Festo helpt Synchron met labautomatisering

Synchron levert maatwerk automatiseringsoplossingen voor laboratoria. In samenwerking met Festo uit Delft, wereldwijd leverancier van automatiseringstechniek, realiseerde het bedrijf zijn eerste eigen product: een dna-extractiemachine. ‘Voorheen leverden we uitsluitend het concept van de oplossing en lieten dat door een partner bouwen’, vertelt directeur Derk Wilten. ‘In de basis zijn we een softwarebedrijf. We zien de complexiteit van systemen steeds verder toenemen.’

 

Met de komst van Niels Kruize veranderde de marktbenadering. Wilten: ‘Niels vond dat we het bouwen van de oplossing ook veel beter zelf konden doen. Hij had in Engeland goede ervaringen met Festo opgedaan en stelde voor om dat bedrijf bij het project te betrekken.’

Kruize legt uit: ‘Je moet niet zelf opnieuw het wiel uitvinden. Iedere keer iets nieuws bedenken als oplossing, is vragen om fouten. Festo is een grote partner met wereldwijde componentenleveranciers, maar ook service en support. Het heeft een deel van het denkwerk van ons overgenomen. Wat heel prettig is, is dat Festo in veel verschillende markten werkt. Daardoor denken de engineers heel makkelijk out of the box.’

Digitale productie composieten maakt Airborne efficiënter

Hoewel de toepassingen vaak hightech zijn, is de productie van hoogwaardige composieten voor een aanzienlijk deel nog handwerk. Bij het Haagse Airborne, één van de partijen achter het fieldlab DFC, werken ze daarom aan nieuwe automatiseringsconcepten. Die digitale productie maakt het bedrijf op twee manieren efficiënter. ‘Ten eerste kunnen we de ontwikkeltijd – en dus de time to markt – verkorten’, zegt Airborne-cto Marcus Kremers. ‘En ten tweede kunnen we tijdens de productie veel sneller de leercurve doorlopen en eerder problemen oplossen en verbeteringen doorvoeren.’

De digitalisering van de productie verloopt in drie stappen: mechanisch ontwerp middels 3d cad, de ontwikkeling van de besturing en het productieproces zelf. ‘Normaal zijn deze drie delen in aparte systemen ondergebracht, maar het wordt steeds meer mogelijk dat integraal aan te pakken’, vertelt Kremers. ‘Als we daaraan ook de productiedata kunnen toevoegen, dan maken we de modellen steeds realistischer. Ultiem kan het model zelf het productieproces optimaliseren en autonoom worden.’

Meer informatie?

Lees hier het volledige artikel.

 

Delfts exoskelet wint behendigheidswedstrijd

Een door Delftse studenten ontworpen exoskelet is in het Duitse Düsseldorf winnaar geworden van de Cybathlon Experience, een internationale obstakelrace voor exoskeletten. Dat zijn robotische harnassen voor mensen met een dwarslaesie.

csm_hellingproef_kleiner_7fe46a8a91.jpg

Het exoskelet werd gedragen door Sjaan Quirijns, die sinds 2000 een dwarslaesie heeft. Zij behaalde met de MARCH III de snelste tijd en het hoogste aantal punten. Dankzij verbeteringen aan het pak en intensieve training van Sjaan wist zij de obstakelbaan met vier verschillende hindernissen in iets meer dan 9 minuten succesvol af te ronden.

De Cybathlon Experience vond de afgelopen dagen plaats op de Rehacare, de Duitse vakbeurs voor revalidatie techniek. Verschillende academische en commerciële teams streden tegen elkaar in een race waarbij vier verschillende obstakels moeten worden genomen.

Student Lennart Schut, teammanager van Project MARCH: „We zijn ontzettend trots op deze eerste plek! Maar, nog belangrijker vinden we dat we met de ontwikkeling van deze techniek bijdragen aan het teruggeven van mobiliteit aan mensen met een dwarslaesie.”

Meer informatie?

Bezoek de site van Project MARCH.

ExRobotics kiest Delft voor productie explosieveilige robots

Vorige week opende ExRobotics officieel zijn nieuwe productielocatie in Delft. De nieuwe productiesite ligt nabij de TU Delft en fieldlab Robohouse. De specialist in explosieveilige robots koos voor Zuid-Holland omdat ‘het roboticaklimaat in de provincie veel te bieden heeft op het gebied van r&d’. ExRobotics is een mooi voorbeeld van Smart Manufacturing in onze regio. Exrobotics is het enige bedrijf ter wereld met een werkende, gecertificeerde inspectierobot. Eerder kon ExRobotics al melden dat het tien Exr-1-robots gaat leveren aan de NAM. Deze systemen worden op de nieuwe locatie in Delft geproduceerd en moeten nog dit najaar operationeel worden.

Meer informatie?

Lees hier het volledige artikel.

Leiden cobots en augmented reality tot meer en beter werk?

Na alle verhalen over het oprukken van robots die steeds meer werknemers zouden verdringen, blijkt steeds vaker dat de inzet van zulke machines juist kansen biedt. Vooral mensen met een fysieke, cognitieve of andere beperking hebben baat bij ondersteuning door mensgerichte technologie. Dat blijkt onder meer uit een praktijkproef met zogeheten inclusieve technologie die TNO hield bij Amfors, het sociaal werkbedrijf in de regio Amersfoort. Dat is goed nieuws voor een programma als SMITZH.

SMITZH zet in op een toename van mensgerichte technologie in onze regio. Er zijn veel vacatures in de maakindustrie en tegelijkertijd staan er mensen zonder werk aan de kant. Inclusieve technologie maakt moeilijke taken makkelijk en kan beide problemen helpen oplossen. Zo kunnen ook lager geschoolde medewerkers eenvoudig vaardigheden leren en optimaal presteren.

TNO doet al jaren onderzoek naar de inzet van inclusieve technologie om mensen met afstand tot de arbeidsmarkt aan zinvol werk te helpen en werkenden duurzaam inzetbaar te houden, kortom te includeren in het arbeidsproces. Fysieke of collaboratieve robots (cobots) nemen gedeeltelijk taken over waar mensen met een beperking moeite mee hebben zoals zwaar, gevaarlijk, precies of eentonig werk. Daarnaast maakt augmented reality (AR) het mogelijk instructies op de werkplek te projecteren, waardoor medewerkers zonder voorafgaande training taken kunnen verrichten die ze anders onmogelijk aan zouden kunnen.

In dit achtergrondartikel van TNO lees je meer over de praktijkproef en de mogelijkheden van inclusieve technologie.

Meer informatie?

Lees hier het volledige artikel.

 

Succesvolle start RoboHouse

Fieldlab RoboHouse gaf dinsdag 18 september haar partners een exclusief kijkje in de nieuwe faciliteiten in RoboValley. De pre-opening is de start van een beta-periode waarin het fieldlab met haar gloednieuwe faciliteiten samen met de partners volledig geoperationaliseerd wordt.

RoboHouse is een initiatief van Festo, ABB, TU Delft, TNO, Innovation Quarter en RoboValley. Met één druk op de knop werd de bijzondere entree van RoboHouse door Jaimy Siebel, General Manager RoboHouse, geactiveerd. Hiermee werd RoboHouse in ‘beta’ verklaard tot het fieldlab over een aantal maanden volledig operationeel is. De partners kregen een rondleiding door de gloednieuwe faciliteiten van RoboHouse. Iedereen was enthousiast over hoe de voormalige faculteit Biotechnologie is getransformeerd naar een inspirerend centrum voor robotica. De verschillende ruimtes geven een goed inzicht in alle activiteiten die hier samen met de partners ontwikkeld zullen worden.

Bedrijven kunnen bij RoboHouse ontdekken wat slimme robotica toepassingen kunnen betekenen voor hun eigen organisatie. Daarnaast kunnen ideeën en concepten via workshops en cursussen verder worden uitgewerkt en getest. Studenten en jonge ontwikkelaars kunnen bij RoboHouse aan de slag met het ontwikkelen van nieuwe robotica toepassingen.

Wil je zelf ontdekken wat robotica voor jouw organisatie kan betekenen of leren hoe je zelf robotica kunt ontwikkelen? Neem dan contact op met het RoboHouse team of kijk op www.robohouse.nl.

Meer informatie?

Stuur dan een mail naar: robohouse@robovalley.com 

Eerste SMITZH voucher kiemproject toegekend aan Huisman/RAMLAB

Huisman Equipment en fieldlab RAMLAB gaan samen ‘s werelds grootste offshore 3d-geprinte stalen kraanhaak bouwen. SMITZH financiert de helft van de kosten om samen met RAMLAB de technische en financiële haalbaarheid te onderzoeken. We noemen zo’n gezamenlijk onderzoek tussen fieldlab en maakbedrijf naar nieuwe Smart Manufacturing technologie een kiemproject. En het goede nieuws is: er zijn nog meer vouchers voor kiemprojecten beschikbaar.

RAMLAB maakt gebruik van ‘Wire & Arc Additive Manufacturing’ (WAAM) 3d-printtechnologie. Dat is een nieuwe Smart Manufacturing technologie die zij willen toepassen in een bestaand discreet productieproces. De technologie is ook gebruikt voor de realisatie van een schroef voor DAMEN die inmiddels in gebruik is genomen. De haak voor Huisman zal op dezelfde manier worden gemaakt maar brengt een aanvullende uitdaging met zich mee: de haak zal hol worden om gewichtsbesparing te realiseren. Het kiemproject is gestart om te onderzoeken of aan de technische eisen en wensen kan worden voldaan en of het financieel interessant is om op deze nieuwe wijze te produceren.

Binnen SMITZH is ruimte om meer kiemprojecten te financieren. Kiemprojecten zijn bedoeld voor maakbedrijven of hun technologische toeleveranciers (van start-up tot groot bedrijf) en vinden plaats in samenwerking met één van de aangesloten fieldlabs. Neem gerust contact met ons op, als je vragen of interesse hebt. Binnenkort volgt er meer informatie over vouchers en ander aanbod op de SMITZH website.

Meer informatie?

Stuur dan een mail naar: info@smitzh.nl

Flanders Make bezoekt Dutch Optics Centre en Duurzaamheidsfabriek

Om mogelijkheden tot interregionale samenwerking te onderzoeken, bracht een delegatie van het Vlaamse strategische onderzoekscentrum Flanders Make op 4 september een bezoek aan het Dutch Optics Centre en de Duurzaamheidsfabriek. De twee Zuid-Hollandse Smart Manufacturing fieldlabs dienden als inspirerende locaties voor een nadere kennismaking tussen SMITZH en Flanders Make. Alhoewel de twee initiatieven verschillen in organisatieopzet delen beide het doel de regionale maakindustrie een boost te geven en internationaal te versterken.

Over Flanders Make

Flanders Make is het strategisch onderzoekscentrum voor de maakindustrie in Vlaanderen. Het is een initiatief gesteund door de Vlaamse Overheid, het Limburg Fonds en het EFRO. Flanders Make bestaat uit een community van zo’n 300 onderzoekers geassocieerd aan 5 Vlaamse universiteiten en nog eens 100 in dienst van Flanders Make. Samen doen zij hoogkwalitatief onderzoek; stimuleren zij open innovatie en werken zij aan een gemeenschappelijke industriële onderzoeksagenda. Flanders Make richt zich specifiek op producten (voertuigen en machines) en productie (assemblage). Net als SMITZH probeert Flanders Make regionale ondernemingen, onderwijs- en onderzoeksinstellingen samen te brengen om innovatie in de maakindustrie te realiseren.

  • Rondleiding Dutch Optics Centre

  • Introductie SMITZH

  • Rondleiding Dutch Optics Centre

  • Parallelsessies Flanders Make

  • Parallelsessies Flanders Make

  • Rondleiding Dutch Optics Centre

Themasessies

Naast enkele plenaire presentaties en rondleidingen werd de mogelijke samenwerking vooral intensief verkend in parallelle themasessies tussen experts van beiden partijen.  Op het programma stonden de thema’s: composieten/lijmen; robotica; sensoriek; mensgerichte technologie en blockchain. Tijdens iedere themasessie was er ruimte voor het uitwisselen van kennis en ervaring met bepaalde technologieën; faciliteiten; projecten; expertnamen en vraagstukken uit de markt. Diverse malen twinkelden de ogen aan beiden zijden van de tafel bij het vinden van complementair vraag en aanbod in industriële toepassingen. Een voorbeeld is het doorontwikkelen en testen van het gebruik van exoskeletten op de werkvloer. Hoe zorg je ervoor dat zulke ‘robots die je aantrekt’ het werk echt makkelijker maken en dat ze veilig zijn? Dit is typisch belangrijk voor de zware industrie in zowel Vlaanderen als Zuid-Holland.

  • Bezoek Kaiserslautern

  • Bezoek Kaiserslautern

  • Bezoek Kaiserslautern

 

Samenwerken binnen Europa

Het bezoek van Flanders Make is een eerste aanzet tot structurele en strategische Europese samenwerking voor de Zuid-Hollandse maakindustrie. Gelijktijdig aan het bezoek van de Vlamingen vond in het Duitse Kaiserslautern een bezoek plaats van een Nederlandse Smart Industry delegatie aan de Smart Factory daar. Flanders Make en Kaiserslautern werken al samen. Met SMITZH daarbij zou een sterke partnerdriehoek kunnen ontstaan in de regio Noord-West Europa. Voordelen van Europese samenwerking liggen bijvoorbeeld in het gezamenlijk aan kunnen vragen van Europese fondsen. Ook het uitbreiden van het netwerk en vinden van interessante partners, technologieleveranciers en klanten in Europa is een reden voor samenwerking. Het signaleren en verkennen van kansen in Europa zal makkelijker gaan bij een actieve en structurele uitwisseling van kennis en ideeën tussen meerdere regio’s. De komende periode wordt de mogelijke samenwerking tussen beide partijen verder onderzocht. Wil jij ook meedenken over Europese samenwerking of heb je als maakbedrijf een specifieke vraag die over de grenzen heen gaat? Neem dan gerust contact op met Anton Duisterwinkel om hier verder over te praten.

Meer informatie?

Stuur dan een mail naar: info@smitzh.nl

CEAD haalt met unieke 3D-printertechnologie € 1 mln. subsidie binnen

De kans om op het generieke thema “open innovation” een subsidie binnen te halen uit het Horizon 2020 programma van de Europese Commissie is nagenoeg nihil. Toch slaagde 3D-printerbouwer CEAD uit Delft er deze zomer in een bedrag van € 960.000,- binnen te slepen. Wat is er zo vernieuwend en uniek aan deze technologie? Welk proces doorliep CEAD om deze subsidie te verkrijgen? En wat gaat de 3D-printerbouwer hier mee doen?

Continuous Fibre Additive Manufacturing

CEAD, opgericht in 2014, is een ontwikkelaar en producent van 3D-printers uit Delft (voorheen Rotterdam). CEAD ontwikkelde de Continuous Fibre Additive Manufacturing (CFAM) technologie. Met CFAM wordt een zogenaamde continue vezel toegevoegd aan printmateriaal waardoor de materiaalsterkte en -stijfheid aanzienlijk toenemen. Dit is vooral interessant voor groot formaat onderdelen of eindproducten. Deze continue vezel kan worden toegevoegd aan de meeste thermoplasten (kunststoffen die bij verhitting zacht worden). Een ingebouwde temperatuurregeling houdt het printobject gedurende het gehele printproces op temperatuur om het vervolgens gecontroleerd te laten afkoelen. Dat voorkomt materiaalvervorming. Met het octrooi op deze technologie verovert CEAD een unieke positie in de wereld. De printers kunnen gebruikt worden voor industriële toepassingen op groot formaat. Te denken valt dan aan een cabine voor een hijskraan; een dashboard voor een sleepboot of de neus van een trein. In een later stadium zouden dit ook mallen en eindproducten voor de lucht- en ruimtevaart kunnen zijn. CEAD is een mooi voorbeeld van Smart Manufacturing. Maakwerk dat voorheen handmatig gedaan werd, kan nu geautomatiseerd worden.

Onmisbare subsidiehulp

Bijna een jaar geleden startte GetFunded 010, een initiatief van de gemeente Rotterdam om innovators te helpen bij het voorbereiden van subsidieaanvragen bij het programma Horizon2020 van de Europese Commissie. Getfunded 010 is een samenwerking tussen RVO, InnovationQuarter, RotterdamPartners, de gemeente Rotterdam en fondsenspecialist VanPaz. Ondernemers konden middels een video en business plan hun voorstel indienen en na diverse selectierondes werd de hulp van de diverse instanties ingezet om de aanvraag in te dienen. Volgens Giovanni Pazienza van VanPaz is de succesratio om op het thema “open innovation” van verslag tot daadwerkelijke toekenning van een subsidie te komen nog kleiner dan 1%. Maar met de juiste kennis en steun van de organisaties binnen GetFunded 010 lukte het CEAD om na vier aanvragen, een interview en presentatie in Brussel, afgelopen zomer dan eindelijk een mooi bedrag toegekend te krijgen. De ondersteuning van InnovationQuarter, kwam vanuit Anton Duisterwinkel, senior business developer hightech en programmamanager van SMITZH (Smart Manufacturing Industriële Toepassing Zuid-Holland). Volgens Lucas Janssen, COO van CEAD, kwam de kennis van Anton over de aantrekkelijkheid van de Zuid-Hollandse regio voor composietenproductie goed van pas. Ook de intentie van InnovationQuarter om haar netwerk in te zetten om internationale bedrijven naar CEAD te krijgen, heeft bijgedragen aan de kracht van de subsidieaanvraag.

“Het aanvragen van zo’n subsidie is een ingewikkeld en tijdrovend proces. Gelukkig is er in Nederland heel veel kennis en steun te vinden bij organisaties als InnovationQuarter en de RVO.” – Lucas Janssen, COO CEAD

Concurrentievoordeel Europa doorslaggevend

De doorslaggevende argumenten om CEAD zo’n mooi bedrag toe te kennen, lagen vooral in de impact die het ontwikkelen en produceren van de nieuwe 3D-printertechnologie heeft op de positie van Europa op composieten. De productie voor de maritieme sector is de laatste jaren veelal van Europa naar Azië verplaatst. De 3D-printertechnologie van CEAD maakt het mogelijk om gelijkwaardige producten van composiet tegen eenzelfde of lager bedrag te produceren als in Azië. Assemblage van boten en schepen vindt veelal nog in plaats in Europa, door lokaal te produceren, wordt er bespaard op de transportkosten. Hierdoor worden de totale kosten aanzienlijk lager; zeker voor reserveonderdelen is dat interessant. Daarnaast biedt de technologie nog enkele andere voordelen in vergelijking met de huidige productiemethode. Zo zijn complexe vormen beter te produceren en kunnen verschillende functies beter geïntegreerd worden. Tot slot ontstaat er door de kortere productietijd ook nog het voordeel dat levertijden en ontwikkeltrajecten aanzienlijk kunnen worden ingekort.

Samenwerking met fieldlab SAM|XL                 

Met de subsidie van de Europese Commissie wordt geïnvesteerd in de ontwikkeling  van een experience centre met een 3D-printer met CFAM technologie. In dit experience centre kunnen demonstraties worden gegeven; kunnen enkelstuks en teststukken geproduceerd worden; en kan de technologie verder ontwikkeld worden. Hierbij zal CEAD aansluiten bij het Fieldlab SAM|XL (Smart Advanced Manufacturing XL) waar al gewerkt wordt aan het geautomatiseerd lassen en inspecteren van constructies gemaakt van thermoplastische composieten. Dit wordt ondersteund door de kennis en 30-jaar ervaring van de TU Delft met deze materialen. SAM|XL is het onderzoekcentrum op de TU Delft Campus waarbij bedrijven en onderzoeksinstellingen samenwerken op het automatiseren van de productie van lichtgewicht constructies. Techniek wordt ontwikkeld, gedemonstreerd en opschaalrisico’s worden beperkt voor luchtvaart, windturbines, ruimtevaart en maritieme toepassingen. Hierbij gaat het veelal om grote dunwandige constructies. SAM|XL opent begin 2019 haar deuren en de 3D-printer van CEAD zal naar verwachting september 2019 te zien zijn.

SAM|XL is één van de acht fieldlabs die in SMITZH samenwerken om de toepassing en ontwikkeling van slimme maaktechnologie te stimuleren. De samenwerking tussen het CFAM experience centre en SMITZH versterkt beide: SMITZH helpt om het experience centre in binnen- en buitenland zichtbaar te maken; en het aanbod binnen SMITZH wordt versterkt en verbreed, doordat naast metaalprinten-XL in het RAMLab (Rotterdam) nu ook vezelversterkt kunststofprinten-XL te zien zal zijn.

 

Meer informatie?
Op 8 november 2018 is de officiële lancering van de eerste 3D-printer met CFAM technologie in Delft. Als je hierbij wilt zijn, kun je contact opnemen met Lucas Janssen van CEAD. Ook voor overige vragen of verkenningen van de mogelijkheden kun je contact opnemen met Lucas. Wil je meer informatie over SAM|XL, schakel dan direct met Kjelt van Rijswijk. Voor alle overige vragen rondom SMITZH en eerste hulp bij subsidieaanvragen, neem contact op met Anton Duisterwinkel.

Kick-off Rabo Robo Challenge in RoboHouse

Tussen alle verbouwingen door vond op vrijdag 7 september de kick-off plaats van de Rabo Robo Challenge in het nieuwe pand van RoboHouse in RoboValley. 30 deelnemers van 18 vooruitlopende bedrijven uit de maakindustrie leerden hoe ze gebruik kunnen maken van cognitieve robotica-oplossingen via workshops en presentaties.

De Rabo Robo Challenge, een initiatief van Rabobank en RoboValley, is gestart om bedrijven te helpen bij het ontdekken van de kansen die intelligente automatisering kan bieden voor hun organisatie.

Tijdens de kick-off kregen de deelnemers een korte introductie in de robotica en diverse presentaties van onder andere de Rabobank, Fizyr, Accenture en Shell. Vervolgens gingen de deelnemers zelf aan de slag in verschillende workshops. Van het programmeren van een zelfrijdende robot tot het leren hoe een goede dataset essentieel is voor een ‘machine vision applicatie’. Daarnaast werden bestaande processen uit de eigen organisatie geanalyseerd om te kijken hoe deze geautomatiseerd kunnen worden door het gebruik van het RoboHouse Canvas, een methode speciaal ontwikkeld om dit inzichtelijk te maken. Na de kick-off gaan de deelnemers van de Rabo Robo Challenge verder met het onderzoeken en ontwikkelen van mogelijke nieuwe robotica-toepassingen voor hun eigen organisatie.

Wil je zelf ontdekken wat robotica voor jouw organisatie kan betekenen of leren hoe je zelf robotica kunt ontwikkelen? Neem dan contact op met het RoboHouse team of kijk op www.robohouse.nl.

Meer informatie?

Stuur dan een mail naar: robohouse@robovalley.com