Gratis bedrijfsscan voor maakbedrijven en toeleveranciers

Als jij een benchmark wilt met bedrijven uit jouw sector of wilt ontdekken hoe je slimmer kunt produceren, doe dan de nieuwe bedrijfsscan van de Fabriek van de Toekomst. De bedrijfsscan geeft inzicht in de ontwikkelingskansen die jouw fabriek te bieden heeft. De gratis scan is slechts een eerste stap uit een proces waarin je geholpen wordt om jouw bedrijf verder te optimaliseren en onderscheiden van de concurrentie. Zou je graag in aanmerking komen voor een SMITZH-voucher maar weet je niet precies welke technologieën aansluiten bij de uitdagingen waar jij voor staat? Is het aanbod vanuit SMITZH nog een ver-van-je-bed-show? Doe dan eerst deze scan.

De Fabriek van de Toekomst is een resultaat van het project FOKUS. Dit project stimuleert mkb om te innoveren in productietechnologie. Het doel is om kennis, faciliteiten en productietechnologieën in Nederland en Vlaanderen proactief in te zetten om te transformeren naar een toekomstbestendige fabriek. Partners in het project vanuit Nederland zijn FME, TNO, Brainport Industries en Hightech NL.

10 mei 2019 werd als onderdeel van de Fabriek van de Toekomst deze nieuwe bedrijfsscan gelanceerd, die inzichten geeft in de ontwikkelingskansen van mkb-bedrijven. Deze scan is speciaal ontwikkeld voor de maakindustrie en geeft ondernemers zoals jij direct zicht op innovatiekansen. De scan is gratis en eenvoudig online in te vullen. Via een online rapport krijg je direct inzicht.

Met de Fabriek van de Toekomst kom je in beweging. Je kunt het proces doorlopen van bedrijfsscan naar implementatie. Als je wilt, kom je naar aanleiding van de scan in contact met experts, gelijkgezinden en laat je jouw plan op maat opstellen. Door het invullen van de scan, word je onderdeel van een benchmark met bedrijven in jouw sector, je leert hoe je je kunt onderscheiden als producent en ontdekt hoe je met behulp van nieuwe technologieën beter kunt produceren. Deze bevindingen worden vervolgens uitgewerkt door erkende kennisinstellingen. Zij verwijzen je mogelijk weer door naar één van de fieldlabs uit SMITZH of één van de vouchers die wij open hebben staan.

Eerste SMITZH kiemproject succes: mallen maken in 6 weken door 3D-printen

Samen met fieldlab RAMLAB onderzochten Air Products, Fokker en voestalpine of de 3D-printtechnologie uit het fieldlab een oplossing kan bieden in het versnellen van de productie en reparatie van metalen mallen. Om de onderzoekskosten te beperken, maakten zij hiervoor gebruik van een kiemprojectvoucher van SMITZH. De resultaten zijn verbluffend. Het project leverde het bewijs dat mallen slechts in een kwart van de oorspronkelijke productietijd gemaakt kunnen worden. Ook zagen zij de kosten afnemen tegen een toename in productkwaliteit en werden er inzichten opgedaan om mallen gerobotiseerd te repareren.

Hoe het begon

Fieldlab RAMLAB bestaat uit een consortium van bedrijven dat met elkaar de mogelijkheden van het on demand 3D-printen van metaal wil testen, valideren en certificeren. RAMLAB maakt hiervoor gebruik van zogenaamde Wire Arc Additive Manufacturing (WAAM) technologie. Dit is een techniek waarbij lasrobots metaal 3D-printen door lasrupsen op elkaar te lassen. De lasrobots zijn van het Zuid-Hollandse bedrijf Valk Welding.

Fokker, één van de bedrijven uit het consortium, bracht vorig jaar een onderzoeksbehoefte in rondom de productie en reparatie van metalen mallen. Omdat voestalpine draden levert die nodig zijn voor het lassen; en Air Poducts gas levert om de draden te kunnen lassen, zagen zij heil in een gezamenlijk kiemproject.

Via fieldlab RAMLAB dienden zij bij SMITZH een verzoek in om te onderzoeken of de slimme 3D-printtechnologie uit het fieldlab een oplossing kan bieden in het versnellen van de productie en reparatie van de mallen, die traditioneel worden gegoten en/of verspaand.

Simulatie van een reparatie van een smeedstuk met WAAM op Valk Welding E-frame

Uitdagingen productie en reparatie van metalen mallen

In de maakindustrie gebruiken diverse bedrijven zoals Fokker grote metalen mallen voor composiet onderdelen. Maar denk bijvoorbeeld ook aan bedrijven die metalen onderdelen voor auto’s en vliegtuigen smeden (forging dies). De productie en reparatie van deze metalen mallen kent een aantal problemen. Allereerst is de levertijd erg lang. Deze ligt rond de 6 maanden.

Metalen mallen die ingezet worden voor de productie van grote, sterke metaalonderdelen, slijten snel. Door de hitte en het contact tussen de twee metalen versmelten en scheuren de mallen. Na zo’n 500x stampen zijn deze al niet accuraat genoeg meer en moeten deze gerepareerd worden. Zeer gevaarlijk en ongezond handmatig werk met hoge kosten.

Ook het maken van nieuwe mallen voor composietonderdelen heeft zijn uitdagingen. De mallen die Fokker gebruikt zijn groot en moeten zowel tegen opwarmingen als afkoelingen kunnen. Een grote mal vraagt om een groot gegoten blok dat vervolgens verspaand moet worden. Veel materiaal gaat hiervan verloren tijdens het frezen. Een kostbaar en onhandelbaar zwaar proces.

Het kiemproject en de resultaten

Na toekenning van het voucher gingen de 4 partijen in een periode van ongeveer 3 maanden aan de slag met het kiemproject. Eerst door te praten, bijvoorbeeld over hoe de huidige technologieën de problemen veroorzaken. Vervolgens door daadwerkelijk een demo op te leveren waarmee kleinschalig aangetoond kon worden of de in RAMLAB beschikbare WAAM technologie het repareren en produceren kan verbeteren. Bij die demo werd een onderdeel van een mal met dezelfde geometrie gebruikt om te onderzoeken waar men tegenaan liep en wat de resultaten waren.

Vincent Wegener – RAMLAB: “Bij de ontwikkeling en toepassing van nieuwe technologieën zien bedrijven vaak op tegen de hoge investeringen. Het laagdrempelig en stapsgewijs bijeen brengen van verschillende partijen om de kosten te verlagen, is de manier van werken voor RAMLAB. Na zo’n eerste zetje en positieve resultaten, is de beslissing om voor vervolgonderzoek, veel makkelijker gemaakt.”

Alle partijen konden waarde halen uit de resultaten. Het prototype voor Fokker toont aan dat mallen geproduceerd kunnen worden binnen 6 weken in plaats van 6 maanden. Voestalpine leverde het project inzicht op in de draden die geschikt zijn voor een dergelijke toepassing. Met de hulp van Air Products is het proces verder geoptimaliseerd om de benodigde kwaliteit te behalen.

Marko Bosman – Fokker: “Het gebruik van Additive Manufacturing voor mallen levert niet alleen voordelen van korte doorlooptijd en lagere kosten, maar ook de mogelijkheid om een beter product te leveren met een grotere functionaliteit indien gebruik gemaakt wordt van de grotere  ontwerpvrijheid die Additive Manufacturing biedt.”

Ook in het repareren van mallen zijn tijdens het kiemproject inzichten opgedaan om dit gerobotiseerd en daarmee sneller te doen. Tevens is de behoefte daaraan en gevalideerd tijdens een conferentie en zijn er nieuwe contacten opgedaan om dat te kunnen realiseren.

De volgende stap

Het kiemproject heeft de verschillende partijen goed geholpen bij een eerste zet. Door de gezamenlijke aanvraag en het gebruik van het voucher, bleven de kosten laag en daarmee toegankelijk. Fokker gaat nu verder met een vervolgonderzoek om te kijken hoe het project opgeschaald kan worden en de technologie geïmplementeerd kan worden.

RAMLAB is nu in contact met een aantal Europese smederijen om onderdelen via deze nieuwe techniek te repareren. Door toepassing van de slimme techniek met de lasrobots en het 3D-metaalprinten zouden deze werkzaamheden ook weer lokaal plaats kunnen gaan vinden.

Ook interesse in een kiemproject (voucher)?

Wil jij net als Air Products, Fokker en voestalpine onderzoeken wat een slimme maaktechnologie voor een bestaand of nieuw productieproces kan betekenen, maar heb je geen idee waar te beginnen? Neem dan contact met ons op. Wij kijken of één van de SMITZH fieldlabs jou kan helpen dit te onderzoeken. Samen schrijven jullie een aanvraag. Wordt deze toegekend, dan kan tot € 30.000,- van de kosten worden vergoed.

Ben je specifiek geïnteresseerd in het 3D-printen van metalen mallen en zou je net als Fokker een demonstrator willen bouwen of zou je willen deelnemen aan het vervolgonderzoek, neem dan direct contact op met Vincent Wegener van fieldlab RAMLAB.

Interesse in een kiemproject voucher?

Stuur ons dan een mail.

SMITZH en Flanders Make ondertekenen samenwerkingsovereenkomst op Hannover Messe

Voor zowel Nederland als België is de maakindustrie een belangrijke motor van de economie. Ook in Vlaanderen wordt daarom grootschalig ingezet op het digitaliseren van maakbedrijven en hun productie. Geen eenvoudige uitdaging. Flanders Make, het onderzoekscentrum voor de Vlaamse maakindustrie, en SMITZH, bundelen daarom hun krachten. Beide partijen bezoeken deze week, als onderdeel van een Vlaamse en Nederlandse delegatie, de Hannover Messe, de grootste vakbeurs ter wereld voor industriële technologie. Vandaag ondertekenden zij op het Holland Paviljoen officieel een intentieverklaring tot samenwerking voor de komende 3 jaar.

Onder de Nederlandse delegatie, die bestaat uit VIP vertegenwoordigers van bedrijven, overheid en kennisinstellingen, is ook Adri Bom-Lemstra, gedeputeerde Economische Zaken van Zuid-Holland, aanwezig. Zij zei over de samenwerking: “Zowel in Zuid-Holland als in Vlaanderen werken bedrijven aan innovatie van hun productieprocessen. Dat is uiteraard van belang voor die bedrijven, maar ook voor onze regionale economieën. In onze provincie zoeken bedrijven daarbij al volop de samenwerking op. Mooi dat we met deze ondertekening over landsgrenzen heen gaan samenwerken. Dat biedt voor beiden nieuwe kansen.”

Eerste stappen in de samenwerking

In de overeenkomst staan mogelijke samenwerkingsvormen benoemd zoals het gezamenlijk aanvragen van (EU-)gefinancierde onderzoeksprojecten zoals INTERREG en het organiseren van gezamenlijke evenementen. Doel is om zoveel mogelijk kennis en ervaringen te delen, best practices uit te wisselen en beide netwerken te verbinden. Flanders Make en InnovationQuarter werken al samen in het Vanguard-initiatief voor groei door middel van slimme specialisatie.

Flanders Make lanceerde recent ook het Smart Factory Benelux initiatief, waarin bedrijven actief in België, Nederland en Luxemburg samen een digitaal productiesysteem bouwen. Dit dient om nieuwe technologieën te demonstreren en met elkaar te laten samenwerken in reële werkomstandigheden. De samenwerking met SMITZH is meteen ook een ideale gelegenheid om meer Nederlandse bedrijven te enthousiasmeren voor dit initiatief.

Meer weten?

Neem contact op met Anton Duisterwinkel.

 

Leer robots programmeren in RoboHouse

Deze week is het cursusaanbod van RoboHouse online gezet. Ga zelf aan de slag met robots, maak kennis met de hedendaagse mogelijkheden en leer wat erbij komt kijken om robots toe te passen. Iedereen is welkom om een cursus bij RoboHouse te komen doen. De mogelijkheden van hedendaagse robotsystemen zijn fantastisch, maar het toepassen kan heel complex zijn. In de cursussen van RoboHouse leer je in een korte tijd wat je moet weten om zelf met robots aan de slag te gaan. Dit kan bij uitstek via de basiscursussen ‘Robot Perception’ & ‘Robot Operation’.

Robot Perception

Leer meer over één van de grootste uitdagingen in robotica, het waarnemen van objecten in een omgeving. Of je nu een toepassing ontwikkelt voor een mobiel robot platform of een robotarm, de robot moet zijn omgeving ‘zien’.

In deze eendaagse cursus leer je de basis van ‘Robot Perception’. De voor- en nadelen van de meest gebruikte sensoren worden behandeld, bijvoorbeeld diepte camera’s. Ook wordt er gekeken naar het interpreteren van sensordata door middel van deep learning en het programmeren door middel van een ‘Robot Operating System’ (ROS) komt voorbij.

Robot Operation

Steeds meer banen worden ondersteund door robots. Om robots goed toe te kunnen passen, is kennis nodig, ook op het gebied van veiligheid. Op dit moment moeten robots vaak nog op maat gemaakt worden. Zo kan er bijvoorbeeld aangepaste software nodig zijn of moet een gripper worden ontwikkeld voor een specifieke taak.

In deze eendaagse cursus leer je de basis van ‘Robot Operation’. Meerdere type robots en besturingssystemen worden behandeld. Ook wordt gekeken naar de benodigdheden voor het creëren van een veilige werkomgeving, het laten samenwerken van geautomatiseerde systemen (bijvoorbeeld het combineren van een robotarm met een lopende band) en het oppakken van objecten met behulp van grippers.

Naast de twee basiscursussen biedt het onlangs geopende fieldlab een breed programma aan cursussen in samenwerking met partners aan. Zo werkt RoboHouse bij de ‘ROS Training’ samen met de TU Delft. In deze tweedaagse cursus word je bijgespijkerd in het programmeren van een Robot Operating System (ROS). De cursussen ‘Robot Bin-Picking’ en ‘Basic Machine Vision’, waarbij meer geleerd wordt over vision systemen, worden aangeboden in samenwerking met Stemmer Imaging.

Voor een vaste lage prijs (€99,- excl. BTW) kom je in één dag te weten wat er mogelijk is met robotsystemen en wat erbij komt kijken om deze toe te passen.

Cursus data

• 4 april / Robot Perception
• 16-17 mei / ROS Training
• 19 juni / Robot Perception
• 27 juni / Robot Bin-picking
• 3 juli / Robot Operation
• 22-23 augustus / ROS Training
• 20 september / Robot Perception
• 27 september / Robot Operation
• 1 november / Basic Machine Vision Training
• 7-8 november / ROS Training
• 6 december / Robot Perception
• 13 december / Robot Operation

Benieuwd of er ook een cursus voor jou tussen zit? Kijk voor het meest actuele cursusaanbod en inschrijvingen op www.robohouse.nl. RoboHouse is een initiatief van Festo, ABB, TU Delft, TNO, InnovationQuarter & RoboValley.

Meer weten?

Neem contact op met RoboHouse.

Indrukken Smart Industry missie Nürnberg

Van 12-14 maart organiseerden InnovationQuarter en de Brabantse Ontwikkeling Maatschappij (BOM) gezamenlijk een Smart Industry missie naar Nürnberg. De focus van de missie lag op het versterken van de relatie tussen Nederland en Zuid-Duitsland. Nabile Benali, Account Manager Foreign Investments, was mee namens InnovationQuarter en deelt zijn indrukken graag met SMITZH.

Samen met Alten Technology, SMR Automation, The Hague University of Applied Sciences en vertegenwoordigers van het Nederlands Consulaat-Generaal in München bracht Nabile een bezoek aan diverse inspirerende Smart Industry locaties bij onze Oosterburen. Aanleiding hiervoor was de Integrated Plant Engineering Conference (IPEC), georganiseerd door Industrie- und Handelskammer (IHK) Nürnberg en Automation Valley Nordbayern. Zij organiseerden de IPEC om ondernemingen, universiteiten en onderzoeksinstellingen te helpen bij het vinden van partners in Europa.

Nabile: “Tijdens de IPEC ontmoetten we diverse Europese bedrijven en instellingen om te verkennen wat er mogelijk is voor gezamenlijke productontwikkeling, productie- en licentieovereenkomsten, distributiepartnerschappen of andere vormen van partnerschap. De focus lag voornamelijk op Edge Analytics en Machinedata Analytics. We hebben hierover gesproken met diverse bedrijven vanuit Duitsland, Estland, Denemarken, Zweden en Oostenrijk. Het is goed dat dit soort events georganiseerd worden en om af en toe over je eigen grenzen heen te kijken. De één is hierin toch net verder dan de ander. Er valt veel van elkaar te leren. Ik ben blij als ik de samenwerking tussen innovatieve organisaties kan bevorderen.”

Voor InnovationQuarter past deze reis goed bij de ambitie om Zuid-Hollandse maakbedrijven en automatiseerders aan te moedigen zich te blijven vernieuwen, digitalisering toe te passen, en daarbij te leren van anderen. Een ambitie waar middels het SMITZH programma concreet handen en voeten aan wordt gegeven.

Als onderdeel van de missie werd ook een tweetal bedrijfsbezoeken gebracht aan het Industry 4.0 labotorium van Evosoft en het Siemens Mindsphere headquarter. Nabile: “Gedurende de bedrijfsbezoeken mochten wij kennis maken met een geïntegreerde digitaliseringsmethode van Evosoft en het IoT-besturingssysteem van Siemens genaamd Mindsphere.”

Volgens Guus Paris, co-founder van SMR Delft en Smart Manufacturing & Robotics leraar op de Haagse Hogeschool, gaf vooral het bezoek aan Siemens een goede indruk van wat er allemaal mogelijk is. Guus: “Er werd op een dusdanig niveau kennis uitgewisseld over belangrijke IoT-concepten in combinatie met data science, dat ik geloof dat we met die inzichten echt impact kunnen maken.”

Nabile: “Zo’n meerdaagse reis maakt het echt mogelijk om alle meereizende partijen beter te leren kennen. Veel dank dan ook aan Automation Valley Nordbayern en IHK voor de gastvrijheid en de organisatie en de BOM voor de fijne samenwerking bij de organisatie van deze missie. Er is dan net wat meer tijd om te verdiepen wat we van elkaar te kunnen leren. Als direct resultaat staat er een bezoek van Siemens naar Nederland ingepland voor eind maart. We zullen hierbij samenkomen om verder over een toekomstige samenwerking te spreken.”

Bedrijven die het leuk vinden om bij deze bijeenkomst aan te sluiten, kunnen contact opnemen met Nabile Benali.

 

Meer haalbaarheidsvouchers beschikbaar

De mogelijkheid om vouchers aan te vragen voor het doen van een haalbaarheidsonderzoek is verlengd. Je kunt jouw interesse tot 3 mei bij ons kenbaar maken. Een SMITZH haalbaarheidsvoucher dekt 50% van de kosten tot een maximum van € 10.000,-. Met zo’n onderzoek bepaal je of toepassing van een bestaande Smart Manufacturing technologie jou iets oplevert. Het is de bedoeling dat je het onderzoek met één van onze fieldlabs samen doet. Vanaf 18 maart zijn ook via Kansen voor West soortgelijke vouchers beschikbaar.

Om het Smart Industry beleid in West-Nederland (Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht en Flevoland) te ondersteunen heeft het Kansen voor West Programma, onderdeel van het Europese EFRO-programma, stimuleringsregelingen voor de maakindustrie in het leven geroepen. Deze regeling staat open vanaf 18 maart tot 31 december 2020. De vouchers die je hiervoor kunt aanvragen zijn geldig in combinatie met één van de Smart Industry Fieldlabs, bij een kennisinstelling of Proeftuin voor de maakindustrie en bij een ondernemersorganisatie met een bewezen trackrecord op het gebied van Smart Industry advisering. Aanvragen doe je via het EFRO-portal.

De SMITZH vouchers zijn geldig bij onze fieldlabs: RAMLAB (on-demand 3D-metaalprinten), Digital Factory for Composites (automatisering en digital manufacturing van composieten), SAM|XL (automatisering en robotisering van de productie van lichtgewicht constructies). Big Data Innovatiehub (efficiënter produceren door data-analyse), Dutch Growth Factory (parametrisch design), Dutch Optics Centre (ontwikkeling van optische en fotonische meetsystemen), RoboHouse (cognitive robotics) en de Duurzaamheidsfabriek (opleiden van hoog gekwalificeerd technisch personeel). Aanvragen doe je door één van de fieldlabs te benaderen of als je nog niet goed weet waar je het beste terecht kunt, contact op te nemen met Anton Duisterwinkel. Je vindt een uitgebreide beschrijving en de contactpersonen van de fieldlabs onder het tabblad Fieldlabs op deze site.

 

Hoogtepunten Smart Industry Jaarevent

18 maart vond in Hilversum weer het landelijke Smart Industry Jaarevent plaats. Dit event is er op gericht bedrijven uit de industrie te helpen verder te digitaliseren aan de hand van praktijkvoorbeelden, workshops en handige tools. Het event werd geopend door Ineke Dezentjé Hamming-Bluemink en staatssecretaris van Economische Zaken en Klimaat Mona Keijzer. Bijzonder veel aandacht was er voor de regionale Smart Industry hubs, het belang van scholing en de meerwaarde van fieldlabs. SMITZH was, als Smart Industry hub van Zuid-Holland, uiteraard ook aanwezig. Wij bespreken kort de hoogtepunten van dit event.

Samenwerking Smart Industry hubs

Tijdens de plenaire opening van het Jaarevent van 2019 vertelde staatssecretaris Mona Keijzer van EZK over de resultaten en toekomstplannen van de vijf Smart Industry hubs. De focus heeft afgelopen jaar voornamelijk gelegen op het versterken van de onderlinge samenwerking tussen de hubs. De kracht van de hubs zit in het organiseren van evenementen en het helpen van ondernemers door verbindingen te leggen met Smart Industry fieldlabs en faciliteiten, zowel regionaal als nationaal.

Anton Duisterwinkel werd namens de provincie Zuid-Holland op het podium gevraagd om toe te lichten hoe SMITZH dat doet en de verbinding zoekt met de andere hubs. Het versterken van de samenwerking tussen de Smart Industry hubs blijft komende jaren hoog op de agenda staan en is één van de actiepunten uit de Smart Industry Declaration 2019 die tijdens het event werd getekend. Een ander actiepunt van deze declaration is het versterken van de internationale samenwerking met Duitsland.

Investeren in scholing noodzakelijk

Ineke Dezentjé Hamming-Bluemink deed tijdens haar toespraak de uitspraak dat “Nederland in 2021 het meest flexibele en het beste digitaal verbonden productienetwerk van Europa heeft”. Deze razendsnelle digitalisering heeft echter ook een keerzijde. Mensen moeten namelijk ook met deze nieuwe technologieën, robotisering en digitalisering kunnen werken. Vandaag opgedane kennis kan morgen namelijk alweer achterhaald zijn. Naast de noodzaak van het intensief bijscholen van mensen, is er ook sprake van personeelstekorten.

Niet alleen de overheid moet dit probleem heel serieus nemen en helpen om mensen zo snel mogelijk om- en bijgeschoold te krijgen, ook het bedrijfsleven moet volgens Dezentjé Hamming bereid zijn tijd te investeren in scholing om te begrijpen wat de huidige versnelling van de digitalisering van de industrie betekent. De voorzitter van FME en Smart Industry deed daarom een oproep aan de ondernemers in de zaal: “Ga als ondernemer nu al nadenken over hoe je de productiviteit in jouw onderneming op peil houdt en verbetert en hoe je daar iedereen in je bedrijf bij betrekt. We moeten van ‘lean management’ naar ‘smart management’.”

240 miljoen aan investeringen en honderden banen dankzij fieldlabs

Tijdens de afsluiting van het event werd de publicatie “Fieldlabs 2018, Resultaten en impact van 35 innovatieversnellers” van TNO gepresenteerd. Hieruit blijkt dat de Smart Industry fieldlabs tot eind 2018 al tot bijna een kwart miljard aan investeringen hebben geleid en het creëren van honderden banen. Volgens de publicatie gaat er sinds de start in 2014 in totaal 240 miljoen euro aan investeringen om in de fieldlabs, en zijn er 600 bedrijven bij betrokken. Bij de fieldlabs zijn naar schatting 430 directe banen gecreëerd. Eind 2018 waren er 35 fieldlabs in Nederland actief, en begin 2019 zijn er nog eens vier nieuwe fieldlabs bij gekomen. De publicatie geeft een goed beeld van het doel, de werkwijze en de resultaten van elke fieldlab.

Tijdens de plenaire afsluiting van het Jaarevent vertelden twaalf fieldlabs in een video wat een fieldlab voor hen betekent en welke mogelijkheden er zijn. Alle fieldlabs waren het hierover eens: we moeten van start, en vooral niet afwachten. Volgens de fieldlab-coördinatoren zitten Smart Industry-oplossingen vaak in het samenbrengen van nieuwe technologieën, nieuwe materialen en nieuwe businesscases. Voor veel kleine ondernemingen is het te hoogdrempelig en te duur om dit voor zichzelf te realiseren, maar het kan wél wanneer ze binnen fieldlabs samen met anderen oplossingen te bedenken die ze in hun eigen bedrijf kunnen toepassen.

Meer weten?

Neem contact op met Anton Duisterwinkel.

Ad Engineering Duurzaamheidsfabriek slaat brug tussen hbo, mbo en bedrijfsleven

Sinds 2013 vult de vierde etage van de Duurzaamheidsfabriek zich één dag per week met studenten van de Hogeschool Rotterdam. Zij volgen de Associate degree (Ad) Engineering. Een Ad is een nieuwe landelijk erkende tweejarige hbo-opleiding, waarbij studenten een diploma ontvangen dat tussen mbo-4 en hbo-bachelorniveau in zit. In de Duurzaamheidsfabriek werken de Ad-studenten Engineering samen met bedrijven en mbo-studenten van het Da Vinci College aan concrete opdrachten van die bedrijven. Een echte ‘win-win’-situatie: de resultaten van de projecten zijn voor en ook ván het bedrijfsleven, de studenten leren in de praktijk en leggen meteen contacten met mogelijke toekomstige stagebedrijven/werkgevers.

De projecten binnen het Ad-traject hebben betrekking op middenkader engineering (MKE) en ICT. Ieder half jaar start er een groep Ad-studenten met opdrachten die door bedrijven uit de regio worden aangedragen. Per opdracht werken gemiddeld drie hbo’ers en 2 mbo’ers. Dit half jaar lopen er 15 projecten. Zo is er een groep die bezig is met een warmteafgiftepunt-unit voor woonhuizen die aangesloten worden op het warmtenet, en een groep die technische oefenplaatsen voor voetbal ontwikkelt. Weer ander groepjes werken aan een intrekbare elektrische aandrijving voor een watertaxi en een modulair concept, waarbij zonnepanelen, warmwatervoorziening en verwarming gecombineerd worden in een compleet aan te schaffen carport.

“De Duurzaamheidsfabriek is een uitstekende locatie voor dit soort projecten”, zegt coördinator hybride projecten Niels Jalving. “Het is natuurlijk een fantastische werkplaats met veel moderne voorzieningen. Onze eigen mbo-studenten treden op als intermediair tussen wat de ‘ontwerpers’ bedenken en wat we hier kunnen maken.”

Waar de fysieke omgeving van de fabriek inspirerend is voor de hbo-studenten en de bedrijven, is het samenwerken met andere niveaus ook inspirerend voor de mbo-studenten, aldus Jalving. “We merken dat ze door dit type projecten bewuster gaan nadenken over hun toekomst. Er zijn er verschillende die we zien doorstromen naar een AD-traject. Er zijn ook studenten die direct na hun opleiding aan het werk kunnen bij een van de bedrijven en zich dan soms ook vanuit het bedrijf verder ‘opscholen’. Een van de bedrijven uit een eerdere periode heeft een project opnieuw opgepakt, samen met een afstudeerder. Er is zelfs een oud-student die vanuit een bedrijf terugkomt naar de Duurzaamheidsfabriek om hier studenten en docenten op te leiden.”

Tijdens de projecten leren de studenten ook belangrijke vaardigheden zoals samenwerken en projectmatig werken, met een vaste planning en een vast budget. Dat wordt door de bedrijven als zeer waardevol genoemd. Qua onderwijsconcept lijkt het dus zeer geslaagd. In september start een nieuwe groep studenten.

Meer info en meedoen?

Mail Niels Jalving.

Otolift wint Smart Manufacturing Award 2019

Tijdens de jaarlijks terugkerende Avond van de Maakindustrie werd bekend gemaakt dat Koninklijke Otolift Trapliften bv uit Bergambacht de winnaar is van de Metaalunie Smart Manufacturing Award 2019. Otolift is internationaal actief als ontwikkelaar, producent & installateur van trapliften. De award ging naar Otolift vanwege hun transitie van maatwerk naar een modulair product en omdat innovatie is terug te vinden in alle fases van het bedrijfsproces. Naast product- en procesinnovatie zet het bedrijf ook sterk in op organisatorische sociale innovatie.

Otolift heeft een 100% modulaire traplift ontwikkeld op de dunste enkele rail ter wereld met gepatenteerde software in de liftstoel. Het bedrijf heeft zich volgens de jury op excellente wijze onderscheiden omdat ‘Otolift het ondernemend vermogen van de medewerkers in het bedrijf stimuleert, wat zorgt voor toegevoegde waarde naar klant & medewerker toe, maar ook voor een versterking van de concurrentiepositie en de continuïteit van het bedrijf.’

Het bedrijf in trapliften heeft een ontwikkelafdeling die op maat eigen software heeft geschreven en ontwikkeld voor de procesbesturing. Er is sprake van een diepe en indrukwekkende integratie van digitalisering. Hierbij heeft men een zeer goed doordachte implementatie van RFID en barcodering gerealiseerd als ook een aansturing van spuiterij (poedercoating) als ook procesbegeleiding en werkinstructie via Shop Floor Control.

Otolift ontving naast de Metaalunie Award een cheque ter waarde van € 5.000, -. De jury noemde alle drie genomineerde bedrijven, naast Koninklijke Otolift Trapliften bv ook GSE bv uit Brummen en Vanmac bv uit Amersfoort ‘alle drie aansprekende top smart-manufacturing voorbeelden’.

 

DFC demonstreert uniek composiet productieplatform tijdens JEC

Van 12-14 maart vindt in Parijs de JEC World plaats. Dit is de grootste beurs voor innovatie in composieten. Airborne geeft er demonstraties van hun nieuwe “Digital Client Portal” waarin alle processtappen voor het produceren van een laminaat volledig gedigitaliseerd zijn. Deze portal is ontwikkeld op Technology Park Ypenburg als onderdeel van een door de gemeente Den Haag mede gefinancierd project, bedoeld om de bedrijvigheid rondom High Tech composiet materialen in Ypenburg te bevorderen. Via dit online klantportaal kunnen klanten zelf hun behoeften kenbaar maken. Direct daarna wordt het product in Fieldlab Digital Factory for Composites (DFC) geproduceerd door de Automated Tape Laying solution die daar staat.

Marcus Kremers: “Op dit moment komt een klant fysiek bij ons langs met een idee om een onderdeel in composiet te produceren. In totaal duren de ontwerp-, test- en productiefase een half jaar tot jaar. Het Digital Client Portal moet dit aanzienlijk versnellen. Aan de hand van een gestructureerde vraagstelling bepaalt het klantenportaal welke machine(s) en welk materiaal nodig zijn en wordt de beste oplossing bedacht. Vervolgens stuurt het klantenportaal automatisch de productiemachines aan.” Het portaal is nog niet af; maar met de demonstrator kunnen gebruikers wel ervaren wat dit voor hen gaat betekenen en kan het systeem verder verfijnd en uitgebreid worden.

Meer weten?

Neem contact op met Sarah de Smet van DFC.