leven lang ontwikkelen. Door de inzet van nieuwe technologieën is het de bedrijven gelukt hun productiviteit te verhogen; specialistische vakkennis te borgen in de organisatie en het werk in de maritieme maakindustrie aantrekkelijker te maken voor zowel ‘zittende’ vakspecialisten als jonge technici, zoals ICT’ers, engineers en werktuigbouwkundigen.

Marc Meijer, sectordirecteur Techniek & Media Da Vinci College: “Wij zijn partner geworden in het TIMA-project omdat het optimaal vorm geeft aan het hybride onderwijs dat wij bieden. Leren, werken en innoveren, dat komt hier samen. Binnen TIMA hadden studenten echt een inbreng en dat is niet alleen kennis halen, maar ook kennis brengen. En dan krijg je een soort omgekeerde ‘meester-gezelsituatie’ waarin ze de werknemers van het bedrijf meenemen in de nieuwste technologie. De innovaties worden eigenlijk direct geborgd in het onderwijs, en dat zie je met name bij de studenten werktuigbouwkunde en mechatronica die al werken met de lasrobot. Het vervolg van TIMA binnen Da Vinci wordt goed merkbaar zoals in het Leven Lang Ontwikkelen. Wat we nu al zien is dat bedrijven uit andere sectoren interesse hebben in deze technologie.”

Vragen?

Mail Daan Wortel, Innovatie Manager Duurzaamheidsfabriek