Meer uit je machines halen met data: industrie 4.0

Dat we allemaal digitaler moeten werken is intussen bij iedereen wel bekend, maar hoe je dat als MKB’er kunt doen is nog een behoorlijke uitdaging. Waar begin je, waar vind je het juiste personeel of hoe verwerk je dit in je operatie? Dit zijn slechts enkele vragen die TNO en Produmize tegenkomen bij maakbedrijven. Binnen het SMITZH-programma hebben TNO & Produmize de handen ineengeslagen om praktisch aan de slag te gaan met Smart Industry. Tijdens het project ‘10x klaar voor Industrie 4.0’ werden productiebedrijven met kleine serie productie geholpen om data uit hun machines te halen en slim te kunnen gebruiken. Onder andere Heel Metaal en Equinox hebben met succes deelgenomen aan het programma.

TNO gaat praktisch aan de slag met Smart Industry

TNO en Produmize hebben samen met deelnemende bedrijven in het programma ‘10x klaar voor Industrie 4.0’ diverse Smart Industry oplossingen ontwikkeld, zoals digitale dashboards.

“Ondanks dat het Smart Industry gedachtengoed al jaren wordt gepromoot, staan de meeste maakbedrijven (zelfs de grotere) vaak nog maar aan het begin van deze transitie en zijn mensen, machines en processen helemaal nog niet verbonden. Dat terwijl de noodzaak voor MKB-maakbedrijven om vergaand te digitaliseren groot is. Flexibilisering van de vraag, personeelstekorten en veel concurrentie zijn maar een paar van de problemen waarop met behulp van digitale technieken een oplossing kan worden gevonden”, vertelt Jeroen Broekhuijsen, Programmamanager Digitale Fabriek bij TNO.

Praktisch aan de slag

“We zagen dat er veel werd gepraat en weinig werd gedaan aan juist de start van Smart Industrie. Daarom hebben Jeroen en ik de handen ineengeslagen om samen met het MKB de eerste stappen naar Smart Industry te zetten op een betaalbare en praktische manier. Om dit mogelijk te maken is de samenwerking gezocht met verschillende innovatie regio’s zoals SMITZH. Het doel daarbij is het tastbaar maken van Smart Industry: hoe begin je nu aan Smart Industry, wat heb je nodig en wat levert het op”, vertelt Jelle Koning, CEO van Produmize.

De uitwerking hiervan leverde het programma ‘10x klaar voor Industrie 4.0’ op. Binnen het programma gaan circa tien bedrijven samen aan de slag met Smart Industry. Volgens een zevenstappenplan begeleidt TNO het denkproces, terwijl Produmize zich committeert om aan het eind van het programma een werkend product, bijvoorbeeld een real-time dashboard, op te leveren. Uiteraard is dit een nauw samenspel en voor klanten dus een intensief programma, waarbij ze ook veel van elkaar kunnen leren. Koning: “We waren blij verrast hoe de verschillende bedrijven zich open stelden naar elkaar toe tijdens de kennissessies. Dit maakt het programma des te waardevol!” Zowel Heel Metaal als Equinox zijn met het programma aan de slag gegaan.

Risico’s terugdringen

“We zijn als bedrijf continu op zoek naar procesverbeteringen maar ook al heel vaak teleurgesteld door IT-beloftes. Met het programma van TNO en Produmize hebben we nu echt stappen gezet en zie ik dat de kansen van Smart Industry binnen handbereik liggen”, vertelt Hendrik Vels, directeur van Heel Metaal. Heel Metaal maakt plaatwerk op maat en wil meer grip op stilstaande machines en verschillen tussen voor en nacalculatie om daarmee klanten nog beter te bedienen en risico’s terug te dringen. Het machinepark is echter nog niet altijd digitaal. Met de IoT box van Produmize zijn de machines toch ontsloten en is de analoge informatie omgezet.

Nu kan Heel Metaal bijvoorbeeld precies zien wanneer de kantbank aan het kanten is of wanneer het lasapparaat actief is. Deze informatie kan dan gecombineerd worden met de al aanwezige informatie van het ERP-pakket om inzicht te geven in de correctheid van de plannings- en calculatieregels, en welke producten bijvoorbeeld zorgen voor afwijkingen. Hierbij is het van belang dat personeel weet waardoor het komt dat dat juist deze orders afwijken. Op die manier kan het proces worden verbeterd.

Data zinvol weergeven

Ook Equinox profiteerde van het programma van TNO en Produmize. Equinox maakt sorteermachines voor pakketbedrijven en wil naar planbaar onderhoud en klanten extra informatie geven over mogelijke verbeteringen voor hun productieproces. Equinox maakt zelf de machines en de aansturing, dus heeft ook volledige controle over het ontsluiten van de data. Juist de vraag hoe deze data voor zowel de klant als Equinox zelf zinvol weergegeven kan worden is waar equinox mee aan de slag is gegaan. De live machine data wordt inmiddels weergegeven in dashboards. “Met het programma 10x klaar kregen we de kans om snel en efficiënt de mogelijkheden van een nieuw data platform voor ons zelf en onze klanten te onderzoeken. We hebben nu een werkend systeem én waardevolle begeleiding”, aldus Giedrius Vasiliauskas, IT-projectmanager bij Equinox.

Data is goud waard

De meeste MKB-bedrijven hebben al wel oplossingen die een basis kunnen vormen voor Smart Industry. Denk aan ERP voor de administratieve processen, PLM voor het ontwerpproces en allerlei aanvullende tools om voorcalculaties, werkinstructies, urenregistratie of de aansturing van machines te regelen. Hoewel dit al veel kan opleveren – het basisprincipe is immers slimmer werken, geholpen door software – wordt de waardevolle data in deze systemen vaak onvoldoende benut. Tegelijkertijd is er ook nog veel niet digitaal beschikbaar of onvoldoende verbonden. Denk bijvoorbeeld aan de link naar de mens en de feedback uit wat er nu werkelijk gebeurt bij de machines. Broekhuijsen: “Juist de combinatie van de data uit bestaande systemen met nieuw te verkrijgen gegevens uit bijvoorbeeld machines is goud waard. Veel MKB’ers zijn zich hier volop van bewust. Het wordt dus tijd om de machinedata te ontsluiten.”

TNO gaat praktisch aan de slag met Smart Industry

Heel Metaal kan met de IoT box van Produmize data ontsluiten uit het productieproces.

Ervaringen tot nu toe

Op dit moment loopt de eerste serie van het programma nog. Van ieder van de deelnemers is inmiddels de doelstelling helder geformuleerd en de datavraag duidelijk gesteld. Geholpen door drie studententeams van de Hogeschool Arnhem Nijmegen (HAN) en de Hogeschool van Amsterdam (HvA) zijn inmiddels de eerste inzichten verkregen. De eerste machines leveren data op en een aantal real-time dashboards zijn een feit. “Het is duidelijk geworden dat de werkelijkheid van Smart Industry een stuk weerbarstiger is dan het op papier lijkt.

Zo beschikken de deelnemers over een enorme diversiteit aan machines van uiteenlopende merken en bouwjaren. Ook blijken machineleveranciers niet altijd de kennis in huis te hebben om te vertellen wat er nodig is om bij de waardevolle data te komen. Daarnaast zijn er bijvoorbeeld software updates noodzakelijk die aangeschaft dienen te worden, waarbij het niet altijd alleen de machinesoftware betreft maar ook software daaromheen, zoals de gebruikte CAM-software. Dus het is niet even ‘stekker erin en gaan’. Maar het doel om iedereen een werkende Smart Industry oplossing te leveren ligt binnen handbereik en zal de komende weken gerealiseerd worden”, aldus Broekhuijsen.

Vervolg in 2022

Het succes van de eerste serie ‘10x’ vraagt om een vervolg. In 2022 willen TNO en Produmize samen het programma herhalen en eventueel vergroten. “We gaan dan opnieuw met een aantal productiebedrijven praktisch aan de slag met Industrie 4.0. Voortbordurend op de lessen vanuit de eerste ronde kunnen deelnemende bedrijven van elkaar leren, worden risico’s verminderd en kosten gedeeld.

Bron: Metaalnieuws

SMITZH-project ‘OI4 Demonstrator’ wint prestigieuze Implementation Award 2021

Het project ‘OI4 Demonstrator’ is bekroond met de Implementation Award 2021 van de Open Industry 4.0 Alliance. In dit project slaat een groot consortium van internationale partners de handen ineen om een impuls te geven aan het verbeteren van de interoperabiliteit in de industrie. Het project wordt gerealiseerd rond het Flow Center of Excellence in de Duurzaamheidsfabriek in Dordrecht en wordt ondersteund door InnovationQuarter onder het SMITZH-programma.

Betere interoperabiliteit
De afgelopen jaren is gebleken dat binnen de Industrie 4.0 een groot aantal verschillende IoT-platforms worden geïmplementeerd. Deze heterogeniteit op platformniveau leidt tot een onbeheersbare verscheidenheid aan protocollen en specificaties waar het gaat om de connectiviteit en interoperabiliteit. De Open Industry 4.0 Alliance (OI4) wil samen met toonaangevende industriële partners de digitalisering van de productieomgeving en warehouses verder optimaliseren en uiteindelijk een ecosysteem creëren waarin informatietechnologie gekoppeld is aan operationele technologie, en de kloof tussen de producerende fabrikanten en de leveranciers van onderdelen en installaties (OEM’s) wordt gedicht.

Open innovatie en verspreiding
In het winnende project laat de demonstrator het OI4-concept zien in een ‘real world’ procesinstallatie door een koppeling met het Flow Center. Het platform zal worden gebruikt voor demonstraties en andere vormen van kennisdeling, zoals workshops en het opzetten van whitepapers. Verschillende ontwikkelaars van producten en diensten voor de industrie hebben al interesse getoond in de demonstrator, om deze in te zetten voor hun cloudapplicaties.

Toonaangevend consortium
Het consortium achter het project wordt gevormd door toonaangevende partners in de industrie, waaronder Ureason, Krohne, Pepperl&Fuchs, WAGO, Samson, FOCUS-ON, M&M Software, Codewrights, het Da Vinci College en het Flow Center of Excellence. Samen hebben zij de juiste expertise en uitvoeringskracht. Momenteel wordt de demonstrator gerealiseerd en de hard- en software in gebruik genomen. In december/januari zijn de eerste resultaten te verwachten.

Open Industry 4.0 Alliance

De Implementation Award van de Open Industry 4.0 Alliance is gericht op impactvolle implementatieprojecten en werd dit jaar voor het eerst uitgereikt. Het OI4 Demonstrator moest het in de laatste ronde opnemen tegen zes andere projecten. Het project wist de jury vooral te overtuigen doordat het een breed gedragen project is, met partners van binnen en buiten de Alliantie, die erin geslaagd zijn tot een gezamenlijke oplossing te komen die niet alleen dient als ‘showcase’ maar ook daadwerkelijk wordt toegepast.