SMITZH en fieldlabs na 5 jaar sturend bij ontwikkelen, testen en implementeren innovatie

Eén centraal loket, een zestal fieldlabs als testfaciliteit in de regio en een grote groep aan ondernemers op zoek naar oplossingen. Het slotevent van SMITZH op 7 december bij Festo in Delft, brengt vijf jaar tot de kern: SMITZH is een succesvol programma. Het innovatieprogramma heeft meer dan 2350 bedrijven bereikt, 400 daarvan zetten een stap in digitalisering. Veel meer werknemers dan gehoopt hebben een opleiding in digitalisering gevolgd en zeven nieuwe opleidingen markeren Leven Lang Ontwikkelen. Tot slot is de regionale infrastructuur voor innovatie versterkt met een loket voor digitalisering en een achttal stabiele en veelgebruikte fieldlabs en skillslabs. Het door InnovationQuarter en TNO geleide SMITZH stopt, maar krijgt wel een direct vervolg in de EDIH, waarbij deze succesvolle aanpak wordt verbreed van de maakindustrie naar alle industriële bedrijven in Zuid-Holland.

Ontwikkelen, testen en implementeren

Gedurende 5 jaar maakte SMITZH een interessante ontwikkeling door. Het kernteam fieldlabinfrastructuur bestaande uit InnovationQuarter, TNOProvincie Zuid-Holland en de Metropoolregio Rotterdam Den Haag startte in 2017 een onderzoek of er behoefte was aan een programma dat digitalisering in de maakindustrie centraal stelt. Digitalisering echt op de kaart zetten samen met de praktijkomgevingen (fieldlabs), bedrijven en kennisinstellingen om doelgericht oplossingen te ontwikkelen, te testen en te implementeren.

Het antwoord was eenduidig: ja, die behoefte is er, en de bestaande fieldlabs en skillslabs vormen een goede basis voor een innovatieprogramma op digitalisering. De 6 fieldlabs Do IoTDutch Optics CentreDuurzaamheidsfabriekRAMLABRoboHouseSAM|XL en skills lab IoT Academy vormen de spil in het netwerk van SMITZH. Zo doet fieldlab RAMLAB onderzoek naar het 3D printen van grote metalen onderdelen, samen met bedrijven en academische instellingen. En binnen de kennislijn Mensgerichte Technologie werden oplossingen getest om personeel te ondersteunen bij assemblage of onderhoud op afstand.

Bij elkaar brengen van bedrijven

Doel van SMITZH is in de kern het bij elkaar brengen van bedrijven. Enerzijds bedrijven die een stap willen maken in digitalisering of die al een technologie in huis hebben, maar niet zo goed weten hoe verder. Anderzijds bedrijven die experts in huis hebben om die vragen op te lossen, maar nog niet per se de geschikte klanten kunnen vinden. Dit deed SMITZH met de fieldlabs en skillslabs, TNO en met het hbo (Haagse Hogeschool en Hogeschool Rotterdam), brancheverenigingen (FMEHi DeltaKoninklijke Metaalunie) en TU Delft.

De samenwerkende partijen hebben in een flexibel en klantgericht programma diverse manieren uitgeprobeerd om de bedrijven te ondersteunen en telkens geleerd van de ervaringen. Zo kon SMITZH de bedrijven steeds beter ondersteunen, wat ertoe heeft geleid dat er meer dan 400 bedrijven een kleine of grote stap in digitalisering hebben gezet (beoogd 243), en veel meer dan de beoogde 1000 werknemers, zij-instromers en studenten hun digitale skills hebben ontwikkeld in het kader van een leven lang ontwikkelen.

Anton Duisterwinkel, Programmamanager Implementatie (InnovationQuarter):

“SMITZH heeft veel bedrijven een stapje verder kunnen brengen. Ik ben trots op de samenwerking met de inmiddels bijna 20 partners in het consortium en dankbaar dat onze financiers ons de ruimte hebben gegeven om met elkaar die ondernemers steeds beter te kunnen ondersteunen. Super dat Provincie Zuid-Holland en het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat niet alleen SMITZH, maar samen met de EU ook de EDIH financieren!”

Lotte de Groen, Programmamanager Innovatie (TNO):

“We hebben ons 5 jaar lang ingezet voor het netwerk van en rond de maakindustrie. We hebben heel veel geleerd over wat wel werkt maar ook wat niet werkt. We weten nu dat het samenbrengen van bedrijven in peer2peer groepen heel veel energie oplevert en dat fieldlabs en kennisinstellingen bedrijven ook efficiënt kunnen helpen. Ik ben blij te zien dat dit soort inzichten niet verloren gaan maar de spil vormen in de EDIH.”