Slim beginnen met het robotiseren van lasprocessen: de lessen van Gpi, LAC en TNO
Een robot inzetten in je lasprocessen: hoe werkt dat, waar begin je, en hoe neem je de organisatie erin mee? Vragen als deze heeft Gpi beantwoord in samenwerking met TNO en LAC. Een leerzaam project onder de vlag van SMITZH, de Smart Industry Hub van Zuid-Holland.
Test before invest
Meebewegen met de technologische ontwikkelingen. Efficiënter werken. Medewerkers vrij maken voor andere taken. Er zijn allerlei redenen om met automatisering en robotisering aan de slag te gaan. Ook de tankbouwspecialisten van Gpi wilden de mogelijkheden verkennen. Zij wilden een robot inzetten voor het lassen van grote onderdelen: de toppen en bodems van tanks.
“We hadden al een offerte aangevraagd voor een robot die dat zou kunnen,” vertelt werkvoorbereider Sam Geurts. “Maar was die investering het wel waard? Dat hebben we onderzocht met LAC en TNO.”
In het Smart Welding Fieldlab van LAC werden verschillende lasprocessen gesimuleerd.
“Een fieldlab is een test-before-invest-omgeving waarin je kunt zien of je idee praktisch gaat slagen,” zegt Jeroen Wevers, projectleider bij LAC. “Het wordt heel visueel: waar loop je tegenaan, en wat moet je veranderen in de organisatie als je er een machine neerzet?”
Van simulaties naar concepten
Er werden drie simulaties uitgevoerd: een van het robotlassen van de grote onderdelen, een van de kleinste onderdelen en een van een tussenmaat.
“Op basis van de simulaties zijn we functionele eisen gaan bespreken,” vertelt Kevin Guit, robotics engineer bij LAC. “Die hebben we uitgewerkt in verschillende concepten voor de uiteindelijke praktijk. Zo kwamen we erachter dat de aanpak die Gpi al in gedachten had bepaalde nadelen zou hebben. We hebben toen alternatieven voorgesteld die het makkelijker maken om te beginnen. We kwamen uit op het advies om de kleine onderdelen, die worden geprefabriceerd, te gaan robotlassen.”
Dit betekent een laagdrempelige start voor Gpi. Dat geldt voor de investering, maar dat niet alleen.
Aart Willem Benschop, mkb-manager bij TNO: “Omdat de aanpassing in de cultuur van het bedrijf ook belangrijk is, is het raadzaam om met een kleine ingreep in de productie te beginnen. Dat is overzichtelijk, dan kun je geleidelijk gaan leren.”
Gerichter aan de slag
Over cultuur gesproken: met de concepten en inzichten op zak kon Sam zijn collega’s bij het project betrekken.
“We hebben een presentatie gehouden waar bijvoorbeeld management, werkvoorbereiders, engineers en voormannen bij waren. We hebben onze bevindingen gedeeld en hun reacties opgehaald. Dat was waardevol. Zonder dit onderzoek hadden de ideeën van voorman A, voorman B en engineer C misschien een heel eind uit elkaar gelegen. Nu weet je waar je samen naartoe gaat werken. We vinden het belangrijk dat iedereen betrokken en enthousiast is.”
“Wat ook een uitkomst is van dit proces: we weten nu welke informatie je gereed moet hebben om te kunnen lassen met zo’n robot,” zegt Sam Geurts. Hij kijkt enthousiast terug op het project met LAC, TNO en SMITZH. “Dat we kennis hebben opgedaan waardoor we nu gerichter aan de slag kunnen, is heel mooi. Deze aanpak zou ik andere maakbedrijven ook aanraden.”